Heeft de vrijmetselarij nog toekomst?

Het eeuwenoude genootschap worstelt. Zal het de 21e eeuw overleven?

De vrijmetselarij spreekt tot de verbeelding. Niet in de laatste plaats omdat het misschien wel het oudste genootschap is dat tot diep in de 20e eeuw floreerde. Maar inmiddels zitten we alweer een tijdje in de 21e eeuw en worstelt het genootschap – met name in een land als Nederland – met de moderne tijdgeest en misschien ook wel zichzelf: ledenaantallen van het Grootoosten der Nederlanden (zie kader) lopen terug en de vrijmetselaars krijgen hun boodschap lastig vermarkt. Is dit dan het begin van het einde?

Verschillende ordes
Er zijn wereldwijd verschillende ordes van vrijmetselaren die regelmatig onderling contacten onderhouden. In Nederland zijn er naast het Grootoosten der Nederlanden nog twee andere ordes actief. Deze twee ordes laten zowel mannen als vrouwen toe: de Nederlandse Grootloge der Gemengde Vrijmetselarij (nggv.nl) en Le Droit Humain Federatie Nederland (ledroithumain.nl).

Aanpassingsvermogen
De vrijmetselarij ontstond in de achttiende eeuw in het huidige Groot-Brittannië. “Het was een heel onzekere en onrustige tijd in Schotland en Engeland,” vertelt Jimmy Koppen, historicus aan de Vrije Universiteit van Brussel, expert op het gebied van vrijmetselarij en auteur van het boeiende hoorcollege “Vrijmetselarij. De geschiedenis en toekomst van een besloten genootschap” dat op de site van Home Academy Publishers – net als tal van andere interessante hoorcolleges – in het geheel te beluisteren is. “En temidden van die onrust ontstond dus een nieuw genootschap dat zei: wij gaan het anders doen. We komen met een boodschap van vrede en verdraagzaamheid en gebruiken symbolen en ritualen om onszelf – en uiteindelijk ook de maatschappij – te vervolmaken.” In het achttiende eeuwse Londen moeten ze daar niet van hebben opgekeken. “Er waren heel veel van dit soort genootschappen te vinden. Sommige waren filosofisch van aard, maar er waren ook kunstsalons en politieke denktanks.” Geen van die 18e eeuwse genootschappen bestaat vandaag de dag nog, behalve de vrijmetselarij dan.

Vrijmetselaars dragen tijdens bijeenkomsten speciale kleding. Kenmerkend is het schort en de witte handschoenen. Hier zie je een vrijmetselaar uit de negentiende eeuw. Afbeelding: Roby (via Wikimedia Commons).
De vrijmetselarij spreekt tot de verbeelding. Maar wat is het nu eigenlijk? Het is lastig om het genootschap te beschrijven. Maar de missie die de vrijmetselarij volgens de Orde van Vrijmetselaren in Nederland heeft, schept wel wat duidelijkheid: ‘De vrijmetselarij biedt zoekende mensen in een vertrouwde omgeving een zingevingsmethode die met behulp van rituelen en symbolen leidt tot zelfontplooiing, broederschap en daardoor een betere samenleving’. Vrijmetselaars komen regelmatig in kleine, lokale groepen – ook wel loges genoemd – bijeen en werken daar met behulp van rituelen, symbolen en onderlinge gesprekken over de maatschappij en hun plek daarin, aan een betere versie van zichzelf en de samenleving. Vaak wordt verondersteld dat dat alles in het diepste geheim plaatsvindt, maar niets is minder waar. De vrijmetselarij is geen geheim genootschap. Wel is het zo dat de meeste vrijmetselaars er niet mee te koop lopen dat ze vrijmetselaar zijn. Het is volgens Koppen te wijten aan de misverstanden die de buitenstaanders er als het gaat om de vrijmetselarij op nahouden. Zo duikt de vrijmetselarij bijvoorbeeld op in menig complottheorie en zou het genootschap een bepalende rol hebben gespeeld in de Franse revolutie en liberale beslissingen, zoals het legaliseren van abortus en euthanasie. Absoluut onzin, zo stelt Koppen. “Dergelijke thema’s zijn natuurlijk wel besproken binnen de loges, omdat ze binnen het gedachtegoed van de vrijmetselarij passen, maar de vrijmetselarij is in deze kwesties nooit richtinggevend geweest.”

Dat het genootschap al drie eeuwen stand houdt, getuigt natuurlijk van een zeker aanpassingsvermogen. Want in de afgelopen 300 jaar is er nogal wat in de wereld veranderd. “Het genootschap heeft dan ook continu moeten zoeken naar een evenwicht tussen traditie en actualiteit,” stelt Koppen. En dat leidde als vanzelfsprekend tot veranderingen binnen het genootschap. Zo bleken onder meer de gespreksonderwerpen binnen de loges aan verandering onderhevig. “In de achttiende eeuw werd er bijvoorbeeld nog gepleit voor democratie. Dat is nu gerealiseerd, dus geen onderwerp van gesprek meer.” Maar ook het ledenbestand van de vrijmetselarij veranderde door de tijd heen. “De eerste vrijmetselaars waren heel gewone mensen. Pas later werd het een intellectuele elite.” Je zou kunnen zeggen dat de vrijmetselarij in navolging van allerlei maatschappelijke ontwikkelingen regelmatig op zoek is geweest naar haar plekje in die ‘nieuwe maatschappij’. En dat ging het genootschap lang goed af. “Er is tot in de 20e eeuw altijd sprake geweest van een vrij stabiel ledenbestand dat voornamelijk uit de intellectuele elite bestond.” Maar de laatste decennia is dat – onder meer in Nederland – aan het veranderen. “We zien een verschuiving naar leeftijd,” vertelt Koppen. In andere woorden: de vrijmetselarij vergrijst. En dat is een probleem voor een genootschap dat nadenkt over de wereld en samenleving. “Want als het om de toekomst gaat, zijn het niet de oudere generaties die het moeten gaan doen.”

“In feite moet de vrijmetselarij aan marketing gaan doen”

De uitdagingen
Maar waarom heeft de vrijmetselarij het dan lastig? “Het ontbreekt aan een duidelijke boodschap, een unique selling proposition,” denkt Koppen. “Als ze zeggen: sluit je bij ons aan, want we zijn een 300 jaar oud traditioneel genootschap, dan komt daar geen hond op af.” Het genootschap zal zich dus anders moeten gaan presenteren. “In feite moet de vrijmetselarij aan marketing gaan doen.” En dat is nieuw. “Dat speelde vroeger helemaal niet.” Wat ook niet helpt, is dat de vrijmetselarij in Nederland vrij traditioneel is. “Je mag het niet hebben over politiek en religie en het geloof in de opperbouwmeester van het heelal – een godsbeginsel – speelt een centrale rol.” Ook laat het Grootoosten der Nederlanden geen vrouwen toe. Vanzelfsprekend sluit je daarmee al veel mensen uit. “In België is dat heel anders. “Daar speelt de opperbouwmeester van het heelal een kleinere rol en ligt de nadruk op de maatschappelijke profilering, het vrije denken en zeggen wat je wilt. Dat is natuurlijk veel aantrekkelijker voor een veel grotere groep mensen.” En dat zie je ook terug in de ledenaantallen. “In Nederland zijn er ongeveer 8000 vrijmetselaars, inclusief leden van de gemengde vrijmetselarij. In Vlaanderen zo’n 26.000, inclusief vrouwen.” En waar de ledenaantallen in België langzaam, maar gestaag groeien, kalven ze in Nederland af en stijgt de gemiddelde leeftijd van de vrijmetselaars bovendien sterk. “Het zijn bij het Grootoosten der Nederlanden veel oude mannen.” Bij de gemengde vrijmetselarij ligt de gemiddelde leeftijd eerder rond de 45 jaar.

De Amerikaanse president George Washington was ook vrijmetselaar. Een portret van Gilbert Stuart (via Wikimedia Commons).
Vrouwen en lageropgeleiden
Dat de ledenaantallen met name in Nederland – maar ook in de VS en Duitsland, waar er nauwelijks verschillen zijn tussen de vrijmetselarij en kerkgenootschappen – onder druk staan, is echter niet alleen te herleiden naar de strikte boodschap die slecht vermarkt wordt. Er is nog een andere uitdaging: vrouwen. “Dat is een probleem dat al meer dan een eeuw speelt,” vertelt Koppen. Van oorsprong is de vrijmetselarij een mannengenootschap. En loges worstelen met de vraag of dat zo blijven moet of niet. “Sommige loges in bijvoorbeeld Frankrijk en België houden zich strikt aan de internationale afspraken en staan alleen mannen toe die ook nog eens geloven in een opperbouwmeester. Dan sluit je natuurlijk een groot deel van de bevolking uit.” Dat is deels misschien wel goed te praten. “Je kunt zeggen: ik vergader voor mijn werk al heel vaak met mannen en vrouwen en vind het prettig om één keer in de twee weken alleen met mannen bijeen te komen.” Maar is de missie van de vrijmetselaars gebaat bij zo’n opstelling? “Als je wilt nadenken over de maatschappij, moet je dan geen afspiegeling van de maatschappij zijn?” Het is iets waar de vrijmetselarij mee worstelt en het gaat verder dan het wel of niet toestaan van vrouwen. “Want moet je dan niet nog verder verbreden en ook het idee van een blank genootschap loslaten en ook mensen die niet hoogopgeleid zijn, toelaten?” Koppen heeft daar zelf wel ideeën over. “Kun je alleen over belangrijke zaken zoals de wereld en maatschappij en jouw plek daarin nadenken met gelijkgestemde mannen? Persoonlijk denk ik van niet. Het wordt dan toch preken voor eigen parochie?” In België zijn al heel wat loges over de kwestie gestruikeld. “Het heeft geleid tot ruzies en afsplitsingen.” In Nederland – dat er dus een striktere traditie op nahoudt – zie je dat nauwelijks. “De vrijmetselaars zijn daar veel meer een eenheid, maar gevolg is dan ook wel dat ze een verwaarloosbaar segment van de samenleving zijn.” Koppen haast zich echter op te merken dat dat laatste niet per se een probleem hoeft te zijn. “Moet je als vrijmetselaars invloed uit kunnen oefenen of is het feit dat de vrijmetselarij bestaat met het oog op de zelfontplooiing voldoende? Dat is een terechte vraag.”

“Wat is de identiteit en meerwaarde van een 300-jarig genootschap met alleen maar mannen?”

Kans
De moderne samenleving is dus een uitdaging voor de vrijmetselarij. Maar tegelijkertijd biedt deze ook kansen. “De belangrijkste aantrekkingskracht van de vrijmetselarij is dat je hiermee een rustpunt in je leven creëert,” denkt Koppen. “Eén avond per week of twee weken zit je in een afgesloten kamer, zonder GSM, gewoon te luisteren naar anderen. Even onthaasten en een traditie die al 300 jaar oud is, beleven.”

Een nieuwe vrijmetselaar wordt ingewijd. Afbeelding: Onbekend (via Wikimedia Commons).

Koppen ziet dus uitdagingen, maar ook kansen. En met het oog op het laatste acht hij het weinig aannemelijk dat de vrijmetselarij op korte termijn het onderspit delft. “Ze moeten aan hun imago werken, maar dit is geen eindigend verhaal. In België speelt dit sowieso niet; daar is voor elk wat wils. Er zijn loges voor mannen, vrouwen, atheïsten, mensen die over politiek willen praten, enzovoort. In Nederland is het nu zaak dat de vrijmetselaars een verhaal te vertellen hebben. Wat is de identiteit en meerwaarde van een 300-jarig genootschap met alleen maar mannen? En het antwoord op die vraag moet je vervolgens zien te verkopen.” Het zal niet meevallen. Maar Koppen is dus optimistisch: de vrijmetselarij gaat nog wel een tijdje mee.

Maar wat als hij er nu naast zit? En de vrijmetselarij de 21e eeuw niet overleeft? Is dat dan een groot gemis voor vrijmetselaren en voor ons: individuen in een samenleving die zij proberen te verbeteren? Het is een lastige vraag, zo erkent Koppen. “Voor vrijmetselaars die al twintig of dertig jaar op rij elke twee weken bij elkaar komen, is het natuurlijk bijzonder jammer als de vrijmetselarij verdwijnt. Maar buitenstaanders gaan daar geen punt van maken.” Toch zal de wereld als de vrijmetselarij verdwijnt, wel veranderen, denkt Koppen. “De wereld wordt niet beter of slechter, maar anders. Het is een beetje zoals met het uitsterven van een diersoort. Er is weer een tijdperk voorbij en dat komt ook nooit meer terug.”

Vond je het verhaal van Koppen ook zo interessant?
Neem dan eens een kijkje op de site van Home Academy, daar vind je namelijk nog veel meer boeiende hoorcolleges op het gebied van geschiedenis, natuurwetenschappen, filosofie en meer. En als Scientias.nl-bezoeker ontvang je nu 1 maand gratis lidmaatschap, zonder enige verplichting. Kies bij het lid worden voor de optie Clublid met code en vul daar de volgende code in: SCIENTIAS2019. Vervolgens kun je een maand lang onbeperkt hoorcolleges luisteren, waar en wanneer je wilt. Dat kan met de laptop op schoot, maar bijvoorbeeld ook (offline) op mobiel en tablet met de Home Academy-app. Veel plezier!

Bronmateriaal

Interview met Jimmy Koppen

Afbeelding bovenaan dit artikel: Onbekend (via Wikimedia Commons)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd