Fetisj: hoe (on)gezond en gevaarlijk is het?

Heeft iedereen een fetisj? En is een fetisj gevaarlijk voor je partner, kinderen of collega’s? Moeten we iemand met een fetisj in het hokje ‘abnormaal’ stoppen? Tijd om met een wetenschappelijke blik in te zoomen op dit onderwerp.

Definiëring
Een algemene definitie van fetisj is: “iets geniet een sterke toewijding”. Hoewel het voorwerp niet per definitie seksueel gericht hoeft te zijn, wordt een fetisj vaak in het daglicht van seksuele belangstelling of ervaring genoemd. Er zijn tevens definities vanuit onder andere een antropologische en sociologische invalshoek. Er wordt over een seksuele fetisj gesproken als de belangstelling gericht is op de “niet-standaard” aandachtspunten, zoals niet-levende voorwerpen: handen, voeten en lichaamsdelen anders dan de borsten of penis. Fetisjisme valt onder parafilie, de naam van de hoofdcategorie omtrent seksuele gedragingen of fantasieën die als afwijkend dan de heersende norm wordt beschouwd.

Voorkeur of fetisj?
Of iedereen een fetisj heeft? “Zeker niet,” zegt Laura Ledel, een deskundige psychotherapeut op onder andere het gebied van het begeleiden van fetisjisten en SM-ers. “Een vrouw kan bijvoorbeeld 120 paar hooggehakte schoenen in haar kast hebben staan en daar dus een voorliefde voor hebben, maar als zij door het zien, aanraken of dragen van die schoenen niet seksueel opgewonden raakt, spreek je niet van een fetisj.” Dit geeft het verschil weer tussen een voorkeur en fetisj. Iedereen heeft voorkeuren, ook omtrent intimiteit en seksuele handelingen. De definitie van een fetisj hanteert ten minste twee kenmerken:
1. de seksuele belangstelling is gericht op niet-levende voorwerpen.
2. het voorwerp vormt de stimulus voor bevrediging. Zonder dit voorwerp ontbreekt seksuele opwinding (of verloopt deze moeizamer).
Als er een “neiging bestaat tot kiezen van het één boven het ander” zonder seksuele opwinding spreekt men van een voorkeur. In het licht van seksualiteit is er bij een voorkeur geen sprake van het nodig hebben van een voorwerp om seksueel opgewonden te raken in tegenstelling tot een fetisj, waarbij dat wel nodig is.

Fetisj: status quo of hinderlijk?
Fetisjistische fantasieën komen regelmatig voor en kunnen onschuldig van aard zijn. Echter bij significante hinder van het individu of de omgeving krijgt seksueel fetisjisme een Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5) classificatie. Ook is fetisjisme opgenomen in de 10e editie van International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD-10). Seksueel fetisjisme wordt bij hinder gezien als een psychische aandoening. Hoewel fetisjistische fantasieën regelmatig voorkomen en (on)bewust een stimulans zijn voor de seksuele opwinding, zijn er criteria opgesteld voor vormen van fetisjisme die gepaard gaan met hinder.

Een bekende fetisj is de voetenfetisj.
Een bekende fetisj is de voetenfetisj.
Deze criteria zijn (geparafraseerd):
A. Gedurende een periode van 6 maanden dient het individu seksuele behoeftes te richten op niet-genitale lichaamsdelen of op niet-levende voorwerpen en stimuli. De persoon heeft gehandeld naar deze voorwerpen of stimuli (hij/zij gebruikt het voor seksuele bevrediging).
B. De fantasieën, behoeften of gedragingen zorgen voor onrust of een beperking in dagelijks functioneren.
C. Het voorwerp waar de fetisj op gericht is, is geen onderdeel van travestie noch is het apparaat voor zelfbevrediging.

De fetisj kan verder gespecificeerd worden met het voorwerp of de stimulus waar de aandacht op gericht is en welke andere handelingen en situaties ermee gepaard gaan. Het toekennen van een label aan een fetisj als zijnde pathologisch (psychische aandoening) heeft mogelijk psychische schade tot gevolg. Het kan zorgen voor negatieve gevolgen voor het welzijn van een individu.

Voeten, latex…
Er zijn verschillende objecten waar de fetisj op gericht kan zijn, zoals voeten, latex en ondergoed. Algemeen gezegd komen fetisjen gericht op het menselijk lichaam, bijvoorbeeld voeten, of voorwerpen dicht bij het menselijk lichaam, zoals kleding, het meeste voor. Ook voorwerpen uit het dagelijkse leven kunnen behoren tot een fetisj. Minder voorkomende voorwerpen voor een fetisj zijn luiers, gehoortoestellen en pacemakers.

Of bondage?
Er heerst een algemene mening dat BSDM (acroniem voor Bondage, Discipline, Sadisme en Masochisme) valt onder het pathologische label van een seksuele fetisj. BDSM wordt gekenmerkt door gedragingen gerelateerd aan een symbolisch machtsverschil waarbij het geven of ontvangen van fysieke en/of psychologische stimulatie centraal staat. Ook behelst BDSM per definitie niet-alledaagse fantasieën. Er is, in dit geval, sprake van wederzijdse toestemming in tegenstelling tot aanranding.

Ook bondage is een fetisj.
Ook bondage is een fetisj.

Zoals eerder vermeld komen fetisjistische fantasieën met enige regelmaat voor, ook zonder pathologische grondslag. De prevalentie van deze fetisjen is moeilijk te bepalen. Dit kan onder andere worden veroorzaakt door het onderdrukken van de fetisj door schaamte of omdat de persoon in kwestie er zich niet van bewust is. De mate van deze gevoelens zijn veelal afhankelijk van de soort fetisj. Ledel: “Iemand die een fetisj heeft voor een materiaal als zijde of bijvoorbeeld lang haar, zal zich daar niet zo snel voor schamen, terwijl iemand die een fetisj heeft voor bijvoorbeeld (het dragen van) luiers zich daar over het algemeen wel voor schaamt.” Bij vermoeden van een fetisj bij je partner adviseert zij het bespreekbaar te maken door ernaar te vragen, omdat hij of zij dan aanleiding heeft gegeven tot dat vermoeden.

(On)gevaarlijk.
“Op zich is een fetisj ongevaarlijk,” zegt Ledel. “Afhankelijk van het soort fetisj is het voor de omgeving of de persoon zelf niet altijd even acceptabel.” Zo kan het beoefenen van sommige vormen van SM gevaarlijk zijn als men niet weet hoe risico’s vermeden moeten worden. Ledel legt uit dat het afhankelijk is van de voorwerpen waarmee gewerkt wordt: “Wanneer men zich bijvoorbeeld begeeft in bondage is het verstandig om bondagetechnieken te leren. Wanneer men speelt met zwepen is het goed om te weten waar je wel en waar je niet moet slaan en wat de impact is van zwepen op het lichaam. Wanneer naalden of messen worden gebruikt moet je ook het een en ander weten over technieken en het in acht nemen van hygiënische maatregelen.” Er zijn talrijke workshops om de fijne kneepjes te leren en zo de risico’s te vermijden. Volgens Ledel gebeuren er zeer zelden ongelukken ten gevolge van het beoefenen van BDSM. Zij vergelijkt het met het beoefenen van een sport, waarbij veelvuldig blessures voorkomen en artsen en specialisten regelmatig geraadpleegd worden.

Een fetisj en persoonlijkheid
Onderzoek van Wismeijer en collega’s naar persoonlijkheidskenmerken en BDSM liet zien dat beoefenaars van BDSM gemiddeld meer open stonden voor nieuwe ervaringen en minder gevoelig waren voor afwijzingen. De rol die tijdens BDSM naar voren komt, bijvoorbeeld als onderdanige, weerspiegelden geen verminderde geestelijke gezondheid. De onderzoekers concludeerden dat BDSM, als seksuele fetisj, een activiteit is om te ontspannen en niet een uiting is van pathologische processen.

Het brein achter een fetisj
Masuda en collega’s concludeerden dat het hebben van een ondergoedfetisj vermoedelijk verband hield met een verminderde bloedstroom in de temporaal-occipitale kwab. Met deze kwab worden de temporale en achterhoofdskwab bedoeld. De temporale kwab ligt ruwweg boven het oor en strekt zich uit naar de achterzijde van het hoofd. De occipitale kwab ligt op het achterhoofd. Hoewel dit onderzoek slechts één casus betrof zijn er meer bewijzen voor de betrokkenheid van de temporale kwabben bij seksuele voorkeuren. Bij een andere casus, onderzocht door Coskun en Mukaddes, bleek een 13-jarige jongen baat te hebben bij inname van een antidepressivum. Zijn seksuele behoeftes verminderden drastisch. Wederom is meer onderzoek nodig om de relatie tussen het patroon van hersenactiviteit en fetisjisme te ontrafelen. Voornamelijk de rol van de temporale kwabben behoort tot de focus van toekomstig onderzoek evenals culturele verschillen.

Maar hoe “abnormaal” is het eigenlijk?
De vraag of een fetisj “abnormaal” is hangt af van de denkkaders van een individu. De heersende norm is dat het “abnormaal” is. Of iedereen een fetisj heeft? “Zeker niet,” zegt Ledel. Echter is een seksuele fetisj, indien er geen sprake van hinder is, voor sommige mensen een manier om te ontspannen. Zo kan de beleving van BDSM, naast een lichamelijk of seksueel spel, volgens Ledel ook een spirituele ervaring zijn.

Bronmateriaal

Interview met Laura Ledel van Prinsenlandpraktijk (www.lauraledel.nl).
Antropologische fetisjisme. Verkregen via https://api-healthline.net/2012/11/fetishizm-and-its- anthropological-meaning.html op 26 April 2015
Cokun, M., & Mukaddes, N .M. (2008). Case report: Mirtazapine treatment in a subject with autistic disorder and fetishism. Journal of Child and Adolescent Psychopharmacology, 18(2), 206-209.
Fetish. Verkregen via https://www.vocabulary.com/dictionary/fetish op 26 April 2015.
The ICD-10 paraphilia diagnoses. Verkregen via https://www.revisef65.org/ICD10.html op 26 April 2015.
Fetishistic disorder DSM-5 302.81 (F65.0). Verkregen via https://www.theravive.com/therapedia/Fetishistic-Disorder-DSM--5-302.81-%28F65.0%29 verkregen op 26 April 2015.
Head injury and sexuality: A literature review. Verkregen via https://www.medlit.net/Head-inj.htm op 27 April 2015.
Scorolli, C., Ghirlanda, S., Enquist, M., Zattoni, S., & Jannini, E. A. (2007). Relative prevalence of different fetishes. International Journal of Impotence Research, 19, 432-437.
Voorkeur. Verkregen via https://nl.wiktionary.org/wiki/voorkeur op 26 April 2015.
Walt, H. van der. (2014). Practitioner psychologists' understanding of bondage/discipline, dominance/submission, sadomasochism (BDSM): shared or separate from those who practice it? (Proefschrift). Canterbury Christ Church University, verkregen via https://create.canterbury.ac.uk/13033/.
Wismeijer, A. A. J., & Assen, M. A. L. M. van. (2013). Psychological characteristics of BDSM practitioners. Journal of Sexual Medicine, 10, 1943-1952.

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd