Gooivaardigheid maakte ons tot wie we vandaag de dag zijn

gooien

Een bal gooien of een speer wegwerpen: apen kunnen het slecht, maar wij mensen draaien er onze hand niet voor om. Een nieuw onderzoek laat zien hoe we die vaardigheid ontwikkeld hebben en toont aan dat die vaardigheid een cruciale rol gespeeld heeft in onze evolutie.

“Toen we met dit onderzoek begonnen, waren er in feite twee vragen die we onszelf stelden,” vertelt onderzoeker Neil Roach, verbonden aan de George Washington University. “Eén van deze vragen was waarom mensen zo goed kunnen gooien, terwijl alle andere organismen, waaronder de nauw aan ons verwante chimpansees, dat niet kunnen. De andere vraag was: hoe doen we het? Wat zorgt ervoor dat ons lichaam dit kan en kunnen we de veranderingen (die tot deze vaardigheid geleid hebben, red.) met behulp van fossielen aanwijzen?” De onderzoekers beten zich in die vraagstukken vast. Het resultaat is te lezen in het blad Nature.

Veranderingen
Zo ontdekten de onderzoekers dat een aantal fysieke veranderingen ons mensen in staat stelt om te kunnen gooien. Enkele voorbeelden daarvan: lagere en bredere schouders en een breder middel. Sommige van deze veranderingen traden al vroeg in de evolutie van de mens op. Maar pas toen de Homo erectus ontstond – zo’n twee miljoen jaar geleden – kwamen al deze veranderingen in één soort samen. In diezelfde periode ging de mens ook effectief jagen. Dat wijst erop dat de vaardigheid om objecten met grote snelheid weg te kunnen gooien mensen in staat stelde om aan de top van de voedselketen te komen staan.

Carnivoren
“De mogelijkheid om te gooien was één van de handvol veranderingen die ons in staat stelden om carnivoren te worden en dat leidde later in onze evolutie weer tot een aantal andere veranderingen,” legt onderzoeker Daniel Lieberman uit. “Als we niet goed waren geweest in gooien, rennen en nog een aantal andere dingen, dan zouden we nooit zo’n groot brein en alle cognitieve vaardigheden – waaronder taal – die daarmee samenhangen, ontwikkeld hebben. Als we niet hadden kunnen gooien, zouden we niet zijn wie we vandaag de dag zijn.”

Houten stok
“Recent onderzoek wijst erop dat stenen punten – de oudste speerpunten – ongeveer 500.000 jaar oud zijn,” vervolgt Lieberman. “Maar mensen doden dieren al zeker twee miljoen jaar en eten al 2,6 miljoen jaar dieren. Dat betekent dat mensen gedurende 1,5 miljoen jaar niets dodelijkers hadden dan een houten stok met een punt eraan. Als je daar iets mee wilt doden, dan moet je in staat zijn om hard en accuraat te gooien.”

De onderzoekers baseren hun conclusies op zorgvuldig ontwikkelde modellen, experimenten met onder meer honkballers en een analyse van fossiele resten van oude mensachtigen.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd