Heb je soms – wellicht tot ergernis van de mensen in je omgeving – last van niet te stuiten giechelbuien? Nieuw onderzoek suggereert voorzichtig dat je daar niets aan kunt doen: het zit mogelijk in je genen.
Wetenschappers verzamelden een aantal proefpersonen en lieten ze grappige cartoons en filmpjes zien. Terwijl de proefpersonen de cartoons en filmpjes bekeken, werden hun gezichten gefilmd. Na afloop van het experiment analyseerden de onderzoekers de beelden. Ze waren met name geïnteresseerd in gezichtsuitdrukkingen die erop wezen dat proefpersonen oprecht lol hadden in wat ze zagen (bijvoorbeeld: kraaienpootjes rond de ogen).
Genen
Alle proefpersonen stonden tevens wat speeksel af, zodat de onderzoekers het DNA van de proefpersonen in kaart konden brengen. De onderzoekers waren met name geïnteresseerd in het gen 5-HTTLPR. Uit eerder onderzoek is al gebleken dat mensen met een korte variant van dit gen gevoeliger zijn voor de negatieve en positieve emoties van hun echtgeno(o)t(e).
Completer beeld
Uit dit nieuwe onderzoek blijkt dat mensen met de korte variant van dit gen ook sterker geneigd waren om te lachen om de cartoons en filmpjes. “Ons onderzoek geeft een completer beeld van het emotionele leven van mensen met de korte variant (van dit gen, red.),” stelt onderzoeker Claudia Haase.
Het gen in kwestie is betrokken bij het reguleren van serotonine: een neurotransmitter die onder meer invloed heeft op emoties en stemming. Het lijkt erop dat de korte variant van dit gen de emotionele reactie op zowel positieve als negatieve prikkels versterkt.
