COVID-19 slaat ook hard toe onder inheemse stammen in India

Zeker vijf van de nog maar vijftig leden van de Groot-Andamanezen testten onlangs positief.

Dat meldt Survival International, een organisatie die zich inzet voor inheemse stammen wereldwijd. Twee van de vijf coronapatiënten zouden reeds in het ziekenhuis zijn opgenomen.

Kolonisten
De Groot-Andamanezen zijn een kleine inheemse groep op de Indiase Andamanen, een eilandengroep in de Indische Oceaan. Vandaag de dag telt de groep nog slechts 50 leden. Rond 1850 – kort voor de Britten het eiland koloniseerden – waren dat er nog zo’n 5000. Maar de ziekten die de kolonisten meebrachten, kostten talloze Groot-Andamanezen het leven.

Voor COVID-19 hadden de overgebleven Groot-Andamanezen al de nodige gezondheidsproblemen. Zo komen zowel alcoholisme als tuberculose veelvuldig voor binnen de inheemse groep. En met name dat laatste maakt COVID-19 extra gevaarlijk.

Jarawa
Helaas zijn de Groot-Andamanezen lang niet de enige inheemse groep die door COVID-19 bedreigd wordt. Alleen op de Andamanen zijn zeker nog twee inheemse groepen voor wie het virus extra gevaarlijk is. Het gaat bijvoorbeeld om de Jarawa, een 400 tot 500 mensen tellende inheemse stam die door toedoen van stropers in 1999 en 2006 al te maken kreeg met uitbraken van mazelen en nu – opnieuw via buitenstaanders – geconfronteerd dreigt te worden met COVID-19. Stropers dringen namelijk nog steeds het leefgebied van deze mensen binnen en dreigen het virus zo bij de Jarawa te brengen.

Sentinelezen
Ook zijn er zorgen over de Sentinelezen, tevens woonachtig op de Andamanen. Deze inheemse groep staat te boek als de meest geïsoleerde inheemse stam ter wereld en weigert alle contact met de buitenwereld. Dat maakt ze extra kwetsbaar voor ziekten van buitenaf. En hoewel de Sentinelezen een ieder die hun leefgebied probeert binnen te dringen, aanvallen en wegjagen, is er altijd een kans dat zij toch in contact komen met stropers die in of nabij het leefgebied van de Sentinelezen actief zijn.

Brazilië
Ook buiten India spaart COVID-19 de inheemse stammen niet. Zo sloeg het virus ook al hard toe onder de Arara, woonachtig in de Braziliaanse Amazone. De stam – die pas in 1987 in contact kwam met de buitenwereld – telt zo’n 121 leden. Half juni lieten officiële cijfers zien dat zo’n 46% van de Arara met het virus besmet was. En daarmee hadden de Arara de twijfelachtige eer om de boeken in te gaan als de stam met het hoogste besmettingspercentage in de hele Braziliaanse Amazone.

Veel inheemse stammen hadden het voorafgaand aan de pandemie al bijzonder lastig. Stroperij, mijnbouw, de aanleg van dammen en wegen: het is zomaar een greep uit de bedreigingen waar de inheemse stammen mee te maken hebben en die niet zelden leiden tot conflicten, waarbij de inheemse stammen eigenlijk keer op keer het onderspit delven. De moderne maatschappij zit de inheemse stammen op de hielen en brengt anno 2020 een gevaarlijk virus met zich mee. En om een beeld te krijgen van wat zo’n virus onder geïsoleerde stammen kan aanrichten, hoeven we alleen maar naar de geschiedenis te kijken, waarin tal van inheemse stammen via kolonisten geconfronteerd werden met ziekten waar ze niet tegen bestand waren en die – zoals we bijvoorbeeld bij de Groot-Andamanezen zagen – hun aantallen drastisch terugdrongen.

Bronmateriaal

"Covid–19 hits isolated tribe in the Andaman Islands, India" - Survival International
Afbeelding bovenaan dit artikel: © Indian Coastguard / Survival International

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd