Hond is prima in staat om longkanker op te sporen

Nieuwe experimenten bevestigen dat honden zeer goed in staat zijn om op een betrouwbare manier longkanker te detecteren.

Dat honden kanker kunnen opsporen, is niets nieuws. Wetenschappers experimenteren er volop mee en uit eerdere onderzoeken bleek al dat honden onder meer kunnen ruiken of iemand darmkanker heeft. Maar ook borst- en huidkanker kan door de hond worden vastgesteld. Onderzoeken toonden eerder ook al aan dat honden longkanker konden ruiken. Maar de studies die hiernaar uitgevoerd werden, waren vaak kleinschalig en vroegen om meer onderzoek.

Experiment
Dat is er nu gekomen. Wetenschappers gingen met vier honden aan de slag: twee Duitse herders, een Australische herder en een labrador. Meer dan 200 mensen kregen de opdracht om in een buisje te blazen dat geuren vasthoudt. Een deel van de proefpersonen was gezond. Er waren echter ook proefpersonen die longkanker hadden. En er was een groep mensen met COPD.

Resultaten
De honden roken aan de buisjes en gingen zitten wanneer ze dachten dat iemand kanker had. In 71 procent van de gevallen hadden de dieren het bij het juiste eind. Opvallend genoeg lieten de dieren zich niet van de wijs brengen door de geur van COPD of de geur die mensen die rookten in het buisje achterlieten.

“Onze resultaten bevestigen dat er een stabiele indicator is voor longkanker,” stelt onderzoeker Thorsten Walles. Krijgen honden in de toekomst dan een centrale rol in het ziekenhuis? Waarschijnlijk niet. De onderzoekers willen nu achterhalen wat de honden precies ruiken en uiteindelijk een elektronische neus ontwikkelen die het werk van de honden overneemt en nog betrouwbaarder is. Er wordt reeds gewerkt aan zo’n elektrische neus, maar er is zeker nog ruimte voor verbetering. Door uiteindelijk alle stofjes die honden doen concluderen dat iemand kanker heeft, op te sporen, kan de elektronische neus de hond vervangen. Experimenten waarin honden kanker op moeten sporen, zullen dan ook nog wel geruime tijd plaatsvinden.

Het volledige onderzoek is terug te vinden in het blad European Respiratory Journal.