Bijbelse Filistijnen blijken Europese wortels te hebben

DNA-onderzoek wijst uit dat de voorvaderen van het volk – dat in de Bijbel vaak de degens kruist met het volk Israël – uit Europa kwamen.

In de Bijbel worden de Filistijnen aangevoerd als aartsvijanden van Israël. Keer op keer gaan ze de strijd aan met het volk en eisen ze zodoende een hoofdrol op in de verhalen van onder meer Simson en koning David. Hoewel de Filistijnen herhaaldelijk in de Bijbel worden genoemd, wordt er nauwelijks gerept over waar zij nu eigenlijk vandaan kwamen. Alleen in het boek van de profeet Amos wordt kort opgemerkt dat de Filistijnen van Kreta afkomstig zouden zijn. Maar overtuigend (archeologisch) bewijs daarvoor ontbrak. Tot nu. DNA-onderzoek bevestigt namelijk dat de Filistijnen Europese wortels hadden.

DNA-onderzoek
Aangenomen wordt dat de Filistijnen zo rond het eind van de Bronstijd en begin van de IJzertijd in het hedendaagse Israël arriveerden (zie kader). Om meer duidelijkheid te krijgen over waar de Filistijnen vandaan kwamen, bestudeerden onderzoekers het genoom van tien mensen die in de Brons- en IJzertijd in het gebied leefden waar de Filistijnen na aankomst in het huidige Israël de stadstaat Ashkelon stichtten.

Aankomst in de Levant
Eén van de eerste aanwijzingen dat de Filistijnen aan het eind van het tweede millennium voor Christus naar Israël kwamen, vinden we in Egyptische teksten – die overigens heel vaag blijven over waar de Filistijnen nu precies vandaan kwamen. In deze teksten wordt gesproken over de Peleset: een term die volgens Egyptologen verwijst naar de Bijbelse Filistijnen. Dit volk zou volgens de oude Egyptenaren vanaf ‘de eilanden’ de aanval hebben geopend op wat vandaag de dag Cyprus en de Turkse en Syrische kust is en uiteindelijk ook geprobeerd hebben om Egypte binnen te dringen. De teksten suggereren dat dat allemaal speelde aan het eind van de Bronstijd of begin van de IJzertijd. Dat de Filistijnen in die periode in de Levant arriveerden, wordt verder onderschreven door archeologische vondsten in Ashkelon. Die getuigen ervan dat er rond 1200 voor Christus sprake is van substantiële veranderingen in de manier waarop men in dit gebied leefde. Deze culturele veranderingen zouden samenhangen met de aankomst van de Filistijnen.

Resultaten
De onderzoekers ontdekten dat de individuen die aan het begin van de IJzertijd in dit gebied woonden, DNA bezaten dat afkomstig was van Europese voorouders. De mensen die in de Bronstijd – dus voor aankomst van de Filistijnen – dit gebied bewoonden, bleken die Europese invloeden niet in genoom te hebben. “Dit genetische onderscheid is te wijten aan een Europese gene flow die of aan het eind van de Bronstijd of aan het begin van de IJzertijd in Ashkelon werd geïntroduceerd,” stelt onderzoeker Michal Feldman. Het moment waarop die Europese genen in Ashkelon arriveren, komt netjes overeen met het moment waarop de Filistijnen volgens archeologische en geschreven bronnen in de Levant arriveerden.

Hier zie je Simson, één van de leiders van Israël die herhaaldelijk de strijd met de Filistijnen is aangegaan. Op dit schilderij, van de hand van de zeventiende eeuwse schilder Hilaire Pader – is te zien hoe hij Filistijnen te lijf gaat met een ezelskaak. De Bijbel beschrijft hoe hij met de kaak 1000 Filistijnen van het leven berooft. Afbeelding: Didier Descouens (via Wikimedia Commons).

Vermenging
De onderzoekers bestudeerden ook twee bewoners van Ashkelon die dieper in de IJzertijd leefden. Verrassend genoeg bleek hun genoom al bijna niet meer van een Europese gene flow te getuigen. Het betekent dat de genetische sporen van Europese voorvaderen binnen twee eeuwen zodanig zijn verwaterd dat ze niet langer detecteerbaar zijn. “Hoewel de inwoners van Ashkelon volgens oude teksten in het eerste millennium voor Christus in de ogen van hun buren ‘Filistijnen’ bleven, onderscheidden ze zich genetisch gezien niet meer zo duidelijk, waarschijnlijk doordat ze zich mengden met Levantijnse groepen om hen heen,” stelt onderzoeker Daniel Master.

Dankzij het nieuwe onderzoek lijkt wel vast te staan dat de voorouders van de Filistijnen uit Europa kwamen. Of ze ook daadwerkelijk – zoals de Bijbel vermeldt – uit zuid-Europa afkomstig waren, is niet met zekerheid te zeggen. “Hoewel onze modellen een zuid-Europese genenpoel aanwijzen als een plausibele bron, is meer onderzoek nodig om de populaties die de Europese genetische componenten in Ashkelon introduceerden, te identificeren,” aldus Feldman.

Bronmateriaal

"Ancient DNA sheds light on the origins of the Biblical Philistines" - Max Planck Institute for the Science of Human History
Afbeelding bovenaan dit artikel: Melissa Aja / Leon Levy Expedition naar Ashkelon

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd