Robots trekken ten strijde

In de toekomst wagen mensen zich wellicht niet meer op het slagveld. We laten robots dan de kastanjes uit het vuur halen.

Iets nieuws

Robots in het leger: iets nieuws? Echt niet. Ze werden zelfs in de Tweede Wereldoorlog al ingezet. Een mooi voorbeeld is de Duitse robot Leichter Ladungsträger Goliath. Deze werd volgeladen met explosieven en vervolgens naar de vijand gestuurd.

Robotica is een heel interessante tak van wetenschap. Sommige robots worden vooral ontwikkeld voor huishoudelijke taken. Anderen voor werk in de fabriek. Maar een groot deel van de ontwikkelde technologie zal uiteindelijk belanden bij defensie: een domein dat zit te springen om technologie die een voorsprong geeft op het slagveld.

Kijkje in de toekomst
Maar hoever staan we nu werkelijk op dat gebied? Welke militaire speeltjes zijn er al? En wat mogen we in de toekomst nog verwachten?

Gooien met robots
In Zuid-Korea hebben wetenschappers onlangs robots ontwikkeld waarmee gegooid kan worden. De robots kunnen op dezelfde manier als een granaat worden afgeschoten en gevuld worden met explosieven. Ook kunnen ze met behulp van camera’s spioneren. Soldaten kunnen op een veilige afstand de informatie die de robot aflevert, analyseren.

Een robot bestudeert mogelijke explosieven. Foto: Amerikaanse marine.

Schieten
Sluipschutters die in de lucht hangen, snel, nauwkeurig en flexibel zijn. Klinkt als een mooie klus voor een robot. En dat is het ook. De Amerikanen werken er hard aan en hebben de robot – eigenlijk een kruising tussen een helikopter, onbemand spionagevliegtuig en sluipschutter – de naam Autonomous Rotorcraft Sniper System gegeven. Er wordt nog aan de robot gesleuteld, maar de eerste resultaten maken militairen alvast blij. De robot kan zeven tot tien keer per minuut heel doelgericht schieten en mist eigenlijk nooit.

Duizendpoot
Natuurlijk zijn robots in het leger niet alleen nodig om te vechten. Ze kunnen ook tal van andere taken vervullen. De iRobot Warrior X700 is zo’n duizendpoot. De robot kan spullen sjouwen en zo bijvoorbeeld soldaten in geïsoleerde gebieden te bevoorraden. Maar er kunnen ook wapens op gezet worden, zodat een soort mini-tank ontstaat. Daarnaast kan de tank de omgeving verkennen en nagaan of een bepaald gebouw echt leeg is.

Bommen opruimen
Een gevaarlijke en dus prachtige taak voor robots is het ontmantelen van bommen. Er zijn al heel wat robots die daartoe in staat zijn. Vaak worden ze nu nog aangestuurd door mensen, maar in de toekomst is het niet ondenkbaar dat ze op eigen houtje op zoek gaan naar bommen en deze onschadelijk maken.

Een onbemand, maar wel bewapend vliegtuig. Foto: Amerikaanse luchtmacht.

De robotische soldaat
Het zijn stuk voor stuk indrukwekkende technologische hoogstandjes. Maar het zijn ook vooral hulpmiddelen. Een robot die echt het gevecht aangaat – en dus eigenlijk de soldaat vervangt – lijkt nog ver weg. Maar vergis u niet: er wordt aan gewerkt. De kunst is om een robot te ontwikkelen die net zo wendbaar en snel is als een mens en geen moeite heeft met bijvoorbeeld heuvels of trappen. Dat is nog een hele klus. Zeker ook omdat deze ‘soldaat’ zich bewust moet zijn van zijn omgeving en in moet kunnen spelen op veranderingen. Zo’n bijna menselijke robot is nog ver weg. Geëxperimenteerd wordt er echter al volop. Bijvoorbeeld met deze robot op twee benen, een ethische robot en een robot die kan leren van ervaringen die hij opdoet.

Integratie
We zijn dus hard op weg om robots – in wat voor functies, maten en situaties dan ook – te integreren in onze legers. Dat dat tal van voordelen heeft, staat buiten kijf. De inzet van robots kan mensenlevens redden. In eerste instantie gaat het dan om de levens van soldaten die minder dicht op de strijd zitten. Maar ook burgers kan door inzet van heel precieze en gespecialiseerde robots veel ellende bespaard blijven. Wie denkt dat het allemaal toekomstmuziek is, heeft het mis. Alleen in het Midden-Oosten zijn reeds duizenden robots ‘in dienst van het leger’.

Natuurlijk heeft de inzet van robots ook nadelen. Welke precies? Daarover over twee weken meer!

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd