Aap slaat maat: of toch niet?

De mens is gezegend met een goed muzikaal gehoor. Maar hebben dieren dit eigenlijk ook?

Kan een aap de maat slaan? Nee, dat kan hij niet. Hoogleraar muziekcognitie (UvA) Henkjan Honing: “Ik had dit niet verwacht. Een aap staat qua hersenstructuur het dichtst bij de mens, maar blijkt na mijn experimenten de maat niet te kunnen horen. Hij kan dus ook geen maat slaan. De mens is de enige primaat die dat wel kan.” Hoe bijzonder is het dat onderzoek van de laatste jaren laat zien dat diersoorten die genetisch veel verder van ons verwijderd zijn dan apen, juist wel maatgevoel hebben. De volgende korte filmpjes mag je niet missen voor je verder leest: Snowball de kaketoe (2009) dansend op muziek van The Backstreet Boys en Ronan de zeeleeuw (2014) headbangend op muziek van Earth, Wind &Fire .

Oorsprong
In zijn laatste boek ‘Aap slaat maat’, die muziekcognitie benadert als interdisciplinaire wetenschap (muziekwetenschap, informatica, biologie en straks ook genetica) op zoek gegaan naar de oorsprong van de muzikaliteit bij mens en dier. Eerder boekte de hoogleraar bij het grote publiek succes met zijn boek ‘Iedereen is muzikaal’. Hierin probeert hij ons ervan overtuigen dat iedereen muzikaal is. Maar wat gebeurde er? Honing vertelt: “Veel lezers stuurden mij filmpjes toe van hun huisdieren: vogels, varkens, honden, olifanten, er kwam van alles voorbij. ‘Mijn dier is muzikaler dan ik’, wilden zij daarmee aantonen. Nog steeds komen er filmpjes binnen. Ik verzamel ze voor de leuk en gebruik ze als smaakmaker bij colleges en voor kindertelevisieprogramma’s. Het is geen onderzoeksmateriaal: tien jaar geleden is er al uitgebreid onderzoek gedaan naar 10.000 filmpjes. Wel gaven al deze inzendingen de opmaat voor mijn nieuwste boek: ‘Aap slaat maat.”

Persoonlijke zoektocht
Voor zijn onderzoek reisde Honing naar de laboratoria van Hugo Merchant van de Universidad Nacional Autonoma de Mexico, naar het zeezoogdierenlab in Santa Cruz (VS), naar een primatenlab in Inuyama (Japan) en naar hoogleraar gedragsbiologie Carel ten Cate van de Universiteit Leiden. Ten Cate doet samen met Honing onderzoek naar het maatgevoel bij zebravinken. Het boek is geen droog verslag doorspekt met wetenschappelijke feiten, maar een persoonlijk verslag van de zoektocht naar antwoorden op de vraag wat ons mensen en dieren muzikaal maakt. Inclusief de twijfels en de missers die ook bij wetenschappelijk onderzoek horen: interessant leesvoer. Een voorbeeld van deze benadering die ook in het onderzoek een rol heeft gespeeld is dat Honing – een dierenliefhebber en een vegetariër – beschrijft bij het experimenteren met rhesusapen dat hij geen invasieve methoden wil gebruiken, maar diervriendelijkere methoden. “Met het opplakken van elektroden bleek het onderzoek evengoed wetenschappelijk verantwoord te kunnen gebeuren als met het inbrengen van meetapparatuur in de hersenen.” Overigens is het volgens Honing een trend in gedragsbiologisch onderzoek om mensen en dieren experimenten te laten doen die ze leuk vinden, bijvoorbeeld met spelletjes. Ook worden er steeds meer experimenten met dieren bedacht die niet in het laboratorium, maar in de wildernis plaatsvinden.

“Hebben andere dieren dan mensen ook maatgevoel en relatief gehoor? Dat is de focus van het boek”

Darwin
Honing heeft ervoor gekozen op zoek te gaan naar de biologische oorsprong van de muzikaliteit bij mens en dier. Regelmatig haalt hij daartoe in het boek Charles Darwin aan. Diens uitspraak ‘De gewaarwording, zo niet het genot, van muzikale cadansen en van ritme is waarschijnlijk gemeenschappelijk aan alle dieren, en hangt ongetwijfeld af van de gemeenschappelijke fysiologische aard van hun zenuwstelsels’ (The Descent of Man, 1871) vormde de basis van zijn centrale vraag: wat voor gevoeligheden en mechanismes zijn nodig om melodieën te kunnen onthouden en erop te bewegen? Honing: “Maatgevoel en relatief gehoor (waarmee je een melodietje kunt herkennen, red.) zijn alle twee triviale eigenschappen van muzikaliteit. Het is heel lastig om dat in de dierenwereld terug te vinden. Hebben andere dieren dan mensen ook maatgevoel en relatief gehoor? Dat is de focus van het boek.”

In de hersenen van pasgeboren baby’s is de muzikale aanleg al te detecteren. Afbeelding:

Pasgeboren baby’s
Waarom juist die biologische oorsprong onderzoeken? Honing licht toe: “Ik wilde voortbouwen op ons onderzoek naar pasgeboren baby’s in Boedapest en Nederland (2009). Het was een simpel onderzoek waarbij we pasgeboren baby’s naar een ritme lieten luisteren waarin eens in de zoveel tijd een tel werd weggelaten. Wij noemen dat een luide rust: je hoort heel hard dat er niets gebeurt. Wij konden zien dat pasgeboren baby’s dat al oppikten als hersensignaal. Precies op het moment dat de noot werd weggelaten, waren ze verbaasd als er niets gebeurde op de plek waar ze een tel verwachtten. We maten het gewoon terwijl ze luisterden. Precies datzelfde hebben we bij apen gedaan. Terwijl ze gewoon een beetje doezelden, kregen ze vijf elektrodes op hun hoofd geplakt. Maar de apen viel het niet op dat er een tel werd weggelaten. Zij hebben dus geen maatgevoel. Dat is curieus, dacht ik. Kennelijk hebben ze geen sterke verbindingen in de hersenen zoals baby’s dat al hebben, terwijl ze een soortgelijke hersenstructuur als wij hebben. Maatgevoel leek een uniek menselijke eigenschap. Dit wilde ik verder gaan onderzoeken. En wat bleek? Andere dieren kunnen wel degelijk maatgevoel hebben. Een doorbraak was het onderzoek naar Snowball de kaketoe (2009) en later naar Ronan de zeeleeuw (2014). Zij bleken maatgevoel te hebben. Hoe dat precies ging, leest u in het boek. Deze dieren hebben een heel andere type hersenen dan wij maar daarin zijn in de loop van de evolutie wel die verbindingen aangelegd waardoor ze bijvoorbeeld op de muziek kunnen bewegen. Mijn hypothese is: als pasgeboren baby’s en sommige dieren maatgevoel hebben, is muzikaliteit een biologisch en niet een cultureel verschijnsel. Muzikaliteit is dan niet aangeleerd zoals ik bij Ronan de zeeleeuw zag, maar aangeboren.”

“Als pasgeboren baby’s en sommige dieren maatgevoel hebben, is muzikaliteit een biologisch en niet een cultureel verschijnsel”

Wat kun je ermee?
De eerste reisbestemming was Mexico. Honing wilde testen met rhesusapen. Dat was geen toevallige keuze: “Naar rhesusapen, maar ook naar zebravinken wordt veel onderzoek gedaan om iets meer over de menselijke hersenen te weten te komen. Rhesusaapjes worden heel veel gebruikt in biomedisch onderzoek. Daardoor weten we heel veel over epilepsie, over doofheid en over de ziekte van Parkinson, en hoe we die ziekten kunnen behandelen.” Zo is uit onderzoek gebleken dat Parkinsonpatiënten beter gaan lopen als ze een bepaald ritme aangeboden krijgen. Ook onlangs in het nieuws: klassieke muziek in operatiekamers kan patiënten rustiger maken. Muziek zou tevens een positieve invloed hebben op Alzheimerpatiënten. “Muziek kan duidelijk een positief effect op de stemming hebben. Het mechanisme waarom muziek dit zo goed kan, is nog altijd een raadsel. Ook weten we niet wat de evolutionaire invloed hiervan is. Dit zijn dingen die ik als hoogleraar muziekcognitie wil snappen.”

Dopamine
Snowball en Ronan lijken plezier te hebben in hupsen en headbangen op de maat van de muziek. Maar hoe weet je dat zeker? Hoe meet je plezier in muziek bij dieren en bij mensen? Honing: “Vrouwelijke zebravinken worden opgewonden van de zang van mannelijke zebravinken. Ze maken relatief meer dopamine aan in bepaalde hersengebieden – om precies te zijn in het mesolimbisch systeem – dan anders. Dopamine is een neurotransmitter die gerelateerd is aan het beloningssysteem dat actief wordt bij eten en seks. Hetzelfde mechanisme is aangetoond bij mensen. Bij luisteraars die aangaven kippenvel te krijgen als ze naar een hun dierbaar muziekfragment luisterden, was er in de hersenen zo’n tien seconden voor zo’n moment een verhoogde aanmaak van dopamine te zien. Dezelfde stof die het menselijk beloningssysteem aanmaakt bij eten en seks. Zoiets abstracts als muziek heeft daar kennelijk ook toegang toe. Als die methoden scherper worden, kan je dat ook op andere dieren toepassen. Dan meet je bijvoorbeeld in het bloed de hormoonspiegel en dan heb je een heel letterlijke manier om genot te meten. Dus in die hoek zit een deel van de oplossing om het luisterplezier meetbaar te maken.”

Wist je dat duiven Strawinsky van Bach kunnen onderscheiden? En ook het verschil tussen Van Gogh en Mondriaan opmerken? Afbeelding: GLady / Pixabay

Neuswiel van een vliegtuig
We lichten er nog een fascinerend verschijnsel van muzikaliteit bij dieren uit en leggen dit voor aan Honing. Goudvissen en duiven kunnen Strawinsky van Bach onderscheiden, en duiven kunnen het verschil tussen Van Gogh en Mondriaan opmerken. Wat is hier aan de hand? Honing: “De truc is dat ze heel erg focussen op een heel klein detail in wat ze horen of zien. Ze zien het grotere geheel niet. Ze herkennen een trillertje dat karakteristiek is voor Bach en dat bij Strawinsky niet voorkomt. Het is niet zo dat ze het tijdvak van de Barok herkennen: dat kunnen ze helemaal niet. Ze zoomen in op het detail. Net zo’n mechanisme speelt bij het herkennen van wat een vliegtuig is door een computer. De klassieke methode uit de kunstmatige intelligentie is om een op kennis gebaseerd systeem te maken dat in precieze, door een computer te interpreteren regels vastlegt wat iets tot een vliegtuig maakt en wat niet. Dat is nog niet zo eenvoudig want het kan een flinke opsomming zijn: een langwerpig en symmetrisch voorwerp, twee vleugels, een neus en een staart, een propeller enzovoorts. Recente computersimulaties laten zien dat de efficiëntste manier om vast te stellen of er al dan niet een vliegtuig op een foto staat niet die van een systeem is dat op kennis is gebaseerd. Er hoeft slechts op één detail te worden gelet: is er wel of geen neuswiel op de foto te zien? Het feit dat er slechts op één detail gelet hoeft te worden – en in het geval van de zangvogels op één trillertje wordt gelet – is niet interessant. Het is namelijk niet informatief voor wat ik nu wil weten. Ik wil weten welke dieren wel naar het geheel kunnen kijken, welke dieren wel een hele melodie kunnen waarderen. En niet naar een klein detailtje luisteren louter om eten te krijgen.”

Hoogleraren op toernee: nu ook in het theater
De tijd dat hoogleraren hun kennis voornamelijk in de collegezaal met hun studenten deelden, is voorbij. Steeds vaker wordt het ‘gewone’ publiek opgezocht buiten de collegezalen. Op zaterdag 25 mei geven de hoogleraren Henkjan Honing (muziekcognitie), Dick Swaab (neurobiologie) en Erik Scherder (neuropsycholoog) in het Stadstheater in Zoetermeer een theatershow onder de titel ‘Het muzikale brein’. “Wij laten zien wat muziek teweegbrengt in de hersenen, en hebben het over toepassingen van muziek in de gezondheidszorg en het onderwijs. We verluchtigen de voorstelling onder andere met luistertestjes. Mijn rol: in twintig minuten iedereen een hart onder de riem steken. Want iedereen is muzikaal, mensen zijn muzikaler dan ze denken!”, vertelt Henkjan Honing. De muzikale begeleiding is in handen van pianist Cor Bakker. Eerder al trad het drietal op in onder meer het Concertgebouw in Amsterdam en De Doelen in Rotterdam. Na afloop van de show is er een meet & greet en een signeersessie met de drie professoren. Kaarten kosten 33,95.

Eerst muzikaliteit, dan taal?
Een uitdagende hypothese waar Honing ook in het boek uitgebreid op ingaat, is of muzikaliteit vóór taalontwikkeling komt. Er komen volgens Honing steeds meer stukjes bewijsmateriaal dat dat zo is. Hij vindt dat muziek veel meer is dan taal. Hij licht toe: “Taal zorgt voor informatie-overdracht, terwijl muziek je cognitief vermogen bijvoorbeeld (tijdelijk) kan verbeteren en emoties bij je op kan roepen. Het gehoor is als eerste klaar in de baarmoeder, het zicht komt later. Het gehoor wordt in de laatste drie maanden ontwikkeld, dan pikken baby’s ook van alles op in de baarmoeder, zoals melodietjes en intonatie-patronen van hun ouders spreken. Britse en Franse baby’s huilen daardoor bijvoorbeeld verschillend. Intonatie wordt gebruikt om een taal te leren, daardoor kun je woordgrenzen herkennen. Muzikaliteit is evolutionair gezien kennelijk belangrijk, en volgens mij gaat de gevoeligheid voor muziek aan taal vooraf. Ik wil dit de komende jaren precies maken in mijn onderzoeken.”

Er is nog meer toekomstmuziek. Genetica is een volgende grote stap, als het aan Honing ligt: “Ik wil mensen uit de genetica overhalen om iets van muzikaliteit te snappen. Wat ik graag wil weten is welke regio’s op het genoom verantwoordelijk zijn voor het maatgevoel en het relatieve gehoor, en in hoeverre we dat met andere dieren delen. Als je kunt aanwijzen waar maatgevoel zit, kan je beter bepaalde dieren met elkaar vergelijken.” Met de modernste methodes van de genetica kun je in de bestaande databestanden met genetische informatie zoeken naar muzikale verwantschappen bij andere dieren, relaties met andere menselijke eigenschappen in kaart brengen en iets over de geschiedenis, het evolutionaire verleden van muzikaliteit zeggen: “Wanneer is muzikaliteit ontstaan en bij welke diersoorten?” Genetica en muzikaliteit is het onderwerp van het volgende boek van Honing.

Christa van der Hoff heeft Italiaanse taal- en letterkunde gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Leiden (1986) en heeft het grootste deel van haar 30-jarige loopbaan in de dagbladjournalistiek gewerkt (Haagsche Courant, Algemeen Dagblad). Ze heeft een brede maatschappelijke belangstelling en beeldend schrijven is haar passie. Voor Scientias.nl schrijft ze verhalen over onder meer talen en culturen, (kunst)geschiedenis, culinaire geschiedenis en sociaal-economische onderwerpen.

Bronmateriaal

Interview met Henkjan Honing
Afbeelding bovenaan dit artikel: stevepb / Pixabay

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd