De Holocaust: hoe ontstond dit vernietigende antwoord op ‘het Joodse vraagstuk’?

Hoe kwam de Holocaust tot stand? Waarom gingen de nazi’s over tot massamoord en lieten ze Hitlers oorspronkelijke oplossing voor het ‘Joodse vraagstuk’ – emigratie – varen?

Jodenhaat is van alle tijden. Al in de middeleeuwen mochten Joden, die toen de voornaamste niet-Christelijke minderheid vormden, bijvoorbeeld niet deelnemen aan gildes en niet alle beroepen uitoefenen. In de negentiende eeuw ontstond een debat over de plaats van Joden in de samenleving. Zij zijn nog steeds een minderheid en in Europa vraagt men zich af welke rechten of status zij moeten hebben: het ‘Joodse vraagstuk’. De nazi’s noemden het Joodse vraagstuk de ‘Endlösung der Judenfrage’ en hun ‘oplossing’ kwam uiteindelijk in de vorm van de Holocaust, de uitroeiing van de Joden in heel Europa. Maar hoe kwam deze ‘oplossing’ tot stand?

Zionisme

Terwijl Europa nadacht welke rechten en status de Joden moesten hebben, ontstond vanaf het einde van de 19e eeuw onder de Joden de stroming van het zionisme. De zionisten streefden, mede als gevolg van een niet gelukte emancipatie in veel landen waaronder Polen, naar een eigen Joodse staat. Emigratie naar zo’n staat was voor hen het doel, om opgang in de algemene bevolking te voorkomen en ook vooral om de eigen taal en cultuur te behouden.

Emigratie als oplossing?
Aan het begin van het Derde Rijk dachten de nazi’s niet aan uitroeiing als ‘de oplossing’ voor het Joodse ‘probleem’. In eerste instantie werd gedacht aan emigratie, maar dit bleek niet haalbaar. Waarom niet? Johannes Houwink ten Cate, historicus en hoogleraar Holocaust- en genocide studies aan de Universiteit van Amsterdam vertelt: “Met name in West-Europa was het zionisme (zie kader) niet erg populair. De Joden hier hadden gelijke rechten en een goed bestaan opgebouwd. Zeker aan het begin van de jaren dertig was de situatie nog helemaal niet zo slecht. Maar in Amsterdam was er ook een straatarm Joods proletariaat. Vele staten weigerden Joodse immigranten op te nemen”.

Palestina
Daar komt nog eens bij dat verhuizen naar Palestina helemaal niet zo eenvoudig was. Om te begrijpen waarom niet, moeten we even terug in de geschiedenis. Naar het einde van de Eerste Wereldoorlog. Men richt dan de Volkenbond – een soort voorloper van de Verenigde Naties – op. De bond moet de samenwerking tussen de deelnemende landen versterken en een herhaling van de Eerste Wereldoorlog voorkomen. Onder toezicht van deze Volkenbond wordt het Ottomaanse Rijk enkele jaren na de Eerste Wereldoorlog ontbonden en in vier mandaatgebieden opgesplitst: Libanon, Syrië, Palestina en Mesopotamië. De eerstgenoemde twee mandaatgebieden worden aan Frankrijk toegewezen. De laatstgenoemde twee mandaatgebieden vallen de Britten ten deel.

Het Britse mandaatgebied. Foto: Wikipedia Commons
Fragment uit de Balfour-verklaring

De Balfour-verklaring werd in de Eerste Wereldoorlog opgesteld en was bedoeld om de zionisten aan de kant van de geallieerden te krijgen. In de verklaring – die in briefvorm is geschreven – staat onder meer het volgende: “Zijne Majesteits Regering staat welwillend tegenover de vestiging in Palestina van een nationaal tehuis voor het Joodse volk, en zal haar beste krachten aanwenden de verwezenlijking van dit doel te bevorderen, waarbij het duidelijk moet zijn dat niets zal worden ondernomen dat de burgerlijke en godsdienstige rechten van niet-Joodse gemeenschappen in Palestina zou kunnen aantasten, of de rechten en de politieke status die Joden genieten in enig ander land.”

Vanaf dat moment valt Palestina dus onder Brits bewind. Dat lijkt goed nieuws voor de zionisten. De Britten hadden immers in 1917 in de Balfour-verklaring (een fragment hieruit lees je hiernaast) al op papier laten zetten dat ze het wel zagen zitten dat Palestina het nieuwe thuis van de Joden zou worden. Maar in de praktijk was een Joodse staat nog heel ver weg. De Britten bleven in hun Balfour-verklaring vaag, benadrukt Houwink ten Cate. “In de brief wordt niet gesproken over wanneer dit ‘tehuis’ zou komen. Het zijn vage woorden, die niets definitiefs beloven.” Dit tehuis zagen veel Joden niet zitten. “Met name de West-Europese Joden maar bij voorbeeld ook de Hongaarse joden zagen immigratie naar Palestina toentertijd niet als een goed idee. Het gebied leek bij lange na niet op het democratische westen. Voor de Oost-Europeanen, die immigratie naar Palestina wel zagen zitten, maakten de Britten immigratie – ondanks de toezegging – moeilijk. Hoewel de Britten deden alsof ze het land bestuurden namens de Volkenbond, was het in werkelijkheid een Britse kolonie. De cohesie tussen de moslims en Joden in het land verliep zonder veel problemen. Niet alle Arabieren waren tegen de aanwezigheid van de Joden en andersom bestonden er dorpen waar Joden in vrede samenleefden met moslims. Nog steeds bestaan gebieden in het huidige Israël waar de samenwerking vreedzaam verloopt, zoals Haifa. De Britten wilden de rust niet verstoren door veel Joden naar Palestina te laten komen. De angst bestond dat de moslims werden gemarginaliseerd en dat er een burgeroorlog zou uitbreken. De Britten waren van het pappen en nathouden, zo bleven zij de baas, zoals ze dat in elke kolonie waren.” Later, wanneer de nazi’s grote delen van Oost-Europa veroveren, krijgen zij er enorme aantallen Joden bij. “Het zijn er dan teveel om allemaal te laten emigreren en Hitler verandert zijn plan.”

De Holocaust
Wanneer de situatie voor Joden in Duitsland na de machtsgreep van Adolf Hitler aan het einde van de jaren dertig verslechtert, is het te laat om nog te emigreren. Maar de Joden “moesten weg”, dat had de Führer besloten. Zo schreef Joseph Goebbels, Rijkskanselier en minister van Volksvoorlichting en Propaganda van nazi-Duitsland, na een gesprek met Hitler in november 1937 in zijn dagboek: “Die Juden müssen aus Deutschland, ja aus ganz Europa heraus.” De nazi’s gaven de Joden de schuld van vele problemen in het land zoals het grote verlies van de Eerste Wereldoorlog en de slechte economie. Hitler gaat in gesprek met Heinrich Himmler, de leider van de SS en Hermann Göring, een militair leider en een vooraanstaand lid van de NSDAP (De Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij). “Emigratie was praktisch gezien niet mogelijk en Hitler gaf zijn vertrouwelingen de opdracht om met een plan te komen. Himmler was de architect, hij bedacht de praktische uitvoering ervan.” In 1941 werden de eerste vernietigingskampen in aanbouw genomen. Op 20 januari 1942, tijdens de Wannseeconferentie, werd de hele Duitse bureaucratie ingelicht over de aanstaande moord op alle Joden. Er waren toen al ruim een miljoen joodse slachtoffers.

Hier zie je Hitler in gesprek met de moefti Mohammed Amin al-Hoesseini. “De moefti Mohammed Amin al-Hoesseini was het echte brein achter de Endlösung,” zo zei premier Bibi Netanyahu van Israël op het 27ste Zionistische Wereldcongres op 20 oktober 2015. Volgens de Israëlische president wilde Hitler enkel de Joden uitwijzen maar werd hij overtuigd door de moefti om ze uit te roeien. Deze woorden heeft hij inmiddels teruggenomen, maar waar komt deze uitspraak vandaan? Al-Hoesseini werd in Palestina in 1921 door de Britten als de grootmoefti, de hoogste wetsgeleerde in de islamitische wetgeving, aangesteld. In 1937 moet hij echter het land ontvluchten omdat hij de aanstichter van de Arabische Opstand op 19 april 1936 zou zijn geweest. Al-Husseini komt terecht in Duitsland waar hij banden krijgt met de nazi’s. Hij deelt de Jodenhaat en wil voorkomen dat meer Joden naar Palestina emigreren. “De nazi’s gaven de moefti de opdracht om moslims voor de Waffen-SS, het eliteleger te rekruteren” vertelt Houwink ten Cate. Al-Husseini werd vooral gebruikt door de nazi’s; “hij had geen enkele macht, dus ook niet om Hitler te beïnvloeden voor wat betreft het Joodse vraagstuk.” Dat de moefti en Hitler contact hadden, daarover bestaat geen twijfel. “Zij hebben elkaar ontmoet in november 1941, maar er bestaat geen verslag van dit gesprek.” In een pas ontdekt telegram van Heinrich Himmler, Reichsfuhrer-SS, aan al-Husseini spreekt de nazi zijn sympathie uit voor “the struggle of freedom-loving arabs, especially those in Palestine battling the Jews”. Al-Husseini wilde de nazi’s laten beloven dat zij geen Joden naar Palestina zouden sturen, “maar beloften deden de nazi’s niet”. Foto: Wikipedia Commons

Vooropgezet plan of een praktische overweging?
Wanneer en waarom de nazi’s precies besloten om alle joden uit te moorden, daar verschillen historici van mening. Er bestaan twee stromingen: het intentionalisme (waarbij men uitgaat van een vooropgezet plan dat gefaseerd werd uitgevoerd) en het functionalisme, (waarbij men accentueert dat er werd geïmproviseerd). Volgens historicus Christopher Browning werd de beslissing in twee etappes genomen: in juli 1941 werd besloten om alle Russische Joden uit te moorden en in oktober van datzelfde jaar werd besloten om datzelfde te doen met alle Joden in Duitsland en beheerst grondgebied. Verreweg de meeste historici zijn het met Browning eens. Historicus Christian Gerlach gaat ervan uit dat dit besluit door Hitler zelf is genomen en officieel bekend werd gemaakt op 12 december 1941 tijdens een toespraak aan de ‘Reichsleiter’ en ‘Gauleiter’ van de NSDAP.

Houwink ten Cate neigt zelf meer naar het functionalisme. “In eerste instantie dacht Hitler aan emigratie. Toen dit onmogelijk bleek te zijn, werd gezocht naar een andere oplossing; in dit geval de uitroeiing van alle Joden. Wanneer de Tweede Wereldoorlog eindigt hebben de nazi’s tussen de vijf en zes miljoen Joden vermoord: nu bekend staand als de Holocaust.

Bronmateriaal

Gesprek met Johannes Houwink ten Cate.

Foto: larahcv / Pixabay

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd