Het Assepoester-effect ontkracht: stiefmoeders zijn niet altijd kwaadaardig

assepoester

Evolutionair gezien heeft het voor stiefouders weinig zin om tijd en energie in hun stiefkinderen te steken. Wetenschappers dachten dan ook altijd dat het vanuit de biologie gezien onvermijdelijk is dat mensen minder goed voor hun stiefkinderen zorgen: ook wel het Assepoester-effect genoemd. Maar een nieuw onderzoek spreekt dat nu tegen.

Uit een onderzoek van het Max Planck Institute for Demographic Research blijkt dat de manier waarop ouders voor hun kinderen of stiefkinderen zorgen en de liefde waarmee ze hun (stief)kinderen omringen van meer afhankelijk is dan genetisch verwantschap. “We zijn nu in staat om aan te tonen dat het Assepoester-effect geen onvermijdelijke reflex van stiefouders is,” stelt onderzoeker Kai Willführ.

Onderzoek
De onderzoekers bestudeerden de sterftecijfers binnen samengestelde gezinnen uit de zeventiende tot de negentiende eeuw. Ze vergeleken daarbij samengestelde gezinnen in het oosten van Duitsland (een dichtbevolkt gebied met weinig ruimte voor economische ontwikkeling) en samengestelde gezinnen in Canada waar wel ruimte voor economische groei was. De onderzoekers berekenden hoe de overlevingskansen van kinderen veranderden wanneer een stiefmoeder deel uit ging maken van het gezin.

Opeten

Vrouwen kunnen een baby soms wel opeten. Lees hier hoe dat komt.

Resultaten
Uit het onderzoek blijkt dat alleen in Duitsland – waar weinig mogelijkheden voor economische groei was – de stiefmoeder een negatieve invloed had. Daar stierven kinderen jonger dan vijftien en uit het eerste huwelijk van de vader vaker wanneer een stiefmoeder in het gezin kwam. Maar opvallend genoeg was dat Assepoester-effect niet te vinden in de gegevens afkomstig uit Canada. Als een Duits meisje haar moeder verloor, werd de kans dat ze voor haar vijftiende stierf meer dan twee keer groter dan de sterftekans van een Duits meisje dat haar moeder nog had. Als de vader van de halve wees hertrouwde, werd haar kans om voor haar vijftiende te sterven nog eens twee keer zo groot. In andere woorden: de komst van een stiefmoeder vergrootte de sterftekansen van een meisje net zo sterk als het overlijden van haar eigen moeder. In Canada steeg de sterftekans van een meisje amper wanneer vader hertrouwde.

Verklaring
Hoe zijn die resultaten te verklaren? “De stiefmoeders in Québec (Canada, red.) leken te begrijpen dat het nageslacht uit het eerste huwelijk van hun echtgenoot geen competitie vormde voor hun eigen kinderen die ze met hun nieuwe echtgenoot kregen,” stelt Willführ. In Duitsland was de situatie anders: daar concurreerden kinderen met elkaar, zelfs als het ging om basisbehoeften. “We nemen aan dat stiefmoeders de kinderen uit het eerste huwelijk van hun echtgenoot verwaarloosden, uitbuitten of zelfs mishandelden.”

Het onderzoek laat zien dat de omgeving waarin een samengesteld gezin leeft van grote invloed is op de manier waarop ouders met kinderen en stiefkinderen omgaan. Hoewel de onderzoekers voor hun studie gebruik maakten van historische gegevens, denken ze dat de resultaten ook representatief zijn voor vandaag de dag.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd