Vol goede moed begonnen de Britten vorige week aan hun missie om door zo’n drie kilometer ijs te boren en zo het subglaciale meer Ellsworth te bereiken. Maar de eerste tegenslag is inmiddels een feit: één van de cruciale componenten van de boor is kapot gegaan.
Om in het drie kilometer dikke pak ijs te boren, wordt gebruik gemaakt van warm water. Afgelopen zaterdag ging de boiler die dat warme water genereert, kapot. En dat nadat er enkele dagen eerder ook al problemen met de boiler waren. Die konden toen worden verholpen, maar nu missen de Britten de benodigde onderdelen om de boiler weer aan de praat te krijgen en het boren te hervatten.
De Britten moeten nu wachten tot een nieuw onderdeel arriveert. In de tussentijd wordt er naarstig onderzocht wat er precies fout is gegaan: beide problemen met de boiler lijken dezelfde oorzaak te hebben. Door een deel van de boiler nu helemaal te vervangen, hopen de onderzoekers de problemen op te kunnen lossen. Toch zijn de problemen een fikse tegenvaller: er kan nu niet geboord worden en het ziet er naar uit dat dat voor komende vrijdag ook niet meer gaat lukken.
De Britse missie zou zo’n acht weken moeten duren: in die periode willen de Britten door het drie kilometer dikke ijs boren en vervolgens monsters verzamelen in het meer eronder. Dit meer is al honderdduizenden jaren afgesloten van de buitenwereld en kan ons wellicht een kijkje terug in de tijd gunnen. “We verwachten er leven aan te treffen,” vertelde onderzoeker Martin Siegert begin dit jaar aan Scientias.nl.
