Het beste idee van 2013

goed idee

Het afgelopen jaar bulkte van de nieuwe, goeie ideeën. Maar wat was nu het allerbeste idee van 2013? Meer dan honderd journalisten, wetenschappers en kunstenaars kregen die vraag voorgelegd. Hun antwoorden zijn verzameld in een gloednieuw boek dat overloopt van inspirerende, innovatieve ideeën en waar ook onze eigen Scientias.nl-redacteur Caroline Kraaijvanger een bijdrage aan leverde.

Halverwege juni mailde uitgever Jos Baijens me met de vraag wat ik nu het beste idee van 2013 vond en of ik dat ‘even’ in 400 woorden vatten kon. En het begon te kriebelen. Want zat tussen al die ideeën die we op Scientias.nl in 2013 onder het voetlicht hadden gebracht dat ene gouden idee dat het mijns inziens verdiende om de titel ‘Het beste idee van 2013’ te dragen? Jawel. En dus vindt u nu, op pagina 76, het idee dat volgens mij die titel verdient.

beste ideeMinder werken
Gelukkig dachten collega-schrijvers er heel anders over en zijn op de overige 314 pagina’s meer dan honderd andere steengoede ideeën te vinden. Rutger Bregman, historicus en schrijver van het geweldige boek ‘De geschiedenis van de vooruitgang‘ vindt minder betaald werken het beste idee van 2013. “De geschiedenis van de vooruitgang nadert zijn einde. Ons probleem is niet dat we het niet goed hebben, maar dat we niet weten hoe het beter moet. (…) De grote motor van de vooruitgang, het kapitalisme en zijn vrijhandel, lijkt te zijn stilgevallen. (…) Meer dan ooit staan we voor de taak de vooruitgang opnieuw uit te vinden. Kwantiteit moet kwaliteit worden; groei moet plaatsmaken voor wezenlijke vooruitgang. Het eerste antwoord luidt: minder betaald werken. Eén van de ‘Founding Fathers‘ van de Verenigde Staten, Benjamin Franklin, dacht 200 jaar geleden al dat vier uur arbeid ooit genoeg zou zijn. De rest van de dag zou dan uit ‘Leisure and Pleasure‘ bestaan (…) De econoom Keynes schreef in 1930 een kort essay waarin hij een 15-urige werkweek in 2030 voorspelde. “In de twintigste eeuw ging het om de groei en herverdeling van welvaart; in de eenentwintigste eeuw gaat het om de groei en herverdeling van tijd. Dat kan een eerste stap zijn in het opnieuw uitvinden van de vooruitgang.” Bregman kiest zijn beste idee van 2013 slim: een werkdag van vier uur, wie vindt dat nu geen goed idee?

Ratten online
Radio- en televisiemaker Rob van Hattum gooit het over een hele ander boeg. Hij vindt de breinen van ratten die eerder dit jaar met behulp van internet met elkaar verbonden werden, een steengoed idee. “Het experiment zou wel eens een doorbraak kunnen zijn naar een wereld waarin mensen hun eigen geheugen, gedachten of dromen kunnen opslaan, waarin ons brein zich plastisch genoeg toont om een nieuwe universele e-breintaal aan te leren die het mogelijk maakt om één of meerdere breinen direct over grote afstanden met elkaar te verbinden en te laten samenwerken. Het klinkt als een hersenspinsel, maar dat was vliegen ooit ook.”

Foto: © OeWF (Katja Zanella-Kux).
Foto: © OeWF (Katja Zanella-Kux).

Kansloos en toch fantastisch
Marieke Baan, persvoorlichter van ESO en onderzoeksschool NOVA identificeert in het boek het slechtste idee van 2013: Mars One. “Het meest idiote idee van dit jaar is het plan voor een Big Brother-achtige tv-show waarin vier mensen op de voet worden gevolgd op hun – enkele! – reis naar Mars (…) Het project Mars One is financieel uitdagend, praktisch vrijwel kansloos, fysiek bijna niet te doen, mentaal riskant en, in mijn ogen, ethisch onverantwoord.” En toch zien duizenden mensen, waaronder 1200 Nederlanders, zo’n enkeltje Mars zitten. “Aerospace-bedrijvan staan bij Mars One in de rij. De Amerikaanse networks brachten het nieuws prominent. Nobelprijswinnaar Gerard ‘t Hooft heeft zich als ambassadeur aan het project verbonden. Een grote tv-producent is mediapartner geworden. En last but not least: Vincent Bijlo solliciteert in zijn nieuwste theatershow naar de functie van huiscabaretier van Mars. Dat kan maar één ding betekenen: het slechtste idee van het jaar is stiekem toch het allerbeste idee van 2013.”

Ushahidi
En zo barst het boek bijna uit zijn voegen van de ideeën. Van ideeën in de ruimte, tot ideeën in de geneeskunde (het genoom is van ons) en ideeën omtrent de samenleving (Ushahidi) tot ideeën op technologisch gebied (twitteren met je trui). Als al die ideeën werkelijkheid worden, lijkt de toekomst er fantastisch uit te zien. Nieuwsgierig? Alle bijdragen zijn online in te zien. Of bestel het boek direct via Bol.com. Want laten we eerlijk zijn: al die nieuwerwetse ideeën lezen natuurlijk het lekkerst weg op één van de betere ideeën uit het verleden: papier!

Vraagt u zich zo op de valreep misschien nog af wat ik nu het beste idee van 2013 vond? Nou, vooruit dan. Hier is ‘ie!

Sinds ik op mezelf woonde, had ik nog nooit een lekke band gehad. Maar onlangs was het zover: mijn achterband stond leeg en mijn handige vader was in geen velden of wegen te bekennen. Ik wist dat ik dit klusje zelf zou moeten klaren. Maar hoe? Gewapend met een doosje bandplakspullen én de iPad toog ik naar de schuur, alwaar ik met behulp van een YouTube-filmpje dat al door 2509 andere bandplak-maagden bekeken was, mijn band plakte. Apetrots was ik. Ik was weer een vaardigheid rijker.

Voor ons mensen is dat heel normaal: we leren elke dag wel iets bij. Dat leervermogen maakt ons flexibel en helpt ons om ondanks veranderingen in onze omgeving en situatie toch goed te blijven functioneren. Het is een vaardigheid waar robots – als ze gevoelens zouden hebben – stikjaloers op zouden zijn. Eén van de belangrijkste redenen waarom het onze stalen vrienden maar niet lukt om deze chaotische wereld te veroveren, is immers hun gebrek aan flexibiliteit. Een robot herhaalt simpelweg het kunstje dat hem geleerd is. Zo kun je een robot leren om een fietsband te plakken. Maar als de robot vervolgens een fiets onder handen moet nemen die net ietsje anders in elkaar steekt, weet hij het niet meer. Kon hij nu maar even op YouTube gluren…

Dankzij Zwitserse en Nederlandse wetenschappers behoort dat laatste nu – min of meer – tot de mogelijkheden. Ze introduceerden dit jaar RoboEarth: internet voor robots. Robots delen online informatie en kunnen zo van elkaar leren. Zo leerden onderzoekers in Zürich bijvoorbeeld aan een robot hoe deze een Ikea-kastje moest openen. De robot deelde deze informatie via RoboEarth, waarop een robot in Eindhoven eenzelfde Ikea-kastje zonder het ooit gezien te hebben en zonder hulp van mensen, direct op de goede manier kon openen. En zo kunnen robots allerlei nuttige informatie (vaardigheden, maar bijvoorbeeld ook plattegronden van gebouwen of steden) met elkaar delen. Door hun kennis te bundelen, hoeven robots wereldwijd niet elke keer opnieuw het wiel uit te vinden, maar kunnen ze profiteren van elkaars ervaringen.

Het resultaat? Flexibele robots die continu leren, steeds beter op allerlei situaties en omgevingen zijn voorbereid en ook steeds autonomer kunnen functioneren. RoboEarth heeft dan ook de potentie om de robotica radicaal te veranderen. Het geeft de robots grip op een wereld die continu verandert en waaraan ze zich zullen moeten aanpassen, willen ze hun stalen kop boven water houden. Internet kan in de toekomst dan ook wel eens onmisbaar worden voor robots. Wat dat betreft zijn het net mensen…

Bronmateriaal

De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door “Caveman Chuck” Coker (cc via Flickr.com).

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd