Deze foto kent bijna iedereen op aarde

De Utrechtse onderzoeker Rutger van der Hoeven toont aan dat er zoiets bestaat als een ‘collectief mondiaal visueel geheugen’.

Dagelijks maken fotografen wereldwijd talloze foto’s. En de meeste van die kiekjes raken vrijwel gelijk in de vergetelheid. Maar soms wordt er een foto gemaakt die het eeuwige leven lijkt te hebben. Zo’n kiekje dat keer op keer in de media en daarbuiten wordt gebruikt als het om een specifieke (vaak historische) gebeurtenis gaat. Zo’n foto wordt iconisch en gaat de gebeurtenis representeren.

Er zijn verschillende voorbeelden van iconische foto’s te noemen. Wat denk je bijvoorbeeld van deze? We zien hier Buzz Aldrin op de maan. En wie goed kijkt, kan ook de fotograaf – Neil Armstrong – in de weerspiegeling van Aldrins helm zien. De meesten van ons zullen bij het zien van deze foto direct weten om welke gebeurtenis het gaat: de allereerste bemande maanlanding, in 1969. Afbeelding: NASA.

Collectief mondiaal visueel geheugen
Van der Hoeven is zodanig gefascineerd door iconische foto’s dat hij er zijn proefschrift aan wijdde. In zijn studie zocht hij onder meer uit of er iconische foto’s zijn die wereldwijd herkend worden en er dus zoiets bestaat als een ‘collectief mondiaal visueel geheugen’. Om een antwoord te vinden op die vraag, ondervroeg hij – geholpen door onderzoeksbureau Survey Sampling International – 3000 mensen in twaalf landen. “Ik kon aangeven in welke demografische groepen ik deze respondenten wilde laten vallen en heb het onderzoeksbureau aangegeven dat elke groep respondenten (zo’n 250 per land) representatief moest zijn voor de bevolking in hun land in drie opzichten: leeftijd, gender en opleidingsniveau,” zo vertelt Van der Hoeven aan Scientias.nl. Al snel bleek dat er wel een paar foto’s zijn die het overgrote deel van de respondenten (meer dan 2/3) herkende. Namelijk de foto van de maanlanding, het portret van Che Guevara en de foto van het vliegtuig dat de zuidtoren van het World Trade Center op 11 september 2001 raakt. Daarnaast wijst Van der Hoeven nog eens drie andere foto’s aan die door zeker de helft van de respondenten werd herkend: het hijsen van de Amerikaanse vlag op Iwo Jima, de Tank Man op het Tiananmen-plein en het zogenoemde napalmmeisje tijdens de Vietnamoorlog.

Een iconische foto van Che Guevara. Afbeelding: Alberto Korda (via Wikimedia Commons).
Verschillen
Je zou kunnen zeggen dat deze zes foto’s onderdeel uitmaken van een collectief mondiaal visueel geheugen. De meeste mensen zullen deze foto’s – ongeacht het land of werelddeel waarin ze wonen – wel herkennen. Maar er zijn ook foto’s die eigenlijk alleen binnen bepaalde landsgrenzen een belletje doen rinkelen, zo ontdekte Van der Hoeven. “Verschillen tussen landen blijken in mijn onderzoek groter te zijn dan verschillen tussen verschillende regio’s van de wereld (bijvoorbeeld het mondiale zuiden versus het mondiale noorden). Sommige foto’s hadden hoge herkenning in één land en weinig in andere.” Als voorbeeld haalt hij een foto aan waarop te zien is dat Gandhi aan zijn spinnewiel zit. Het onderzoek onder de respondenten suggereert dat een groot deel van de Indiase bevolking dit beeld kent, terwijl het buiten de landsgrenzen vrij onbekend is. “Maar over het algemeen waren de verschillen minder groot dan de overeenkomsten,” concludeert Van der Hoeven.

Interpretatie
De onderzoeker ging niet alleen na of mensen bepaalde foto’s herkenden. Hij onderzocht ook hoe ze de foto’s interpreteerden. We vroegen hem wat hem daarbij opviel. “Foto’s van historische gebeurtenissen lijken betekenis te hebben voor vrijwel iedereen. Er waren maar heel weinig mensen die geen enkele foto belangrijk vonden en geen enkele centrale boodschap lazen in de foto’s die ik ze voorlegde. Ook opvallend vond ik dat in alle landen bepaalde manieren van kijken naar foto’s bestaan en dat die veel minder eenduidig zijn dan in bestaande literatuur wordt aangenomen.”

Vijf manieren van interpreteren
Van der Hoeven onderscheidt op basis van zijn onderzoek vijf manieren waarop mensen wereldwijd foto’s interpreteren. De eerste duidt hij aan als ‘documentair’. In dat geval zit de centrale boodschap in de informatie die de foto verschaft over historische feiten en omstandigheden. Daarnaast kan een foto ook geïnterpreteerd worden als een praktische richtlijn, in dat geval biedt deze handvatten voor hoe te handelen in het heden. Ook kan een foto een emotioneel appèl zijn: de centrale boodschap ligt dan in de emoties van mensen die op de foto staan. Die emoties doen een beroep op degene die de foto bekijkt. Daarnaast kan een foto geïnterpreteerd worden als een moreel oordeel: de foto ‘oordeelt’ over bepaalde groepen mensen (naties of machthebbers, bijvoorbeeld) of over hun gedragingen of over de mensheid in het algemeen. Ook kan een foto categorisch zijn: dat betekent dat deze representatief is voor bepaalde ideeën, omstandigheden of praktijken (bijvoorbeeld honger of terrorisme). Al deze manieren van interpretatie trof Van der Hoeven aan onder de respondenten. “Er is niet één manier van interpretatie die typisch is voor een land, een regio, of een categorie van landen,” zo stelt hij.

Ondanks de verschillende interpretaties hebben iconische foto’s één ding gemeen. “Ik denk dat het heel sterke middelen zijn om herinnering aan historische gebeurtenissen op te roepen, met alle mogelijkheden en risico’s vandien,” stelt Van der Hoeven. Want soms kan een foto – onbedoeld – een eigen leven gaan leiden. Het kiekje van Che Guevara is daar een mooi voorbeeld van. “Het is een uitsnede van een grotere foto, waarin Che luistert naar een toespraak van Fidel Castro,” aldus Van der Hoeven. En gaandeweg is de foto uitgegroeid tot een communistisch en later ook antiautoritair symbool. “Én, doordat het een rechtenvrij beeld is, is het een afbeelding waarvan de commerciële waarde in de westerse wereld flink benut is.” Zo treffen we het kiekje tot op de dag van vandaag op allerhande gebruiksvoorwerpen – van shirts tot koffiebekers – aan. “Zo’n klein moment heeft een enorme historische lading gekregen, en een ontstellend groot bereik.” En dan kan er een vreemde wisselwerking ontstaan tussen foto en geschiedenis. “De foto kan zelf ook gebeurtenissen in gang zetten en zo zelf geschiedenis gaan maken.”

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd