Internet of Things: alles gaat online

internetofthings

Nu zijn wij mensen nog degenen die uren online doorbrengen, maar binnenkort kunnen voorwerpen wel eens de echte breedbandvreters worden.

Op dit moment beschikken wereldwijd ongeveer anderhalf miljard mensen over een internetverbinding en hun aantal groeit gestaag. Maar de mens moet het afleggen ten opzichte van de vele apparaten die in een rap tempo aan het internet worden gekoppeld. Naar verwachting zijn er over vijf tot tien jaar zo’n 100 miljard apparaten die online gaan. Ook bij u in huis.

Internet of Things
Er wordt al jaren over gesproken: het internet voor objecten oftewel ‘Internet of Things’. En het komt nu echt van de grond. Dat klinkt misschien wat eng, maar al die apparaten en objecten leveren informatie waar wij mensen heel veel aan hebben.

Data
Vrijwel alle objecten en apparaten in huis hebben een functie. Ze dragen bij aan gebeurtenissen en maken in die zin ook dingen mee. Maar hun ‘ervaringen’ en de gegevens die ze zouden kunnen verzamelen bleven altijd in nevelen gehuld, want zoals u wellicht weet zijn de meeste apparaten niet zo spraakzaam. Het ‘Internet of Things’ brengt daar verandering in. Het verbindt individuele apparaten aan het net, maar brengt ze ook met elkaar in contact. En door gebruik te maken van elkaars gegevens kunnen apparaten hele processen in gang gaan zetten.

De regenmeter
Een tikje vaag nog? Tijd voor een voorbeeldje. U heeft een regenmeter. Nu moet u nog naar die regenmeter toe wandelen om te kijken hoeveel water er gevallen is. Vervolgens moet u beslissen of het op basis van die gegevens nodig is om de sproeiers een tijdje aan te zetten. Maar stel nu dat die regenmeter verbonden is met het internet en daar alle gegevens die deze verzamelt, kan publiceren en delen. En stel dat ook uw sproeiers met dit internet verbonden zijn en de gegevens van de regenmeter kunnen ‘lezen’. De sproeiers kunnen dan als de regenmeter te weinig water heeft opgevangen automatisch aangaan. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen. Een wekker die automatisch eerder afgaat als er files staan. Of een medicijndoosje dat een seintje naar de apotheek stuurt als het bijna leeg is. Of hardloopschoenen die uw snelheid registreren en u zo in staat stellen om online met andere mensen hardloopwedstrijden te houden.

Duurzaam

‘Internet of Things’ kan een hele duurzame ontwikkeling zijn. Zo zijn er reeds bedrijven die kijken wat deze vorm van internet voor het milieu kan betekenen. De mogelijkheden zijn eindeloos. Zo ontwikkelde IBM al een systeem dat auto’s en verkeerslichten met elkaar in contact brengt. Verkeerslichten kunnen de motoren van auto’s uitschakelen en starten. Zo wordt een hoop brandstof bespaard en wordt de CO2-uitstoot beperkt.

Zintuigen
Nu stoppen wij nog informatie in computers, maar in de toekomst komt een belangrijk deel van de informatie uit onze omgeving en zelfs uit onze eigen inboedel. Nu voeden we onze computers nog met behulp van ons toetsenbord, maar door deze via het internet te verbinden met objecten, geven we de pc eigenlijk indirecte zintuigen. Dan kan deze ‘voelen’ hoeveel regen er valt, ‘ruiken’ of de baby een schone luier moet, ‘zien’ hoe hard u loopt, enzovoort.

Het is er al
En dat is zeker geen toekomstmuziek. Het ‘Internet of Things’ wordt al druk uitgerold en op sommige plaatsen communiceren objecten al volop met elkaar en de mens. Zo zijn er bijvoorbeeld al hotels die gebruik maken van het ‘Internet of Things’. Een minibar kan zelf bijhouden wat er allemaal uit wordt gehaald en dit direct aan de receptie laten weten. En ook voor thuis wordt er al hard gewerkt aan oplossingen. Bijvoorbeeld een televisie die automatisch het geluid uitschakelt als de telefoon gaat. En zo zijn er nog tal van voorbeelden te noemen van ‘Internet of Things’ in actie. In de toekomst zal dat alleen maar meer worden. Vrijwel alles kan met elkaar in verband gebracht worden, gegevens uitwisselen en conclusies trekken.

Het ‘Internet of Things’ komt eraan. En het heeft maar één doel: ons leven een stukje gemakkelijker maken. Het net en onze inboedel lijken er wel klaar voor. Maar zijn wij er ook al aan toe? Het klinkt allemaal geweldig. En dat de opmars van de ‘things’ niet meer te stoppen is, lijkt een overbodige opmerking. Maar er zijn nog wel wat puntjes van zorg. Hoe zit het bijvoorbeeld met de privacy? En hoe veilig en betrouwbaar is het netwerk? Wanneer we blind afgaan op wat onze computer ons en onze inboedel vertelt dan kan de informatie tenslotte maar beter kloppen… Het zijn wat laatste hobbels op weg naar een comfortabele toekomst waarin zorgen over verlepte bloemen, uitgedroogd gras, lege medicijndoosjes en files hopelijk tot het verleden behoren.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd