De groeispurt van de Verenigde Staten (1796-1804)

In een drieluik doen we de jonge, maar bijzonder fascinerende geschiedenis van de VS uit de doeken. Vandaag zien we hoe het jonge land letterlijk groeit!

Vorige week kon je op Scientias.nl al alles lezen over de ‘babyjaren’ van de Verenigde Staten. De Onafhankelijkheidsoorlog en de eerste Amerikaanse grondwet kwamen aan bod. Net als de eerste presidentsverkiezingen. Die eerste verkiezingen waren niet zo spannend; de uitslag stond eigenlijk van tevoren al vast. Vandaag gaan we verder waar we vorige keer gebleven zijn. En dan komen we uit in 1796. Het jaar waarin opnieuw verkiezingen plaatsvonden. En die waren een stuk spannender dan de eerste!

Thomas Jefferson in 1800. Afbeelding: Rembrandt Peale.
Thomas Jefferson in 1800. Afbeelding: Rembrandt Peale.
1796: de eerste ‘echte’ presidents-verkiezingsstrijd
In de herfst van 1796 vond voor het eerst een felle verkiezingsstrijd voor het presidentschap plaats, zoals we tegenwoordig gewend zijn. In die eerste ‘echte’ strijd won de zittende vice-president, de Federalist John Adams, van de Democraat-Republikein Thomas Jefferson, met 71 tegen 68 kiesmanstemmen. De verkiezingen hadden wel een bizar bijresultaat: Jefferson werd vice-president, omdat Jefferson meer kiesmanstemmen kreeg dan de beoogde ‘running mate’ van Adams! Van 4 maart 1797 tot 4 maart 1801 waren de president en de vice-president elkaars politieke tegenstanders, iets wat later nooit meer is voorgekomen. Jefferson heeft tijdens zijn vice-presidentschap vaak samengezworen tegen zijn eigen president.

1797-1800: de Quasi-oorlog, VS tegen Frankrijk
Vanaf omstreeks 1793 werden de betrekkingen tussen de VS en Frankrijk steeds moeizamer. Amerikaanse onderhandelaars probeerden zelfs onder hun financiële schuld aan Frankrijk uit te komen, door te stellen dat de VS die schuld was aangegaan met het Franse koninkrijk, en dat koninkrijk hadden de Franse revolutionairen afgeschaft! De Franse onderhandelaars waren uiteraard niet onder de indruk, en de Fransen gingen dan ook verder met het kapen van Amerikaanse handelsschepen. Tussen 1797 en 1800 voerden de twee landen zelfs een zee-oorlog met elkaar, bekend als de ‘Quasi-oorlog’. De Britten waren uiteraard heel blij met deze schermutselingen, en leverden wapens en munitie aan de Amerikanen.

John Adams. Afbeelding: John Trumbull.
John Adams. Afbeelding: John Trumbull.
1799/1800: vrede met Frankrijk
In november 1799 kwam Napoleon als eerste consul aan de macht in Frankrijk. Napoleon begon vredesbesprekingen met de Amerikanen, mede omdat hij wist dat zijn land behoefte had aan Amerikaans graan. In september 1800 kwam het Frans-Amerikaanse verdrag van Mortefontaine tot stand. Toen het bericht Amerika bereikte, kon President Adams zijn internationale succes niet meer gebruiken in de strijd voor zijn herverkiezing; hij had toen al verloren van Jefferson, dezelfde man die Adams vier jaar eerder nog had verslagen. Laten we die verkiezingen eens nader bekijken.

1800: de tweede ‘echte’ strijd om het presidentschap
Die verkiezingsstrijd van 1800 was nog feller dan die van 1796. Veel propaganda was gebaseerd op pure verzinsels en leugens. Het ging – net als tegenwoordig – niet alleen om het aanprijzen van de eigen kandidaat, maar ook om het zwart maken van de tegenstander. Zo schreven sommige Federalistische pamfletten dat Jefferson feitelijk een Jacobijn was, een Franse radicaal, die desnoods de guillotine gebruikte om zijn wil door te drukken. Sommige pamfletten van de Democraten-Republikeinen beweerden dat Adams bezig was het land weer te verenigen met Groot-Brittannië, en dat hij één van zijn zonen wilde laten trouwen met een dochter van de Britse koning.
Het resultaat van de verkiezingen was een voor die tijd uniek fenomeen dat we tegenwoordig heel gewoon vinden: de vreedzame vervanging van een regering door de oppositie, na verkiezingen.
De presidentsverkiezingen van 1800 hadden wel een eigenaardig resultaat, want de kiesmanstemmen waren als volgt: 73 stemmen voor Jefferson, 73 stemmen voor Jefferson’s beoogde ‘running mate’ Aaron Burr, 65 voor Adams en 64 voor Adams’ beoogde ‘running mate’ Charles C. Pinckney. Maar ‘beoogde running mate’ of niet, volgens de Grondwet hadden de vier kandidaten feitelijk elkaar bestreden, want die Grondwet had alleen rekening gehouden met individuele kandidaten, en niet met het ontstaan van politieke partijen. De kiesmannen konden geen president aanwijzen, en dus moest volgens de Grondwet het Huis van Afgevaardigden kiezen tussen Jefferson en Burr, en de Federalisten van Adams hadden daar een meerderheid! Pas op 17 februari 1801, na diverse stemronden, was Jefferson zeker van verkiezing. Hij werd op 4 maart van dat jaar beëdigd. Later dat jaar werd de grondwet zodanig gewijzigd, dat de verkiezingen voor de president voortaan ontkoppeld zouden zijn van de verkiezingen voor de vice-president. (Een dergelijke presidentsverkiezing door het Huis van Afgevaardigden is na 1800 nog één keer voorgekomen, in 1824. Maar in theorie is het ook tegenwoordig nog mogelijk dat de kiesmannen niet met een absolute meerderheid een president kunnen aanwijzen, waarna het Huis de knoop moet doorhakken.)

1801-1805: oorlog VS tegen Tripoli, en de eerste Amerikaanse strafexpeditie in het buitenland
In maart 1801, kort na zijn beëdiging als de derde president van de VS, ontving Thomas Jefferson een bericht van de Pasha van Tripoli, Yusuf Karamanli, die 225.000 dollar wenste (de Federale inkomsten bedroegen destijds ongeveer 10.000.000 dollar per jaar); Karamanli had uiteraard militaire middelen achter de hand. Jefferson reageerde niet. In mei van dat jaar liet de pasha de vlag van het Amerikaans consulaat in Tripoli naar beneden halen – een onofficiële oorlogsverklaring. De Amerikanen hadden inmiddels een echte marine opgebouwd, en deze werd nu ingezet voor een strafexpeditie; de eerste Amerikaanse strafexpeditie in het buitenland! In het begin leek de expeditie te mislukken, maar uiteindelijk kregen de Amerikanen de overhand, en in juni 1805 werd een voor de Amerikanen redelijk gunstig vredesverdrag getekend – hoewel de Amerikanen nog wel moesten betalen voor de vrijlating van Amerikaanse gevangenen.

Dit schilderij laat een scène uit de Quasi-oorlog zien. USS Constellation gaat hier de strijd aan met L'Insurgente, de overwinning is uiteindelijk voor de Amerikanen. Afbeelding: John William Schmidt.
Dit schilderij laat een scène uit de Quasi-oorlog zien. USS Constellation gaat hier de strijd aan met L’Insurgente, de overwinning is uiteindelijk voor de Amerikanen. Afbeelding: John William Schmidt.

Napoleon Bonaparte. Afbeelding: Jacques-Louis David.
Napoleon Bonaparte. Afbeelding: Jacques-Louis David.
c.1801-1804: de Vrede van Amiens (1802) & de aankoop van Louisiana (1803)
Kort na het begin van zijn presidentschap, in het voorjaar van 1801, zond Jefferson diplomaten naar Parijs om te onderzoeken of Napoleon bereid was de belangrijke havenstad New Orleans en omgeving te verkopen. New Orleans was de enige haven van het enorme gebied Louisiana rond de rivieren Mississippi en Missouri. Dit ‘oude’ Louisiana – vele malen groter dan de huidige Amerikaanse staat met die naam – had een omvang van ruim twee miljoen vierkante kilometer en had ongeveer 120.000 inwoners; het grensde in het oosten aan de VS, die ongeveer even groot waren, met een bevolking van ongeveer 4,5 miljoen. In naam behoorde Louisiana tot Spanje, maar Jefferson wist dat Spanje militair was verslagen door Frankrijk, en dat Napoleon de man was om mee te onderhandelen. Misschien hadden Amerikaanse spionnen zelfs lucht gekregen van een geheim Frans-Spaans verdrag van oktober 1800, waarin Spanje het gebied afstond aan Frankrijk.
We moeten bedenken dat Napoleon problemen had met het behoud van Louisiana en andere overzeese Franse koloniën, omdat de Franse marine niet was opgewassen tegen de Royal Navy. Bovendien heerste er als sinds 1791 een slavenopstand in de belangrijkste Franse kolonie in de Caraïben, Saint Domingue (tegenwoordig Haïti). De belangrijke suikerexport vanuit Saint Domingue was verdwenen en het lukte de Fransen niet de opstand de kop in te drukken. Napoleon voelde in 1801 waarschijnlijk wel wat voor het verkopen van ‘waardeloze’ koloniën aan de VS, maar hij was tegelijkertijd ook druk bezig met vredesbesprekingen met Groot-Brittannië; en bij een dergelijke vrede kon Napoleon zijn koloniën misschien wel handhaven en opnieuw winstgevend maken. In april 1802 sloten Frankrijk en Groot-Brittannië de Vrede van Amiens, waardoor de Amerikaanse onderhandelaars in Parijs geen succes konden boeken – maar een jaar later werd de situatie anders.
De Vrede van Amiens was geen lang leven beschoren, want Britten noch Fransen waren bereid alle bepalingen uit te voeren. Toen Napoleon in het begin van 1803 vermoedde dat hij binnenkort weer oorlog met de Britten moest voeren, en nog geen sterke oorlogsvloot had weten op te bouwen, wendde hij zich tot de Amerikaanse onderhandelaars in Parijs, die op dat moment 10 miljoen dollar hadden geboden voor New Orleans en omgeving. Op 11 april 1803 verraste Napoleon de Amerikanen met een nieuw voorstel: voor 5 miljoen dollar extra konden de Amerikanen geheel Louisiana kopen! De Amerikaanse delegatie had geen mandaat om met een dergelijk bod akkoord te gaan, maar ze accepteerden het wel, want ze waren overtuigd dat President Jefferson en het Congres akkoord zouden gaan. Enkele weken later kwam het spectaculaire goede nieuws aan in de VS, en President en Congres gingen snel akkoord; protesten kwamen alleen van Federalisten uit het noordoosten. De Amerikaanse regering moest veel lenen om de benodigde 15 miljoen dollar bijeen te krijgen, want Napoleon had een snelle betaling bedongen. Door deze ‘diplomatieke meesterzet’ van Napoleon werden de Britse kolonisten in Canada en de Caraïben ineens geconfronteerd met een aanzienlijk machtiger VS.

Dit kaartje laat mooi zien welke 'groeispurt' de Verenigde Staten doormaakten. Het bruine gebied rechts laat de oorspronkelijke dertien staten zien. Het witte gebied is het Louisiana Territory dat de VS van de Fransen kocht. Daarmee werd het grondgebied van de Unie bijna verdubbeld. Afbeelding: via Wikimedia Commons.
Dit kaartje laat mooi zien welke ‘groeispurt’ de Verenigde Staten doormaakten. Het bruine gebied rechts laat de oorspronkelijke dertien staten zien. Het witte gebied is het Louisiana Territory dat de VS van de Fransen kocht. Daarmee werd het grondgebied van de Unie bijna verdubbeld. Afbeelding: via Wikimedia Commons.

1804: Jefferson wordt met grote meerderheid herkozen
De aankoop van Louisiana was één van de vele successen van Jefferson tijdens zijn eerste ambtstermijn. Aangezien hij vrede met zowel Frankrijk als Groot-Brittannië had weten te handhaven, kon hij belastingen verlagen en de uitgaven aan leger en marine verminderen. Daardoor steeg de populariteit van de president en zijn Democratisch-Republikeinse partij, die nu ook voet aan de grond kreeg in de noordoostelijke staten, waar de meeste Federalisten zaten. In de herfst van 1804 werd Jefferson dan ook met indrukwekkende cijfers herkozen; hij kreeg 162 kiesmanstemmen, tegen slechts 14 voor de Federalistische kandidaat Charles C. Pinckney.

Jefferson zet zijn werk als president voort en zal enkele jaren later één van de meest bizarre wetten die het land ooit gekend heeft, doorvoeren. Maar daarover volgende keer meer!

Alex Ritsema (1963) is in 1987 afgestudeerd als econoom en statisticus aan de Universiteit van Groningen. Sinds 1989 werkt hij in Deventer op Saxion Hogescholen – maar dat heeft weinig te maken met één van zijn grote hobby’s: het bezoeken en bestuderen van kleine eilanden, overal ter wereld. Hij heeft enkele Engelstalige boeken geschreven over eilanden en maritieme geschiedenis. Zijn eilanden-website is www.aworldofislands.com. Hij schreef eerder op Scientias.nl onder meer over de Russenoorlog op Texel.

Bronmateriaal

Carl Benn, The War of 1812 (Series Essential Histories), 2002; Paul F. Boller, jr., Presidential Campaigns, 1985, Allan Nevins & Henry Steele Commager, A Pocket History of the United States, 1981

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd