De twee satellieten scheerden rakelings langs elkaar.
Dat het zomaar mis had kunnen gaan, werd gisteren al duidelijk. Toen liet het bedrijf LeoLabs – dat in kaart brengt wat er in een lage baan om de aarde allemaal te vinden is – weten dat er een gerede kans was dat het vannacht allemaal goed mis zou gaan.
1/ This event continues to be very high risk and will likely stay this way through the time of closest approach. Our system generates new conjunction reports 6-8x per day on this event with new observation data each time. pic.twitter.com/d3tRbcV2P0
— LeoLabs, Inc. (@LeoLabs_Space) October 14, 2020
De twee satellieten – die niet langer in bedrijf zijn – zouden rakelings langs elkaar bewegen. En daarbij was er volgens de inzichten van LeoLabs meer dan 10 procent kans dat het tot een botsing zou komen.
En daarmee waren de twee satellieten reden tot zorg. Want wanneer satellieten botsen, resulteert dat vaak in brokstukken, oftewel nog meer ongecontroleerd rondvliegende objecten die voor meer schade kunnen zorgen. En aangezien de satellieten samen zo’n 2800 kilogram wegen, kon er heel wat puin vrijkomen. Maar het is met een sisser afgelopen, zo laat LeoLabs weten.
No indication of collision. 👍
CZ-4C R/B passed over LeoLabs Kiwi Space Radar 10 minutes after TCA. Our data shows only a single object as we'd hoped, with no signs of debris.
We will follow up in the coming days on Medium with a full in-depth risk assessment of this event!
— LeoLabs, Inc. (@LeoLabs_Space) October 16, 2020
Voor nu kunnen we dus opgelucht ademhalen. Alhoewel..dat is ook niet helemaal waar. Want de kwestie herinnert ons er nog maar weer eens aan hoe druk het in een lage baan om de aarde is. Volgens LeoLabs zijn er in een lage baan om de aarde momenteel zo’n 14.000 objecten te vinden die groter zijn dan 10 centimeter. Slechts 1700 daarvan zijn functionele satellieten. De rest bestaat uit afgedankte satellieten, rakettrappen en ander ruimteafval.
Explosies en botsingen
En juist die dode satellieten vormen een groot gevaar, zo stelde ESA eerder deze week, omdat ze zomaar in botsing kunnen komen met andere (dode) satellieten of spontaan kunnen exploderen. In beide gevallen ontstaat er meer ruimtepuin, waardoor de kans op nieuwe botsingen dus toeneemt. Zo kan er een kettingreactie op gang komen, waarbij elke botsing ruimteafval produceert dat de kans op verdere botsingen vergroot. En uiteindelijk kunnen sommige delen van de ruimte zo vol raken met snel bewegend ruimtepuin, dat deze gebieden feitelijk onbruikbaar worden.
In een lage baan om de aarde treffen we niet alleen satellieten aan, maar ook het internationale ruimtestation. En ook voor dat ruimtestation vormt ruimtepuin een uitdaging. Zo moest het internationale ruimtestation dit jaar al drie keer uitwijken om een ontmoeting met ruimteafval te voorkomen.
The @Space_Station has maneuvered 3 times in 2020 to avoid debris. In the last 2 weeks, there have been 3 high concern potential conjunctions. Debris is getting worse! Time for Congress to provide @CommerceGov with the $15 mil requested by @POTUS for the Office of Space Commerce.
— Jim Bridenstine (@JimBridenstine) September 22, 2020
Niemand is er natuurlijk bij gebaat dat er straks rond de aarde een lastig doordringbare gordel van ruimtepuin te vinden is. En daarom wordt er hard nagedacht over oplossingen. Deels wordt er daarbij een beroep gedaan op de bedrijven die satellieten in een baan om de aarde plaatsen. Zij worden bijvoorbeeld opgeroepen om de satellieten zodra deze overbodig zijn geworden, in de aardatmosfeer te laten verbranden of in een zogenoemde kerkhofbaan te parkeren. Daarnaast wordt er echter ook nagedacht over manieren waarop de bestaande hoeveelheid ruimteafval kan worden teruggebracht. Zo werkt ESA bijvoorbeeld aan ClearSpace-1: een soort vuilniswagen voor in de ruimte, die in 2025 al de eerste gedumpte rakettrap moet ‘vangen’ om vervolgens samen met die rakettrap in de aardatmosfeer te duiken en verbranden.
Deze maand krijgt de aarde er een ‘maantje’ bij: onze planeet vangt het object 2020 SO in. En zeer waarschijnlijk gaat het ook om een brok ruimtepuin, zo vertelde Paul Chodas, directeur van NASA’s Center for Near Earth Object Studies (CNEOS) eerder aan Scientias.nl. “Ik vermoed dat het de bovenste rakettrap is waarmee de Surveyor 2 op 20 september 1966 naar de maan werd gestuurd.”