Een team van wetenschappers heeft een camera gemaakt waar de meeste camerafabrikanten nog een puntje aan kunnen zuigen. De Dark Energy-camera heeft maar liefst 570 megapixels en wordt gebruikt om bewijs te zoeken voor ‘donkere energie’. En nu heeft de camera zijn eerste beelden gemaakt.
De onderzoekers willen met de camera vooral te weten komen waarom het universum zich steeds sneller uitbreidt, in plaats van juist langzamer. Volgens de wetten van de zwaartekracht zou het universum steeds langzamer moeten gaan uitdijen. Uiteindelijk zou het dan ook weer gaan inkrimpen, net als een elastiek. Maar dat gebeurt niet. Integendeel, het heelal breidt zich juist steeds sneller uit. Wetenschappers vermoeden dat dat komt door donkere energie. Hoe dat precies werkt, weten ze nog niet. Maar daar zou de Dark Energy-camera meer licht op kunnen werpen.
Sterrenkaart
Ook willen de onderzoekers de camera gaan gebruiken voor het maken van een sterrenkaart. Daar moeten sterrenstelsels op komen te staan die heel ver weg liggen. De camera gaat vijf maanden lang foto’s nemen. Daarin hopen de wetenschappers zo’n 300 miljoen sterrelstelsels en 100.000 clusters te vinden. Ook verwachten de wetenschappers 4,000 supernova’s waar te gaan nemen.
8 miljard lichtjaar
De eerste testfoto’s zijn vorige week binnengekomen. De wetenschappers zijn ruim acht jaar bezig geweest met het bouwen van de megacamera, die de grootte van een telefooncel heeft. De camera is een project van het Fermilab in Illinois en wordt bovenop op de Victor Blanco-telescoop in Chili geplaatst. Daar is weinig lichtvervuiling en kunnen de wetenschappers dus extra diep de ruimte in kijken. De DEC kan licht van maar liefst acht miljard lichtjaar ver opvangen, en kan ons dus veel vertellen over die periode uit ons universum.
Voor iedereen
De camera is een zogenoemd ‘open-source project’. Wanneer het eerste onderzoek is afgerond, mogen ook andere wetenschappers de camera gebruiken voor hun eigen onderzoek. Dat hoeft niet over verre afstanden te gaan. De Dark Energy-camera kan ook worden gebruikt om in ons eigen zonnestelsel te kijken.
De echte foto’s komen in december. Dan is de testfase klaar en kunnen de wetenschappers pas echt met hun onderzoek aan de gang.
