Geen bewijs dat EPO tot betere prestaties leidt

Heel wat wielrenners hebben het gebruikt, maar of het ook echt geholpen heeft? Een systematische analyse van bestaand onderzoek wijst erop dat er geen enkel wetenschappelijk bewijs is dat EPO prestatiebevorderend werkt. Bewijs dat het schadelijk is, is er dan weer wel.

Dat schrijft onderzoeker Adam Cohen van het Leids Universitair Medisch Centrum in het blad The British Journal of Clinical Pharmacology. Zijn studie is actueler dan ooit: onlangs stelde de Amerikaanse organisatie die het gebruik van doping bestrijdt nog dat topwielrenner en zevenvoudig winnaar van de Tour, Lance Armstrong EPO gebruikt heeft.

EPO
EPO is een afkorting voor erythropoietin. Het is een hormoon dat de aanmaak van bloedcellen stimuleert, vandaar dat het bijvoorbeeld ook terug te vinden is in medicijnen tegen bloedarmoede.

WIST U DAT…

…groene thee het gebruik van doping kan verhullen?

Prestatiebevorderend
De meesten van ons kennen EPO echter ergens anders van: het wielrennen. Sommige topwielrenners gebruiken EPO, omdat ze denken dat ze daardoor beter zullen presteren. Maar is dat wel zo? Cohen en zijn collega’s analyseerden verschillende onderzoeken naar de effecten van EPO en moeten concluderen dat er geen overtuigend bewijs is dat EPO prestatiebevorderend werkt. “Sporters en hun medische staf kunnen dan wel denken dat EPO prestatiebevorderend werkt. Maar er is geen bewijs uit onderzoek dat EPO inderdaad de prestatie in topwielrennen bevordert.”

Schadelijk
Wel vond Cohen overtuigend bewijs dat EPO schadelijk is. EPO zorgt ervoor dat het bloed dikker wordt en dat vergroot de kans op klontering van het bloed. Zulke klontjes kunnen ervoor zorgen dat bloed niet meer naar bepaalde weefsels kan stromen, waardoor deze zonder zuurstof komen te zitten en afsterven. Dat kan uiteindelijk leiden tot beschadigde organen.

Diverse organisaties doen er op dit moment alles aan om het gebruik van doping – waaronder ook EPO valt – tegen te gaan. Maar het is lastig. “Hoewel doping in de sport verboden is, is de druk om te winnen zo groot dat sommige sporters tot alles bereid lijken om de concurrentie te verslaan,” merkt Cohen op. Hij hoopt dat dit onderzoek sporters tot de orde kan roepen. “Als sporters en hun coaches ontdekken dat het voordeel niet bewezen is, maar een duidelijk risico op schade wel, hoop ik dat zij dopinggebruik heroverwegen. Voorlichting werkt waar afdwingen heeft gefaald.” En als het aan Cohen ligt, beperken onderzoekers zich daarbij niet tot EPO. “Ik geloof dat er duidelijk behoefte is aan gedegen wetenschappelijk onderzoek om de effecten van doping in de sport te onderzoeken. Als veel middelen ineffectief blijken, zal dat gunstig zijn voor de veiligheid van onze sporters; het vertrouwen in hun sportprestaties zal verbeteren.”

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd