Bejaarde heeft net zoveel witte stof als zevenjarige

brein1

Voor het eerst hebben wetenschappers de opkomst en afname van witte stof in de hersenen gemeten. Tot ons 40e neemt het volume toe, om daarna af te nemen. Tegen het eind van ons leven bezitten we net zoveel witte stof als een 7-jarige.

Witte stof speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling en het verval van het brein en verschillende ziektes – waaronder schizofrenie en autisme – worden geassocieerd met afwijkingen in de witte stof. Hoewel we weten dat witte stof van belang is voor de gezonde ontwikkeling van het brein, was lang onbekend hoeveel witte stof men op een gegeven moment in zijn leven zou moeten bezitten. En dus kan momenteel ook niet getoetst worden of de hoeveelheid witte stof die een persoon op een bepaald moment in zijn leven bevat ‘normaal’ of ‘afwijkend’ is.

Normaal
Een nieuw onderzoek brengt daar verandering in. Wetenschappers verzamelden 102 mensen die tussen de zeven en 85 jaar oud waren. Vervolgens maten ze de hoeveelheid witte stof in 24 delen van het brein van deze mensen. Op basis daarvan kunnen ze conclusies trekken over hoe de hoeveelheid witte stof zich in een ‘normaal’ brein door de jaren heen ontwikkeld.

Regenboog
Uit het onderzoek blijkt dat de hoeveelheid witte stof door een mensenleven heen het beste weer te geven is met behulp van een regenboogachtige vorm. Mensen starten en eindigen hun leven met ongeveer dezelfde hoeveelheid witte stof en de hoeveelheid witte stof piekt tussen ons dertigste en vijftigste levensjaar.

Hoe verandert de samenstelling van 24 delen van ons brein tussen ons zevende en 83e levensjaar? De rode delen veranderden het sterkst. De blauwe veranderden het minst. Afbeelding: Wandell Lab.
Hoe verandert de samenstelling van 24 delen van ons brein tussen ons zevende en 83e levensjaar? De rode delen veranderden het sterkst. De blauwe veranderden het minst. Afbeelding: Wandell Lab.

Regio’s
Wanneer we verder inzoomen op het brein en de 24 onderzochte regio’s individueel bekijken, zien we diezelfde regenboogachtige vorm. Alleen is de snelheid waarmee de hoeveelheid witte stof in verval raakt lang niet overal even groot. Zo zijn de delen van het brein die onze bewegingen controleren vrij stabiel: de ontwikkeling die de hoeveelheid witte stof doormaakt, is het beste weer te geven als een lange, platte regenboog. De delen die verantwoordelijk zijn voor denken en leren, laten weer een heel andere ‘regenboog’ zien. De hoeveelheid witte stof stijgt op jonge leeftijd sterk, maar loopt ook heel snel terug.

Het onderzoek is heel belangrijk. Nu onderzoekers weten wat de normale verdeling is, kunnen ze een afwijkende verdeling sneller opsporen. De onderzoekers hebben bijvoorbeeld al aangetoond dat ze op basis van deze studie mensen met MS kunnen identificeren. Deze mensen lieten een afwijkende hoeveelheid witte stof zien.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd