Beroemde Dode Zee-rol blijkt door twee schrijvers te zijn volgepend

Met behulp van kunstmatige intelligentie kunnen onderzoekers eindelijk iets meer zeggen over de schrijvers van één van de bekendste Dode Zee-rollen.

Halverwege de vorige eeuw werden in elf grotten langs de noordwestkust van de Dode Zee talloze boekrollen ontdekt. Sommige boekrollen bevatten Joodse teksten die ons tot dan onbekend waren. Anderen bleken de oudste ons bekende manuscripten van de Hebreeuwse Bijbel te herbergen. Deze zogenoemde ‘Dode Zee-rollen’ – die dateren uit de periode tussen 250 voor en 50 na Christus – hebben onderzoekers in de afgelopen decennia een uniek inkijkje gegeven in de joodse cultuur, politiek en religie van die tijd. Maar één vraag bleef al die tijd onbeantwoord. Want wie schreven deze boekrollen vol?

Grote Jesaja-rol
Wetenschappers van de universiteit van Groningen hebben zich nu in die vraag vastgebeten. Ze richtten zich daarbij op één van de bekendste Dode Zee-rollen; de Jesaja-rol.

En met behulp van kunstmatige intelligentie stellen ze vast dat de teksten in deze boekrol door zeker twee schrijvers zijn opgetekend. En dat de schrijvers mogelijk hun uiterste best hebben gedaan om elkaars schrijfstijl zo goed mogelijk na te bootsen. Dat is te lezen in het blad PLOS ONE.

Kunstmatige intelligentie
Het is niet voor het eerst dat onderzoekers proberen te achterhalen hoeveel mensen er aan een Dode Zee-rol werkten. Eerder stelden onderzoekers na een analyse van het handschrift bijvoorbeeld al vast dat andere boekrollen hoogstwaarschijnlijk door slechts één schrijver waren volgepend. Maar dergelijke analyses zijn toch altijd enigszins subjectief en daarom omstreden, zo vertelt professor Mladen Popović, directeur van het Qumran Instituut, dat onderdeel uitmaakt van de Groninger Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap en waar al meer dan vijftig jaar onderzoek wordt gedaan naar de Dode Zee-rollen. Genoeg reden voor Popović en collega’s om het anders aan te pakken. Ze sloegen de handen ineen met professor Lambert Schomaker, eveneens verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en expert op het gebied van kunstmatige intelligentie. Schomaker werkt al lange tijd aan technieken die computers in staat stellen om handschriften – vaak afkomstig uit oude documenten – te lezen. Daarnaast heeft hij ook onderzoek gedaan naar hoe de manier waarop mensen hun schrijfmateriaal vasthouden van invloed is op het handschrift.

Algoritme
Schomaker en promovendus Maruf Dhali ontwikkelden voor dit onderzoek een algoritme dat de letters in de Dode Zee-rol kon ‘lezen’ en met elkaar kon vergelijken. Hoewel kleine verschillen in de wijze waarop letters worden geschreven ook met het menselijk oog kunnen worden waargenomen, heeft het algoritme toch een streepje op ons voor. Niet in de laatste plaats omdat het ook grote hoeveelheden letters elke keer met dezelfde nauwkeurigheid kan analyseren. “Deze boekrol (de Jesaja-rol, red.) bevat de letter ‘alef’, oftewel de ‘a’ zeker 5000 keer,” vertelt Schomaker. “Het is onmogelijk om ze allemaal met het oog te vergelijken.” Maar het algoritme deinst daar niet voor terug. En met behulp van gedetailleerde foto’s van elke letter zijn bovendien veel computerberekeningen mogelijk, waarbij complete letters, maar ook stukjes ervan heel nauwkeurig met elkaar vergeleken kunnen worden. “Met het menselijk oog alleen komen onderzoekers er niet uit,” vertelt Popović aan Scientias.nl. “Er is teveel data en het is lastig om individuele kenmerken van de algemene schrijfstijl te onderscheiden. Met de hulp van de computer kunnen we subtiele en genuanceerde verschillen in handschrift zien die we met het menselijk oog alleen niet kunnen zien. En met behulp van statistiek kunnen we ook vaststellen of de verschillen significant zijn of niet. En in dit geval, zijn de verschillen significant.”

Vergelijkbare stijl
De computer denkt in de boekrol dus de hand van twee schrijvers terug te zien. De verschillen tussen de schrijfstijl van beide schrijvers zijn echter zeer beperkt. “We denken dat de ene de andere kon imiteren qua stijl, of dat ze eenzelfde training hebben genoten,” stelt Popović.

De onderzoekers bestudeerden het handschrift in de Jesaja-rol. Een heel bewuste keuze, zo legt Popović uit. “De Jesaja-rol (één van de eerste Dode Zee-rollen die in 1947 toevallig door bedoeïenen werd ontdekt) is hiervoor heel geschikt, omdat deze goed bewaard is gebleven.” Afbeelding: The Israel Museum, Jerusalem / Ardon Bar Hama.

De resultaten van het onderzoek hebben ook de wetenschappers blij verrast. “Het was voor ons een proef om te zien hoe goed onze methode zou werken en we hadden vooraf geen belang bij de uitkomst. Als we bewijs hadden gevonden voor 1 schrijver of 3 schrijvers was dat ook interessant geweest,” stelt Popović. Het belangrijkste is echter dat de methode uitstekend werkt. Wat hem verder verrast heeft, is de plek waar de twee handschriften uiteenlopen. “De scheiding tussen de twee schrijvers valt samen met de codicologische scheiding tussen kolommen 27 en 28; drie witregels aan het einde van kolom 27 en het einde van een vel en het begin van een nieuw vel.” Zo getuigt de rol niet alleen van twee schrijvers, maar ook van een nauwe samenwerking en afstemming. “Dat twee schrijvers zo nauw samenwerkten aan zo’n groot project wijst erop dat ze in teams werkten. Dat is niet langer een aanname; we kunnen het nu ook bewijzen.”

Waardevolle bevindingen
Het blijft ook na deze studie onmogelijk om de schrijvers achter de Dode Zee-rollen te identificeren. Maar het nieuwe onderzoek geeft wel unieke inzichten in de wijze waarop de schrijvers aan de Dode Zee-rol werkten. En dat is ook heel waardevol, zo legt Popović uit. “Het feit dat twee schrijvers op zo’n vergelijkbare manier schreven, vertelt ons meer over hun training of oorsprong. En dit is nog maar de eerste stap.” Een volgende stap is het bestuderen van andere boekrollen en misschien wel het ontdekken van schrijvers met een andere oorsprong of training. En zo kunnen onderzoekers ook weer meer te weten komen over de gemeenschappen die deze boekrollen voortbrachten. “Zo kunnen we beter gaan begrijpen met wat voor soort verzameling of soorten verzamelingen manuscripten we te maken hebben.”

Het onderzoek naar andere Dode Zee-rollen is inmiddels al in volle gang, zo vertelt Popović. Met behulp van de inmiddels beproefde methode om helder te krijgen wie er aan de boekrollen werkten, hopen de onderzoekers tot nieuwe inzichten te komen. “We zullen nooit hun namen weten,” zo stelt Popović over de schrijvers van de Dode Zee-rollen. “Maar na zeventig jaar onderzoek voelt het alsof we ze nu via hun handschrift eindelijk de hand kunnen schudden.”

Bronmateriaal

"Cracking the code of the Dead Sea Scrolls" - Rijksuniversiteit Groningen
Interview met Mladen Popović
Afbeelding bovenaan dit artikel: The Israel Museum, Jerusalem / Ardon Bar Hama

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd