Misschien is het u nooit opgevallen, maar uw middelvinger is soms trager dan uw duim. En dat is nu te verklaren.
Onderzoekers verzamelden een aantal proefpersonen en zetten ze voor een beeldscherm. Op het scherm waren tien vingers te zien. Wanneer één vinger oplichtte, moesten de proefpersonen met die vinger op een knop drukken. De onderzoekers maten de reactiesnelheid.
Snelle duim
Uit het onderzoek bleek dat de duim en de pink het snelst reageerden. De middelvinger was het langzaamst. “Je zou denken dat dit anatomische oorzaken heeft of afhangt van oefeningen,” vertelt onderzoeker Hubert Dinse in een persbericht. “Maar wij konden dat in verdere experimenten uitsluiten. In principe is elke vinger even snel. Alleen in de selectie-opdracht (het hierboven beschreven experiment, red.) is de middelvinger duidelijk in het nadeel.”
Kaart in het brein
Hoe kan dat? Elk deel van uw lichaam wordt in het brein vertegenwoordigd door een gebied dat bestaat uit zenuwcellen. Al die gebieden samen vertegenwoordigen ons lichaam, zoals diverse landen op een kaart representatief zijn voor echte landen. In ons brein bevindt zich dus eigenlijk een kaart van ons lichaam. Uit experimenten blijkt dat lichaamsdelen die zich dicht bij elkaar bevinden in het brein vertegenwoordigd worden door gebieden die ook dicht bij elkaar liggen. “Aangrenzende vingers zijn ook in het brein aangrenzend.”
Verklaring
Met computersimulaties werd uitgezocht of dit kon verklaren waarom de middelvinger bij meerkeuzevragen zo’n moeite had met snel reageren. En de onderzoekers vonden inderdaad een verklaring. De reactietijd van de middelvinger blijkt langer doordat deze iets wordt afgeremd door de vingers eromheen. Zodra een proefpersoon de middelvinger op het scherm ziet oplichten, remt het brein de wijsvinger en ringvinger af: zij mogen niet reageren. Het gebied dat de middelvinger in het brein vertegenwoordigt, bevindt zich naast de gebieden die de wijs- en ringvinger afremmen en ondervindt daar ook enige weerstand van. Het verklaart ook waarom de duim sneller is: in tegenstelling tot de middelvinger wordt deze niet door twee, maar slechts door één vinger afgeremd.
Stimulatie
De langzame middelvinger is echter niet gedoemd om altijd langzaam te blijven, zo stellen de onderzoekers. Het is mogelijk om deze wat sneller te laten reageren. En wel door een verandering in het brein te bewerkstelligen. Dat kan door middel van stimulatie van bepaalde groepen zenuwcellen. “Als je bijvoorbeeld één vinger gedurende twee tot drie uur stimuleert (bijvoorbeeld door deze te laten trillen) dan verandert de representatie ervan in het brein.” In dit deel van de hersenen zal er minder worden afgeremd. Experimenten onderschrijven dat. Stimulatie van de middelvinger resulteerde inderdaad in een kortere reactietijd.
Het volledige onderzoek van de wetenschappers is terug te vinden in het blad Proceedings of the National Academy of Sciences.
