Genetisch aangepast voedsel: een vloek of een zegen?

Sommige mensen vinden genetische modificatie ofwel het knippen en plakken met DNA maar niets. De laatste jaren wordt deze techniek steeds vaker gebruikt. Hierdoor zijn hevige discussies ontstaan tussen voor- en tegenstanders van genetische modificatie. Wat is genetische modificatie? Moeten we ons zorgen maken over onze veiligheid? Of is genetische modificatie juist een zegen voor de mens en onze toekomst?

Genetische modificatie is een techniek waarmee de eigenschappen van verschillende soorten organismen zoals bacteriën, gisten, planten kunnen worden veranderd. Wetenschappers knippen stukjes DNA, met daarop een bepaald gen, uit de celkern en plakken dit in het DNA van een cel van een ander organisme. Dit kan bijvoorbeeld een maïs- of sojaplant zijn. Hierdoor krijgt deze plantencel de gewenste eigenschappen. De veranderde cel deelt zich, zodat er uiteindelijk een volledige plant ontstaat die de gewenste nieuwe eigenschap heeft. In tegenstelling tot de oorspronkelijke plant kan de nieuwe plant bijvoorbeeld met een milieuvriendelijker insectenbestrijdingsmiddel beschermd worden tegen insecten. Dit zorgt voor hogere opbrengsten. Het is ook mogelijk om genen van een plant, dier of mens in een bacterie-, gist- of schimmelcel te plakken. Deze veranderde cel kan daardoor bijvoorbeeld zoetstoffen, enzymen of insuline maken. Genetische modificatie is een natuurlijk verschijnsel: onze genen passen zich voortdurend aan. Zo is bijna al ons eten een aangepaste versie van een wilde variant. Het verschil met vroeger is dat men tegenwoordig in een handomdraai de genetische samenstelling van een product kan veranderen.

Verplichte etiketten op genetisch gemodificeerde producten. Foto: TU Delft
Verplichte etiketten op genetisch gemodificeerde producten. Foto: TU Delft

Nederland
In Nederland vinden we genetisch gemodificeerde soja en maïs vooral terug in halvarine, margarine en soja- en slaolie. Als er van een ingrediënt meer dan 0,9 procent van de genetisch gemodificeerde variant in een product zit, moet dat op het etiket worden vermeld. Op het etiket van melk, vlees of eieren van dieren die gevoerd zijn met genetisch gemodificeerd veevoer, hoeft dat niet vermeld te worden. Het genetisch gemodificeerde voer wordt in de darmen van de dieren immers volledig afgebroken.

Discussie
Halverwege de jaren negentig zijn er hevige discussies ontstaan tussen voor- en tegenstanders van genetische modificatie (door de tegenstanders ook wel genetische manipulatie genoemd). Is het veilig? Uit vele onderzoeken naar de veiligheidsaspecten is gebleken dat er nog geen negatieve effecten zijn geconstateerd. Er zijn wetenschappers die daar anders tegenaan kijken, zo blijkt bijvoorbeeld uit een verklaring van het European Network of Scientists for Social and Environmental Responsibility (ENSSER). Wellicht komt dit doordat de techniek pas sinds de jaren zeventig wordt toegepast. En pas de laatste jaren op grote schaal. Het is daarom nog niet bekend wat de gevolgen op de lange termijn zijn.

Toepassingen

Naast het genetisch modificeren van gewassen wordt ook het DNA van andere organismen aangepast. De AquAdvantage-zalm is gemaakt door een onbekend gen en het groeihormoon-gen van een koningszalm in een Atlantische zalm te zetten, waardoor deze zalm twee keer sneller groeit en onder koude omstandigheden blijft doorgroeien. Gentechnologie wordt ook gebruikt voor het aanpassen van dieren ten behoeve van onderzoek, zoals bij muizen die gebruikt worden in onderzoek naar ernstige ziekten.

Er zijn dus wetenschappers die er nog niet uit zijn of genetische modificatie veilig is, maar hoe gaat de consument hiermee om? Professor Patricia Osseweijer van de TU Delft heeft samen met promovendus Susanne Sleenhoff, onderzoek gedaan naar het gedrag van de Europese consument. Uit het onderzoek blijkt dat de kritische Europese consument toch vaak genetisch gemodificeerd voedsel koopt. Iets wat in tegenspraak is tot zijn perceptie. “Mensen zeggen dat ze tegen genetisch gemodificeerd voedsel zijn, maar blijken er toch wat pragmatischer tegenover te staan. Veel mensen weten dat het vermeld zou moeten staan op het product, en zeggen dit te lezen, maar ze mijden deze producten niet. Ik denk dat de perceptie van de mensen ten aanzien van genetische modificatie soms te kort schiet. Deze heeft met hele andere punten te maken dan met wat er daadwerkelijk aan de hand is,” benadrukt Osseweijer.

Voordelen
Osseweijer is van mening dat er zowel voordelen als nadelen zijn. “Zo zijn er genetische gemodificeerde gewassen waarbij het gebruik van bestrijdingsmiddelen niet of nauwelijks meer nodig is. Ook zijn er gewassen die minder water nodig hebben. Voor droge landen in Afrika kan het genetisch aangepaste zaad het verschil maken, omdat de kans op een mislukte oogst veel kleiner is. Het is ook een enorm voordeel dat we met deze techniek heel gericht gewassen kunnen maken. Gewassen met een toegevoegde waarde, zoals een verbeterde smaak of zonder een bepaalde allergene stof. Mensen met een appelallergie kunnen hierdoor toch appels eten. Het werkt ook andersom. Door het DNA te veranderen zou het ook kunnen dat er een allergeen eiwit in een ander soort product terecht komt. Als mensen met een allergie tegen deze stof hier niet van op de hoogte zijn, dan zouden ze allergische reacties kunnen krijgen. Maar uiteraard houden wetenschappers hier rekening mee en vermijden ze zulke opties. Bovendien worden alle producten die zo gemaakt worden uitvoerig getest.”

Nadelen
Een argument tegen genetische modificatie is resistentie van het gewas. “Als er een resistentie tegen een bestrijdingsmiddel of ziekte in het DNA wordt gestopt, dan kan er een resistentie van de ziekteverwekker of het onkruid ontstaan. De plant wordt dan alsnog aangetast.” Naast het probleem van de resistentie is er het probleem van de interactie die kan ontstaan tussen genetische gemodificeerde gewassen en niet genetisch gemodificeerde gewassen. Als deze gewassen kunnen kruisen dan kan de genetische modificatie onbedoeld in de niet gemodificeerde plant terecht komen. Volgens Osseweijer hebben mensen hier wel eens problemen mee. “Men wil weten of een gewas genetisch gemodificeerd is of niet. Er bestaan strenge regels om kruisbestuiving te voorkomen. Er moet altijd een zone zitten tussen deze gewassen, die berekend is om die kans zo klein mogelijk te houden. Toch geeft dit niet honderd procent zekerheid, een zaadje kan soms toch onverwacht ver overwaaien.”

“Als mensen horen dat er DNA in hun voedsel zit, dan schrikken ze. Ze weten niet dat we altijd al DNA eten.”

Biodiversiteit
Gevaar voor de biodiversiteit is ook één van de genoemde argumenten. Als de genetisch gemodificeerde gewassen worden gebruikt in grote mono-culturen, waarbij onkruid geen kans krijgt, kan dat een terugloop van biodiversiteit in de natuur opleveren. Er kunnen ook natuurlijke soorten verdwijnen als de nieuwe soorten overheersend zijn. “De manier waarop wij de nieuwe soorten in de natuur brengen, is erg belangrijk. De natuur is altijd op zoek naar een evenwicht. Iedere dag vinden er mutaties plaatst in planten en dat levert soms betere en mooie planten op en soms zijn de mutaties niet levensvatbaar en dan sterft de plant. Het is noodzakelijk dat er variëteiten zijn. Als er een gewas ontstaat waar minder bestrijdingsmiddelen voor nodig zijn, dat een hogere opbrengst geeft, dan moet het niet zo zijn dat de hele wereld alleen dat gewas gaat verbouwen. Dan verliezen we een stukje biodiversiteit,” zegt Osseweijer.

Controleren
Voedingsmiddelen die met genetisch gemodificeerde organismen of ingrediënten gemaakt zijn en in Nederland worden verkocht, zijn veilig verklaard door de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA). De EFSA let bij de beoordeling op veiligheid en gezondheid van verwerkers en gebruikers. Het product moet minstens even gezond en veilig zijn als het oorspronkelijke product. Dit houdt in dat er bijvoorbeeld geen schadelijke stoffen in mogen zitten. Bovendien mag het gemodificeerde ingrediënt niet vaker een allergische reactie oproepen dan vergelijkbare ingrediënt. “Er is heel veel onderzoek gedaan naar genetisch gemodificeerde planten. Voordat een plant op de markt komt of gekweekt mag worden, moeten er eerst heel veel testen gedaan worden. Na jaren onderzoek is er voor zover ik weet nog nooit iets uitgekomen dat een groot gevaar voor de natuur of voor mensen heeft opgeleverd,” benadrukt Osseweijer.

 Een veld met genetisch gemodificeerde maïs in de Verenigde Staten. Dekalb is een dochteronderneming van Monsanto. Foto: Flickr.com
Een veld met genetisch gemodificeerde maïs in de Verenigde Staten. Dekalb is een dochteronderneming van Monsanto. Foto: Flickr.com

Perceptie
Naast de vraag of genetische modificatie veilig is, zijn er nog een aantal voor- en tegenargumenten. Als we naar de Verenigde Staten kijken dan zien we dat ze daar veel meer genetisch gemodificeerde ingrediënten (vooral genetisch gemodificeerde soja en maïs) gebruiken en verkopen dan in Nederland. “In Nederland hebben bedrijven als Unilever en Nestlé de meeste genetisch gemodificeerde producten uit de schappen gehaald. Ze waren bang dat hun merk werd geassocieerd met iets slechts.” In Europa was er een grote kennisvoorsprong op het gebied van plantenbiotechnologie. Omdat de perceptie bij de mensen toch negatief was, zijn de investeerders naar het buitenland gegaan. “Met de resultaten van ons onderzoek willen wij laten zien dat het jammer is dat het zo is gegaan. Als we naar het werkelijke gedrag kijken van mensen, dan zien we helemaal geen wantrouwende mensen. Ook niet als we ze na een vrijwillige keuze confronteren met het feit dat hun gekozen product genetisch gemodificeerde ingrediënten bevat.” Het onderzoek laat zien dat enkel afgaan op wat mensen zeggen ten aanzien van genetisch gemodificeerd voedsel, onvoldoende basis geeft voor het maken van beleid, aangezien consumenten in de praktijk behoorlijk anders handelen. Het geeft aan dat genetisch gemodificeerd voedsel mogelijk toch niet echt een discussiepunt is. Osseweijer vraagt zich af of mensen tegen het genetisch modificeren van planten zijn vanwege het feit dat bedrijven (voornamelijk multinationals) zich ermee bezig houden. Wellicht vinden mensen dat deze bedrijven te veel macht hebben.

Naast de angst voor te grote invloed van bedrijven zijn mensen wantrouwig tegenover nieuwe dingen. Vooral als het gaat om eten. “Als mensen horen dat er DNA in hun voedsel zit, dan schrikken ze. Ze weten niet dat we altijd al DNA eten,” aldus Osseweijer. De discussie over genetische modificatie blijft apart. Het gaat om een natuurlijk verschijnsel. Het verschil is dat men tegenwoordig in een handomdraai de genetische samenstelling van een product kan veranderen. Op dit moment worden er in grote delen van de wereld genetisch gemodificeerde gewassen ingezaaid. Afgezien van de mogelijke risico’s, staat genetische modificatie daarmee wel symbool voor de toekomst van ons voedsel en dus ook voor de toekomst van de mensheid.

Bronmateriaal

Interview met professor dr. Patricia Osseweijer van de TU Delft

"Consumer choice
Linking consumer intentions to actual
purchase of GM labeled food products
" - landesbioscience.com
"Genetisch gemodificeerd voedsel en landbouw" - rijksoverheid.nl
"Kritische klant koopt tóch vaak genetisch gemodificeerd voedsel" - tudelft.nl
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door Antoine.Couturier (cc via Flickr.com).

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd