Bij de geboorte zijn bepaalde hersenafwijkingen kenmerkend voor migraine. Andere hersenafwijkingen ontwikkelen zich gedurende het leven met de ziekte, mogelijk door het herhaald verwerken van pijn. Dat blijkt uit nieuw MRI-onderzoek.
Omdat uit eerder onderzoek bij migrainepatiënten bleek dat de corticale gebieden (buitenste laag hersenen) afnemen in volume, hebben wetenschappers nu een MRI-scan gebruikt om de afwijkingen in kaart te brengen. MRI laat andere informatie zien over het volume van het brein dan de eerder gebruikte methoden. Hersenonderzoeker Massimo Filippi van het onderzoek dat online staat in Radiology, bekeek de corticale dikte en afwijkingen aan het oppervlakte. Hij vertelt dat corticale oppervlakte vooral in de late foetale fase verandert als gevolg van de ontwikkeling van corticale vouwen (groeven), terwijl corticale dikte gedurende het hele leven als gevolg van ontwikkeling en ziekte verandert.
Pijngebieden
63 migrainepatiënten en 18 gezonde personen ondergingen een MRI-scan. Met computersoftware konden de Italiaanse onderzoekers de corticale dikte en het oppervlakte van de cortex (door diepte van groeven) inschatten. Hieruit kwam naar voren dat de migrainepatiënten ten opzichte van de gezonde personen verminderde corticale dikte en oppervlakte hadden in de gebieden waar pijn verwerkt wordt. Wellicht komt dat door de chronische stimulering van deze gebieden. In de pijngebieden was slechts minimale overlap met de hersenen van de gezonde mensen. De corticale oppervlakte verschilde overduidelijk en was meer verdeeld dan de afwijkingen in dikte. Dit wil zeggen dat er voornamelijk verschil was in de groeven en de diepte hiervan.
Aanleg
De onderzoekers van University Ospedale San Raffaele zagen dat de afwijkingen van de cortex bij mensen met migraine het gevolg zijn van een intrinsieke aanleg, zoals te zien is aan de afwijkingen in corticale oppervlakte en ziekteprocessen, zoals te zien is aan de afwijkingen in de dikte. Of de afwijkingen gevolg zijn van herhaalde migraine aanvallen of juist afwijkingen zijn die bijdragen aan de ontwikkeling van de ziekte, is niet helemaal duidelijk. “Naar mijn mening, kunnen ze ertoe bijdragen dat migrainepatiënten gevoeliger zijn voor pijn en een abnormale verwerking van pijnlijke aandoeningen en stimuli hebben,” zegt Filippi.
Wat kunnen ze nu met dit onderzoek en resultaten? “Nauwkeurige metingen van corticale afwijkingen kunnen helpen migrainepatiënten beter te karakteriseren en het inzicht verbeteren in de pathofysiologische processen die ten grondslag liggen van de aandoening,” zegt Filippi. Om helemaal te begrijpen wat het betekent dat de afwijkingen juist te zien zijn bij de gebieden voor verwerking van pijn, is aanvullend onderzoek nodig. De wetenschappers blijven de deelnemers aan dit recente onderzoek onderzoeken om te kijken of en hoe de dikte en het oppervlakte zich gedurende het leven met de ziekte zich ontwikkeld. Ook bestuderen ze het effect van behandelmethoden op de afwijkingen en bestuderen ze kinderen met migraine om te kijken of de afwijkingen als voorspeller kunnen dienen van de ziekte.
