‘Bart Simpson gespot op dwergplaneet Ceres’

Een aardverschuiving in de vorm van zijn gezicht kan helpen bewijzen dat deze dwergplaneet heel wat waterijs herbergt.

Foto’s gemaakt door ruimtesonde Dawn laten zien dat op Ceres heel wat aardverschuivingen hebben plaatsgevonden, zo schrijven onderzoekers in het blad Nature Geoscience. En ze vermoeden sterk dat die aardverschuivingen beïnvloed worden door ijs. Het zou betekenen dat we deze aardverschuivingen kunnen gebruiken om het waterijs dat Ceres verbergt, op te sporen.

Drie soorten
Volgens de onderzoekers zijn er drie soorten aardverschuivingen te vinden op Ceres. Het eerste type is volgens de wetenschappers het beste te beschrijven als “relatief rond en groot met dikke ‘tenen’ aan het eind”. Deze aardverschuivingen doen een beetje denken aan de ijzige aardverschuivingen die we in het Arctisch gebied op aarde wel eens zien. Ook op Ceres treffen we deze aardverschuivingen met name op hogere breedtes aan (de plek waar vermoedelijk ook het grootste deel van het ijs dat nabij het oppervlak van de dwergplaneet ligt, te vinden is).

Aardverschuiving type 1. Afbeelding: NASA / JPL-Caltech / UCLA / MPS / DLR / IDA, gemaakt door Dawn Framing Camera

Lawine-achtig
De meest voorkomende aardverschuivingen op Ceres doen een beetje denken aan lawines op aarde. Ze zijn langer en dunner dan de hierboven beschreven aardverschuiving. Daarnaast bevinden ze zich met name op gematigde breedtes. De onderzoekers noemen deze aardverschuivingen op Ceres ook wel ‘Bart’, omdat ze – met heel wat fantasie – een beetje lijken op het hoofd van het gelijknamige personage uit The Simpsons.

Aardverschuiving type 2, alias ‘Bart’. Afbeelding: NASA / JPL-Caltech / UCLA / MPS / DLR / IDA, gemaakt door Dawn Framing Camera

Kraters
En dan is er nog een derde type te vinden. Deze aardverschuivingen lijken te ontstaan als een deel van het ijs dat Ceres herbergt, smelt doordat een object op de dwergplaneet is ingeslagen. Deze aardverschuivingen zien we altijd in de nabijheid van grote inslagkraters.

Aardverschuiving type 3. Afbeelding: NASA / JPL-Caltech / UCLA / MPS / DLR / IDA, gemaakt door Dawn Framing Camera

IJs
De vele aardverschuivingen hebben ons mogelijk heel wat te vertellen. “De aardverschuivingen beslaan meer oppervlak in de poolgebieden dan rond de evenaar,” legt onderzoeker Britney Schmidt uit. Het is opmerkelijk. “De meeste oppervlakteprocessen hebben maling aan de breedtegraad.” Dat de aardverschuivingen op Ceres wel lijken samen te hangen met de breedtegraad, onderschrijft volgens haar het vermoeden dat net onder het oppervlak van de dwergplaneet een mix van gesteente en ijs te vinden is. En dat ijs beïnvloedt het verschuiven van het oppervlaktemateriaal. “We kunnen op geen enkele andere manier verklaren waarom de polen grote, dikke aardverschuivingen hebben, op gematigde breedte een mix van dunne en dikke aardverschuivingen te vinden is en we op lagere breedtes maar een paar aardverschuivingen aantreffen.”

De onderzoekers zijn met name verbaasd over het grote aantal aardverschuivingen dat ze op Ceres hebben aangetroffen. Zo’n 20 tot 30 procent van de kraters die groter zijn dan 10 kilometer worden vergezeld door een aardverschuiving. Afgaand op de vorm en distributie van de aardverschuivingen op Ceres schatten de onderzoekers dat de laag net onder het oppervlak van de dwergplaneet voor tussen de 10 en 50 procent uit ijs bestaat. “Deze aardverschuivingen bieden ons de mogelijkheid om te begrijpen wat er in de bovenste kilometers van Ceres allemaal gebeurt,” stelt onderzoeker Heather Chilton.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd