Een kijkje in het drukke leven van de paddenstoel

paddenstoel

Paddenstoelen, ze zijn zoveel meer dan het toonbeeld van de herfst: vuilnismannen, teamspelers en onderdeel van het Wood Wide Web.

Wie één dezer dagen een bezoekje brengt aan het bos, ontkomt er niet aan: paddenstoelen. Je ziet ze in alle vormen en maten; groot, klein, onopvallend bruin of juist felgekleurd, fier alleenstaand of met grote groepen bij elkaar. Naast de prachtige kleuren van de boomkruinen vinden veel mensen paddenstoelen het toonbeeld van de herfst. Niet alleen hun grote diversiteit aan verschijningsvormen spreken tot de verbeelding, er hangt ook iets mystieks om hun verschijning. Vroeger werden ze geassocieerd met duistere zaken als heksen die bij volle maan hysterisch om de heksenkring dansten, tovenaars die ze gebruikten voor hun alchemistische dranken en de aanwezigheid van de duivel die ’s nachts in het bos de kiemen kwam leggen voor heel veel onheil. En hoewel tegenwoordig niemand meer opkijkt van halfnaakte vrouwen die ’s nachts door het bos dansen (dat zal wel weer een of ander retro hippiefestival zijn, of een nieuwe vorm van mindful je bewustzijn vieren) en de chemisch werkzame stoffen van veel paddenstoelen bekend zijn (en soms gebruikt worden tijdens eerder genoemde festivals voor een ongekend psychedelische danservaring of het mindful schoonmaken van de ziel), vind ik dat geheimzinnige sfeertje rondom paddenstoelen wel wat hebben. Bovendien gaat er in de grond onder de paddenstoelen een wereld schuil, waarvan we nog lang niet alles weten.

Een groepje paddenstoelen in het bos.
Een groepje paddenstoelen in het bos.

Schimmels
Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen van schimmels. Ze bevatten de voortplantingscellen van de schimmel (de sporen) en de paddenstoel is vooral bedoeld om deze sporen zo efficiënt mogelijk te verspreiden. De schimmel zelf bestaat grotendeels uit een wirwar aan schimmeldraden (het mycelium) , dat zich in de grond bevindt. Het ziet er weinig verheffend uit, zo’n mycelium. Toch kan het enorme proporties aannemen. Het grootste bekende mycelium dat bestaat uit de draden van een enkele schimmel, omspant een oppervlakte van 9.7 km2 en is naar schatting zo’n 2000 jaar oud. Best indrukwekkend voor een zootje witte draden, die door het uitscheiden van enzymen biologische stoffen afbreken en de afbraakproducten opnemen als voedingsstof. Veel schimmels functioneren zo als de vuilnismannen van onze wereld. Zonder schimmels zouden bladeren, dode bomen, hondendrollen en dierenlijken zich opstapelen en zouden we ons dagelijks door een dikke laag afval moeten werken.

“Zonder schimmels zouden bladeren, dode bomen, hondendrollen en dierenlijken zich opstapelen en zouden we ons dagelijks door een dikke laag afval moeten werken”

Samenwerken
Naast deze nuttige opruimfunctie, zijn er ook veel schimmelsoorten die samenwerken met andere levende wezens. Zo zijn er mieren die in hun mierenhopen een geavanceerd tuindersbedrijf runnen. Diep in het kloppende hart van de hoop groeien schimmels, die worden gevoed met deels kapotgekauwde blaadjes die door de mieren van buitenaf worden aangevoerd. De schimmels produceren op hun beurt zeer voedselrijke structuren aan het uiteinde van hun schimmeldraden. Met de stoffen uit deze structuren worden de mierenlarven gevoed, en ook de volwassen mieren schuiven aan om te eten van de schimmelstructuren. Er zijn ook insecten die een meer intieme samenwerking met schimmels kennen. Verschillende soorten vlinders, kevers en vliegen hebben een speciaal orgaan in hun lijf, waarin ze een schimmel met zich meedragen. De schimmel helpt hen met het verteren van plantaardig voedsel, maakt gifstoffen uit planten onschadelijk of maakt voor het insect onmisbare vitaminen aan. Deze samenwerking is vergelijkbaar met die van darmbacteriën bij de mens.

Paddenstoelen zijn er in alle soorten en maten. Groot, klein, dik, dun, felgekleurd of juist heel onopvallend.
Paddenstoelen zijn er in alle soorten en maten. Groot, klein, dik, dun, felgekleurd of juist heel onopvallend.
En andere liefdevolle relaties
Naast samenwerking met dieren onderhouden veel schimmels ook liefdevolle relaties met planten. Het bekendste voorbeeld zijn misschien wel de korstmossen, samenwerkingsstructuren tussen algen (eencellige planten) en schimmels. Waar de alg via fotosynthese zorgt voor de aanmaak van suikers en andere organische stoffen, zorgt de schimmel ervoor dat de alg niet uitdroogt, beschermd wordt tegen zonlicht en makkelijker mineralen kan opnemen. Het resultaat is een taai organisme dat bijna overal kan groeien, en wat vaak te zien is als pionier op kale rotsblokken, betonnen muren of ander onherbergzaam gebied waar niets anders kan groeien. Meer respect dus voor die op platgetrapte kauwgom lijkende plakken die u op straatstenen en dakpannen kunt aantreffen; het is een strak georganiseerd en succesvolle samenlevingsvorm van twee volledig verschillende wezens. Alg en schimmel zijn hierbij afhankelijk van elkaar; in zijn eentje overleeft zowel alg als schimmel niet.

Bomen
Terug naar het bos, waar men struikelt over schattige elfenbankjes, melancholisch knielt bij een vliegenzwam en zich kokhalzend bewust wordt van de aanwezigheid van stinkzwammen met hun typische geur. Want volgens sommige onderzoekers is daar in het bos, net onder de oppervlakte iets geheimzinnigs gaande. Het is al meer dan een eeuw bekend dat mycelia van schimmels onder de grond de samenwerking zoeken met bomen. Zo’n 90 procent van alle bomen in een bos heeft wortels die zijn vergroeid met schimmeldraden. De wortels van deze bomen missen de gespecialiseerde wortelharen, die normaliter zorgen voor de opname van water met voedingsstoffen uit de bodem. Deze functie wordt in zijn geheel overgenomen door de schimmels, in ruil voor suikers die de boom door fotosynthese heeft geproduceerd. Deze samenwerking wordt ook mycorrhiza genoemd, en blijkt de boom veel voordeel op te leveren. Bomen met mycorrhiza groeien beter en lijken minder gevoelig voor ziekten dan bomen die het zonder deze hulp moeten doen.

Netwerken in het bos: de paddenstoel is er maar druk mee.
Netwerken in het bos: de paddenstoel is er maar druk mee.

Het Wood Wide Web
Maar er is meer. De grote mycelium-netwerken worden niet alleen gebruikt voor de opname en het transport van water met voedingsstoffen van schimmel naar boom en vice versa, maar blijken een snelweg van informatie en communicatie tussen bomen onderling. Een soort internet voor de plantenwereld: het Wood Wide Web. Over de snelwegen van dit web worden voedingsstoffen uitgewisseld zoals koolstof, stikstof en fosfor. Jonge boompjes, die in de schaduw van hun grote familieleden staan, zouden het vaak niet kunnen redden omdat ze onvoldoende licht kunnen opvangen. Via de mycelia waarmee ze verbonden zijn met de grote bomen, ontvangen de jonkies de benodigde voedingsstoffen en daarmee worden hun overlevingskansen reëel. Daarbij wordt overigens geen onderscheid gemaakt tussen familieleden of volkomen vreemden; het uitwisselen van voedingsstoffen wordt ook gezien bij bomen van verschillende soorten, zoals een berk en een douglas spar.

Sommige paddenstoelen groeien op een boom.
Sommige paddenstoelen groeien op een boom.
Afweer
Het web blijkt ook van belang bij de afweer tegen ziekmakende organismen of vraat. Planten die worden aangetast door een pathogeen, of worden aangevreten door insecten, laten signaalstoffen vrij voor planten in de buurt. Deze signaalstoffen kunnen via de lucht worden verspreid, maar worden ook getransporteerd door netwerken van verbindende mycelia. Door het versturen van informatie van plant naar plant door het Wood Wide Web worden soortgenoten en ook andere planten die aangesloten zijn, gewaarschuwd voor naderend onheil. Zo kunnen ze voorzorgsmaatregelen nemen in de vorm van de productie van extra gifstoffen, eiwitten die een plant vies laten smaken of stoffen waardoor bacteriën minder goed de plant kunnen binnendringen. Door de grote afmetingen van het schimmelnetwerk kunnen planten op grote afstand worden gewaarschuwd, waardoor ze tijdig de wapens op kunnen nemen tegen de gezamenlijke vijand.

Hoewel er nog weinig wetenschappelijk onderzoek is gedaan aan het wood wide web, ben ik gefascineerd door de aanwezigheid van de communicatielijnen tussen de organismen die het bos vormen. Misschien lijken onze gewone, ordinaire naald- en loofbossen wel stiekem op de mystieke wereld zoals die geschetst werd in de film Avatar. Daar waar je kunt inpluggen om deel uit te maken van het netwerk, wat je beschermt tegen vijanden van buitenaf. Daar waar Darwin’s survival of the fittest niet geldt voor de individuen van het bos, maar alleen voor het grotere geheel. Waar de groten zorgen voor de kleinere en zwakkere en samenwerking regel is, in plaats van uitzondering. Oké, misschien draaf ik een beetje door, maar ik begin steeds meer begrip te krijgen voor de hippies, heksen en boomknuffelaars die bij volle maan door het bos dansen, bomen vereren of zich één willen voelen met het woud. Sterker nog, ik ga erheen. Nu. Even met mijn gezicht in de bosgrond liggen, kijken of ik verbinding kan krijgen.

Noor Fiers is docent biologie en NLT op een middelbare school in Brabant. Ze is gek op sciencefiction, spannende boeken en boeken over wetenschap. Ze raakt niet uitgepraat over biologie en onderwijs en twittert daar ook graag over. Naast elektronisch gekwetter is ze graag buiten om naar de tweets van echte vogels te luisteren en te genieten van de wondermooie wereld om ons heen.

Bronmateriaal

-

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd