De maan als schatkist van het zonnestelsel in missie 2024

De maan blijft trekken. In 2024 willen de Amerikanen weer mensen op de maan hebben. De tijd begint een beetje te dringen en NASA staat voor uitdagingen. Maar als het lukt, zijn de beloningen niet gering.

De nieuwe missie creëert een hoop verwachtingen. Wetenschappers hopen op waardevolle data over de oerknal, klimaat, brandstoffen, opties tot pitstop op de ruimtesnelweg naar Mars en de mogelijkheden om nederzettingen voor mensen buiten de aarde op te zetten. De doelstellingen schieten als paddestoelen uit de grond. Maar dat we daar mogelijk ook dino-restjes gaan aantreffen, lijkt een ruimteveer te ver. Of toch niet?

Meteoriet slingerde materiaal naar de maan
“Ik acht de kans niet groot dat er onderzoek naar gedaan wordt, maar dino-resten aantreffen op de maan: dat is goed mogelijk. Toen een meteoriet-inslag 66 miljoen jaar geleden een einde maakte aan het tijdperk van de dinosauriërs, gebeurde er nogal wat. Er werd ook veel materiaal de ruimte ingeslingerd. Dat er dus materiaal van dinosauriërs op de maan is beland, is goed denkbaar en het zou nogal wat zijn om dat aan te treffen.” Aan het woord is professor in de radioastronomie en astrodeeltjesfysica dr. Heino Falcke aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij was betrokken bij de ontwikkeling van de superradiotelescoop LOFAR, het maken van foto’s van zwarte gaten en de missie van de Chinese maanlander Chang’e 4.

In de ruimtevaart is Mars de hoofdprijs en NASA maakt er geen geheim van dat de nieuwe maanmissie moet helpen NASA naar Mars te krijgen. “Mars is te ver en we krijgen dat nu gewoon niet voor elkaar. Door eerst bemand onderzoek te doen op de maan, hopen wetenschappers te weten te komen of een missie of zelfs nederzetting eens op Mars, in het reëele verschiet ligt. Dat is de officiële lezing in ieder geval. Maar er is natuurlijk nog wel meer te doen op de maan. De maan biedt veel voordelen, want het is eigenlijk een kleiner zusje of broertje van onze aarde. Veel informatie over hoe het zonnestelsel en dus ook de maan en de aarde, zich ontwikkeld hebben is opgeslagen in de lagen van de maan. Dat zelfde geldt voor klimaatgegevens, de invloed van de zon op de maan en geologische processen. Met gevoelige instrumenten kan er daar veel data over worden verzameld,” aldus Falcke.

Zonrijke zuidpool van de maan
Zoals gezegd kan er volgens de radioastronoom ook worden gedacht aan onderzoek naar brand- en grondstoffen. “Een groot deel van het oppervlak van de maan heeft twee weken zonlicht en ligt twee weken in het duister. De zuidpool van de maan, echter, ligt vrijwel het gehele jaar in de zon. Je kunt overwegen of daar zonne-energie-mogelijkheden liggen. Overigens is het sowieso een belangrijke vraag of er brandstoffen te winnen zijn. Zeker als je denkt aan langdurig onderzoek en je nederzettinkjes wilt bouwen met wetenschappers, is brandstof een vereiste. En zuurstof natuurlijk. Je moet dan overigens niet denken aan echte dorpen, het zou me verbazen als de eerste nederzettingen meer dan 20 of 30 wetenschappers herbergen. Maar als je wilt onderzoeken of nederzettingen op Mars tot de opties behoren, ga je daar alvast van leren op de maan. Hoe kan je als mens overleven op zo’n planeet? Dat kan op de maan goed onderzocht worden.”

“In plaats dat ruimtevaart naar de maan zich verder heeft ontwikkeld, kunnen we nu weer alles opnieuw opbouwen”

Radioantennes op de achterzijde?
Falcke wijst met name op de gelegenheid die de achterkant van de maan biedt. “Als je daar gevoelige radioantennes kan opbouwen, kun je de vroege ontwikkeling van het heelal bestuderen, de oerknal. Dat zou fantastisch zijn.” Overigens is nog niet bekend waar op de maan, de astronauten weer voet gaan zetten. NASA is nog druk bezig dat uit te vogelen. “Grote luxeprobleem is niet dat er niet genoeg geschikte plekken zijn, maar juist heel veel. Wil je één van de kraters in, waar het altijd donker is? Daar is ongetwijfeld veel interessants aan te treffen. Hoe dan ook zou er gewerkt moeten worden met een geavanceerd landingssysteem dat zichzelf kan corrigeren en bijsturen om hindernissen te vermijden, voordat de astronauten de voeten op de grond zetten natuurlijk.”

Langdurige relatie met de maan
Nu weer op de astronomische reisplanner, vindt Falcke het zonde dat de maanmissies bijna 50 jaar hebben stil gestaan. “Nu moeten we alle maanmissie-projecten weer opbouwen. Er is destijds heel veel geld in gepompt en honderdduizenden mensen waren eens werkzaam bij die projecten. Toen de Koude Oorlog voorbij was en het nieuwtje eraf, kwam het belang van bemande reizen naar de maan onder vuur te liggen. In plaats van dat ruimtevaart naar de maan zich verder heeft ontwikkeld, kunnen we nu weer alles opnieuw opbouwen. Het is eigenlijk, ook na 2024, raadzaam om een blijvende band met de maan op te bouwen.”

Hoe de nieuwe president van de VS zich zal verhouden tot de nieuwe maanmissie, is nog niet zeker. In het verleden kon het aantreden van een nieuwe president betekenen dat reisplannen naar Mars werden aangezwengeld, dan wel afgehouden. Zo was Bush een voorstander, maar hield Obama de boot af. Naar verwachting zal de aantreding van Biden wel wat vertraging kunnen opleveren. De aantrekkingskracht van de maan zal er echter niet snel onder lijden. “Er is in de astronomie veel discussie of je moet werken met bemande ruimtevaarttuigen. ‘Je kunt het toch ook prima zien op het scherm van de robot’, wordt er dan gezegd. Maar dat is niet hetzelfde. Als je op vakantie wilt, is het ook niet voldoende om thuis te blijven en naar je computerscherm te kijken naar afbeeldingen van zo’n exotisch oord,” meent Falcke. Hij besluit: “De beleving van daar zijn, stimuleert creatieve processen en werkattitudes. Zo is de geoloog aan boord van de Apollo 17 dusdanig aan de slag gegaan en heeft hij zoveel materialen verzameld en meegenomen, dat daar nu nog belangwekkende onderzoeken mee gedaan kunnen worden. Je moet daar zijn om dat te ervaren. Nieuwe plekken ontdekken, dat zit nu eenmaal in de mens.”

Bronmateriaal

-interview prof. dr. H.D.E. Falcke, radioastronomie en astrodeeltjesfysica, Radboud Universiteit Nijmegen, boek 2020 Licht in de duisternis – zwarte gaten, het heelal en wij,
Afbeelding bovenaan dit artikel: Ponciano from Pixabay

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd