Hersenhelften bepalen plaats op een andere manier

Met uw linkeroog ziet u dingen anders dan met uw rechteroog. De linker en rechter hersenhelft bepalen op een andere manier de plaats van een voorwerp. Mensen zijn met het linkerdeel van hun blikveld beter in het vinden van de exacte afstand tot een voorwerp en met het rechterdeel beter in het zien van de verhouding van een voorwerp tot de omgeving.

Dit blijkt uit het onderzoek van neurowetenschapper Ineke van der Ham van de Universiteit Utrecht. Een andere onderzoekster, Anna Oleksiak, voerde een literatuurstudie uit, waaruit blijkt dat het verschil in de plaatsbepaling door de linker en rechter hersenhelft bij apen ontbreekt.

“Deze kennis is eenvoudig toe te passen op bijvoorbeeld het dashboard van een auto. Bij een snelheidsmeter moet je direct de exacte plaats van de wijzer zien, dat gaat beter als deze links op het dashboard zit”, zegt Van der Ham. “De brandstofmeter kan juist weer prima rechts worden geplaatst”. Met name bij een ingewikkeld bedieningspaneel zorgt een juiste indeling voor minder fouten en snellere reacties.

De hamer in plaatje A verschuift van naast de deur naar schuin boven de deur. Die verhouding van het voorwerp tot de omgeving zie je vooral goed in de rechterkant van je zicht.
De hamer in plaatje B blijft na verschuiving naast de deur. De exacte afstand verandert wel, waardoor je dit vooral goed ziet in de linkerkant van je zicht.

Neurobioloog Anna Oleksiak van de Universiteit Utrecht promoveert op 27 oktober ook op een onderzoek naar de ruimtelijke waarneming van de hersens. In een literatuurstudie laat zij zien dat bij apen de linker en rechter hersenhelft juist allebei op dezelfde manier de plaats van een voorwerp bepalen. Oleksiak: “Dit betekent dat tijdens de evolutie van de mens deze taken over de hersenhelften zijn verdeeld. Waarschijnlijk is dit gebeurd tijdens de sterke ontwikkeling van de het taalgebied in de linker hersenhelft.”

Bronmateriaal

Universiteit Utrecht

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd