André Kuipers: “Astronauten zijn ook maar uitvoerders”

Andre_Kuipers_ISS

André Kuipers bevond zich ruim een half jaar aan boord van het International Space Station, en is nu het boegbeeld van de Nederlandse ruimtevaart. Scientias.nl sprak met de ruimtevaarder over zijn experimenten, zijn tijd in het ISS, en de toekomst van de ruimtevaart.

Waar bent u tegenwoordig mee bezig?
“Ik heb het drukker dan toen ik net terug was. Ze trekken van alle kanten aan me – media-optredens, praten met politici, en ik zit straks in een denktank met de burgemeester.
Het vervelende is dat er tegenwoordig maar weinig voor me gepland wordt. Tijdens mijn tijd in het ISS werd echt alles van minuut tot minuut geregeld – slaaptijden, experimenten, media-optredens… Nu moet ik mezelf er toe dwingen om te gaan sporten, anders komt daar niks van terecht. En ik heb vorige week voor het eerst weer zelf gevlogen sinds ik terug ben op aarde. Dat moest ook wel, anders raakte ik mijn vliegbrevet kwijt!”

Hoe zit het met de onderzoeken die u heeft uitgevoerd? Zijn die al afgerond?
“De meeste wel, maar sommige zijn nog bezig. Daarvoor moet ik af en toe nog wel eens naar Amerika, om bijvoorbeeld bloedtesten af te nemen of lichamelijke onderzoeken te doen.
Ik hield me daarboven bezig met allerlei experimenten, ik heb er zo’n 55 uitgevoerd. Dat zit in allerlei categorieën: Van robotica tot stralingsmetingen, maar ook medische experimenten.
Van veel experimenten weet ik ook niet helemaal hoe het er nu mee staat. Uit al die experimenten komen zo’n 150 wetenschappelijke papers gerold. Ik hou lang niet van alles bij hoe het er mee staat. Af en toe krijg ik wel eens iets te lezen, maar vaak ook niet.
Er zijn ook veel onderzoeken die door lopen. Die zijn dan al een paar jaar aan de gang en gaan in de toekomst ook nog door, met meerdere astronauten. Bovendien volgen de conclusies van zulke onderzoeken pas maanden later.

Verblijf

André Kuipers (54) landde op 1 juli vorig jaar terug op aarde na een ruimtevlucht van 193 dagen. Het was de tweede vlucht van de astronaut, die in 2004 ook al 11 dagen in het ISS verbleef. We schreven op Scientias al eerder een uitgebreide terugblik op zijn missie.

Astronauten zijn eigenlijk vooral uitvoerders. Er komen van tevoren allemaal wetenschappers naar je toe, die je vertellen wat er moet gebeuren, wat je precies moet meten en testen, maar net zo vaak weet je niet precies hoe een onderzoek in elkaar zit.”

Wat hebben we nou aan dat onderzoek?
“Heel veel. In het ISS kunnen we situaties nabootsen die we op aarde niet hebben. We testen daarom hoe bepaalde materialen reageren op gewichtloosheid en zwaartekracht, maar ook wat hun invloed is op het menselijk lichaam. Op die manier kunnen we bijvoorbeeld zien hoe botontkalking zich ontwikkelt in het lichaam.
Het meeste onderzoek gaat aan de meeste mensen voorbij, daar hoor je niet over tenzij je ‘Nature’ of ‘Science’ leest. Maar we doen ook onderzoek waar mensen veel aan hebben, zoals dat over botontkalking. Daar kunnen we medicijnen op aanpassen.”

Dus het nut van ruimtevaart is wel al bewezen?
“Inmiddels beginnen steeds meer mensen in te zien dat we zonder ruimtevaart ook heel veel moderne technologieën niet hadden. GPS, satellieten, aardobservaties om het weer in de gaten te houden, dat komt allemaal voort uit ruimtevaart. En natuurlijk heb je het dan ook over de technologische innovatie, daar is de samenleving heel erg bij gebaat.
Bovendien is ruimtevaart goed voor internationale samenwerking. We werken met zoveel landen samen aan het ruimtestation, dat zorgt voor goede onderlinge relaties.”

Hoe doet Nederland het als ruimtevaartland?
“Heel erg goed, al zitten we wel voor een dubbeltje op de eerste rang. We geven relatief maar weinig aan ruimtevaart uit, maar we halen wel grote opdrachten binnen. Bovendien zit ESTEC (het European Space Technology and Research Centre) in Nederland; daar azen ook veel landen op. We geven, naar mijn mening, niet genoeg aan ESA. Niet als je ziet hoe ontzettend belangrijk ruimtevaart is.
We hebben in Nederland een hele sterke ruimtevaartsector. Er zijn veel bedrijven die high-tech producten ontwikkelen, die echt in de absolute top zitten. Maar we moeten wel mee blijven doen, anders raken we dat kwijt.”

Hoe zal de toekomst van de ruimtevaart eruit gaan zien? Wanneer gaat de mens de ruimte koloniseren?
“Ik denk dat we over 25 jaar op Mars zullen staan. Maar van de andere kant, dat zei ik 25 jaar geleden ook al… Het is moeilijk te zeggen, maar we gaan wel vooruit. Met het maken van ion-motoren maken we bijvoorbeeld al een grote stap, die zijn veel efficiënter.
Daarnaast kunnen we het ons misschien niet eens voorstellen wat er nog gaat komen. Als je honderd jaar geleden had gezegd dat we zo in een vliegtuig konden stappen dat over de Atlantische Oceaan vliegt, had niemand je geloofd. En kijk eens waar we nu zijn.”

Draak

Eén van de hoogtepunten van Andrés vlucht was het binnenhalen van de Dragon van SpaceX. Dit was het eerste commerciële vrachtschip dat aan het International Space Station aandokte.

Wat gaan privé-ondernemingen, zoals SpaceX en daarin betekenen?
“Die gaan daar een groeiende rol in spelen, en terecht. Hoe meer hoe beter. Vroeger waren het ook de commerciële bedrijven die naar Indië gingen om te handelen, het ontdekken van de Nieuwe Wereld kwam met name door handelsmissies. Over een paar jaar zullen bedrijven een groter gedeelte overnemen van wat overheden nu doen. Dan kunnen we verder, bijvoorbeeld naar Mars.”

En de bedrijven zoals SpaceX en Mars One die nu al zelf naar Mars willen?
“Dat zal lastiger worden. Daar komt zoveel bij kijken – we hebben nu nog niet eens de raketten die mensen erheen kunnen sturen, die zullen eerst helemaal ontworpen en gebouwd moeten worden. En daarnaast is het natuurlijk een kostbare onderneming, zeker als je bedenkt dat er op Mars nu nog eigenlijk niets te halen valt. Ik ben erg sceptisch over plannen zoals die van Mars One. Het zijn technieken die we nog volop moeten ontwikkelen, en de kosten zijn enorm.
Maar dat de mens zich uiteindelijk gaat verspreiden door de ruimte, daar ben ik zeker van!”

Bronmateriaal

De foto boven dit artikel is afkomstig van Wikimedia (cc via Wikimedia Commons).

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd