Wanneer we mensen betrouwbaar achten, hebben we ook het idee dat die mensen uiterlijk sterk op ons lijken. Zelfs als dat in werkelijkheid helemaal niet het geval is. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek.
Onderzoekers van de Royal Holloway University of London verzamelden een aantal proefpersonen en lieten ze foto’s zien. Op de foto’s waren gezichten van anderen te zien. De foto’s waren aangepast: gezichtskenmerken van de proefpersonen en twee andere mensen waren met de gezichtskenmerken van één of twee mensen vermengd. Soms was de foto maar een klein beetje aangepast. Soms zaten er heel veel kenmerken van de proefpersoon of de andere twee personen in. De proefpersonen moesten aangeven of de persoon op de foto meer op hen of meer op één van de twee andere personen leek.
Spelletje
Daarna namen de proefpersonen deel aan een spelletje. Ze speelden tegen de twee mensen wiens gezichtskenmerken in het eerdere experiment met de gezichtskenmerken van de proefpersonen waren vermengd. Soms bleken deze personen tijdens het spel heel betrouwbaar te zijn; soms beduvelden ze de proefpersonen.
Resultaten
Na afloop van het experiment herhaalden de proefpersonen het eerste experiment met de foto’s. Uit dat experiment blijkt dat proefpersonen de personen waarvan zij wisten dat ze betrouwbaar waren, nu meer fysiek op zichzelf vonden lijken dan de proefpersonen die onbetrouwbaar waren.
“Recente studies tonen aan dat wanneer een persoon veel op ons lijkt, we automatisch denken dat deze te vertrouwen is,” vertelt onderzoeker Harry Farmer. “Hier tonen we voor het eerst aan dat het omgekeerde ook waar is. Als een persoon betrouwbaar blijkt te zijn, kan dat ertoe leiden dat we het idee hebben dat die persoon sterker op ons lijkt.”
