Smeltend ijs legt schatten uit de Bronstijd bloot.
Beat Dietrich – opziener van een nabijgelegen berghut – kwam de berguitrusting in 2011 op het spoor. Toen de sneeuw zich door toedoen van een warme winter verder terugtrok dan gebruikelijk, zag hij in de Lötschberg-pas verschillende objecten liggen. Een jaar later togen archeologen naar het gebied en ontdekten er een houten box met daarin grof gemalen bloem, fragmenten van pijlen en drie pijlpunten. De ontdekkingen smaakten naar meer. Maar in de vier winters die volgden, eiste sneeuw het gebied weer op. Pas in september 2017 waren archeologen eindelijk weer in staat om hun opgravingen voort te zetten. En met succes.
Leer
Want er zijn opnieuw delen van een berguitrusting ontdekt. De onderzoekers vonden vier fragmenten van bogen, reepjes en stukken leer. Ook stuitten ze op gebroken pijlschachten en een koord gemaakt van dierenvezels met daaraan een knoop, gemaakt van de hoorn van een dier. De resten bevinden zich allemaal in een relatief klein gebied, gelegen in een beschutte kuil. Het wijst erop dat iemand hier beschutting zocht en om de één of andere reden zijn uitrusting hier achterliet.
Rugzak
Datering wijst uit dat de spullen stammen uit de tijd tussen 2000 en 1800 voor Christus. Onderzoekers vermoeden dat de spullen toebehoorden aan iemand die zich 4000 jaar geleden in dit onherbergzame gebied moest zien te redden. De vele stukken leer die zijn ontdekt, wijzen erop dat deze persoon een soort leren rugzak droeg. Ook had hij voedsel bij zich (de bloem) en pijlen en boog. Volgens onderzoekers is de ontdekking van zo’n complete berguitrusting uit de Bronstijd uniek.
Op dit moment zijn de 4000 jaar oude resten van de berguitrusting de oudste objecten die in de Lötschberg-pas zijn ontdekt. Archeologen zijn tijdens opgravingen wel op jongere objecten gestuit, onder meer uit de Romeinse tijd en de Middeleeuwen. Het bewijst dat de pas al zeker 4000 jaar gebruikt wordt door jagers, herders en handelaren.