Brein van autorijdende tiener werkt anders als moeder ernaast zit

autorijden

Wat gebeurt er in het brein van een tiener wanneer deze achter het stuur van een auto plaatsneemt? Hangt ervan af of moeder naast hem of haar zit, zo blijkt uit een nieuw onderzoek.

De onderzoekers verzamelden een aantal veertienjarigen en lieten ze een gesimuleerd ritje in een auto maken. Terwijl de tieners daarmee bezig waren, monitorden de onderzoekers de bloeddoorstroming in de hersenen. Soms zaten de tieners alleen ‘in de auto’. Soms werden ze vergezeld door hun moeder.

Risicovol gedrag
Het onderzoek levert opvallende resultaten op. Wanneer tieners alleen in de auto zaten en ervoor kozen een oranje verkeerslicht te negeren, nam de bloedtoevoer naar het striatum ventrale toe. Dit deel van het brein beloont ons en geeft ons dus een goed gevoel over onze acties. Wanneer moeder naast de tiener plaatsnam, zagen de onderzoekers iets heel anders gebeuren in het brein van de tieners. “Wanneer moeder er is, is er geen sprake van een verhoogde activiteit van het striatum ventrale tijdens risicovolle beslissingen,” legt onderzoeker Eva Telzer uit. “Risicovol gedrag lijkt in de aanwezigheid van moeder niet langer te worden beloond.”

Op de rem
Tevens blijkt uit het onderzoek dat tieners wanneer ze geconfronteerd worden met een oranje verkeerslicht vaker op de rem trappen wanneer hun moeder erbij is. “De tieners gaan van 55 procent risicovolle keuzes naar zo’n 45 procent wanneer hun moeder toekijkt. Dat is een flink effect.” Een ander deel van het brein – de prefrontale cortex – bleek actief te worden wanneer de tieners op de rem trapten, maar alleen wanneer hun moeder toekeek.

De prefrontale cortex reguleert het gedrag en is verantwoordelijk voor een stukje ‘cognitieve controle’. Zowel dit deel van het brein als het striatum ventrale spelen een belangrijke rol wanneer adolescenten een risico nemen. Omdat het controlecentrum nog niet zo goed ontwikkeld is, zijn adolescenten sneller geneigd om grotere risico’s te nemen. “Wij tonen aan dat moeder de beloning die gepaard gaat met het nemen van een risico beperkt en de activering van de prefrontale cortex tijdens veilig gedrag stimuleert. Dus deze twee mechanismen helpen adolescenten om wel twee keer na te denken alvorens ze een kruising opgaan. De aanwezigheid van een ouder verandert de manier waarop de adolescent redeneert en denkt over risico’s en daardoor neemt zijn veilige gedrag toe.”

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd