Internet: een superbrein in opbouw

De toekomst van het internet kan zomaar eens zéér nauw verweven zijn met de toekomst van onze soort, de mens, zo stelt onze columnist Harry Ansems.

Over de aarde verspreidt zich reeds enige tijd een steeds dichter wordend netwerk, bestaande uit telefoonverbindingen, radio, televisie en internet. Met name de opmars van internet is indrukwekkend. Hierdoor worden menselijke informatiebronnen steeds meer en steeds efficiënter aan elkaar gekoppeld. Informatie uit verleden en heden is nu al in onvoorstelbare hoeveelheden beschikbaar. De totaliteit van die opgeslagen kennis en de gestructureerde interactieve verwerkingsprocessen functioneren in toenemende mate als één gigantisch hersennetwerk.

Tekortkoming van de individuele hersenen
Wij moeten vaststellen dat al meer dan een kwart miljoen jaar een louter fysieke uitbreiding van de individuele menselijke hersenen niet langer aan de orde is. De mogelijkheid om nog meer verbindingen te vormen tussen hersencellen eist eenvoudigweg meer ruimte en een grotere schedelruimte past op gegeven moment niet meer door het geboortekanaal. Een ingrijpende wijziging van ons hersenstelsel kunnen we toch al niet verwachten, omdat grote genetische veranderingen alleen plaatsvinden als groepen langdurig geïsoleerd raken. En dat gebeurt niet meer, omdat bevolkingsgroepen in de hele wereld steeds vaker contact hebben en steeds vaker genen uitwisselen. Het zou zelfs zo kunnen zijn dat de individuele mens geleidelijk aan dommer wordt door minder intellectuele uitdaging en grotere afhankelijkheid van kunstmatige intelligentie. Wat dit betreft stemmen de opvallend hoge kijkcijfers van Nederlandse TV-programma’s met een bedenkelijk laag niveau niet optimistisch. En we weten dat de mensen van enige millennia geleden in aanleg zeker niet dommer waren dan wij. Denk maar eens aan de indrukwekkende individuele prestaties van filosofen en wetenschappers in de Griekse oudheid, die bij hun werk nauwelijks nog gebruik konden maken van externe kennisbronnen.

“Geïsoleerde individuen zijn tot weinig in staat en verliezen zonder kennisuitwisseling gaandeweg ook hun mentale capaciteiten”

Grootse prestaties
Het goede nieuws is dat, ook al worden individuele mensen niet slimmer, het gelukkig wel zo is dat mensen in collectief verband tot grootse prestaties in staat zijn. Menigeen zal toch bij het van nabij aanschouwen van een Jumbojet een gevoel van verbazing niet kunnen onderdrukken. Hoe slaagt men er toch in om een dergelijk toestel te fabriceren, dat met gemak 400 passagiers de lucht in tilt en vervolgens binnen een etmaal de halve wereld overvliegt? Is dit nog wel mensenwerk? De waarheid is natuurlijk dat de Jumbojet niet het werk is van een klein aantal individuen, maar het resultaat is van de gezamenlijke inspanning van ontelbare personen die hieraan direct of indirect hebben bijgedragen. Elk afzonderlijk onderdeel van het vliegtuig maar ook alle verbindende systemen zijn immers in de loop van de tijd – eerst nog in primitieve vorm – stap voor stap bedacht, getest en verbeterd en dat al ver voordat de gebroeders Wright waren begonnen hier enige structuur in aan te brengen. Hetzelfde geldt natuurlijk voor de ontwikkeling van computers en van het internet. Ook deze komen niet zomaar uit de lucht vallen, maar zijn het resultaat van de kennis die is opgebouwd door de sterke communicatieve en coöperatieve eigenschappen van een groot aantal mensen. Geïsoleerde individuen zijn daarentegen tot weinig in staat en verliezen zonder kennisuitwisseling gaandeweg ook hun mentale capaciteiten.

Tal van nieuwe technologieën zijn het resultaat van de kennis die is opgebouwd door de sterke communicatieve en coöperatieve eigenschappen van een groot aantal mensen.
Tal van nieuwe technologieën zijn het resultaat van de kennis die is opgebouwd door de sterke communicatieve en coöperatieve eigenschappen van een groot aantal mensen.

Het micro-brein en het macro-brein
Als we de individuele menselijke hersenen als micro-brein betitelen en een toekomstige internet als het macro-brein, zien we steeds meer overeenkomsten. Beiden maken gebruik van geheugenopslag, ordening van informatie en het doorgeven van informatie via subtiele elektronische impulsen. Beiden functioneren in een combinatie van hardware (de fysieke bestanddelen) en software (de geprogrammeerde informatie). Beiden zijn tot stand gekomen en ontwikkelen zich volgens de wetten van de evolutie. Dit laatste verdient enige uitleg: Vanuit de allerkleinste deeltjes, waaruit de natuur en ook wijzelf zijn opgebouwd, bestaat de inwendige drang om te zoeken naar verbinding en de vorming van nieuwe entiteiten. Entiteiten kunnen worden gezien als verdichtingen van een continu energie- en informatieveld dat door de hele ruimte aanwezig is. De gehele informatie- en bewustzijnsopbouw geschiedt fasegewijs via deze entiteiten die over langere periode min of meer stabiel blijven. De molecuul, de cel en ook de menselijke hersenen zijn voorbeelden van dergelijke entiteiten waarbinnen een efficiëntere, interne communicatie kan plaatsvinden. De interne communicatie waarmee wij als mens het meest vertrouwd zijn, noemen wij het zelfbewustzijn. Wij moeten er echter rekening mee houden dat wij in de nog primitieve vorm van het internet nu ook al deel uitmaken van een groter zich ontwikkelend energie- en informatie uitwisselend veld samen met een groot aantal andere eenheden van zelfbewustzijn, namelijk onze medemensen. Er kan een vergelijking gemaakt worden tussen enerzijds de miljarden hersencellen binnen ons individuele brein en anderzijds de miljarden mensen die in de toekomst zullen functioneren binnen het internet. Een efficiënte samenwerking van miljarden eenheden, kan uiteindelijk tot wonderbaarlijke resultaten leiden. Het beste voorbeeld hiervan is nog steeds ons eigen micro-brein, waarbinnen zich waardevolle eigenschappen als emotie, zelfbewustzijn en empathie hebben ontwikkeld.

Zelforganiserend vermogen
Natuurlijk is de overeenkomst tussen micro-brein en macro-brein nog lang niet volledig. Met name het categoriserende en zelforganiserende vermogen van het menselijk brein is nog superieur aan elk door mensen gemaakt elektronisch systeem ook. Al moeten we wel vaststellen dat er bij internet en daarmee verbonden computers zeker al een begin is gemaakt met efficiëntere zelforganiserende systemen. Er zijn al systemen die alle beschikbare informatie steeds opnieuw op objectieve waarde toetsen en voor de gebruiker rangschikken naar prioriteit en nuttigheid. Hierdoor komen we stap voor stap in een wereld terecht waarin louter subjectief gekleurde informatie niet meer mogelijk is. Zonder dat we het beseffen wordt er al veel voor ons gedacht.

Pierre Teilhard de Chardin in 1955. Afbeelding: via Wikipedia.
Pierre Teilhard de Chardin in 1955. Afbeelding: via Wikipedia.
Op weg naar een collectief hersenstelsel?
Volgens de in 1955 overleden visionaire Franse evolutiewetenschapper Pierre Teilhard de Chardin vindt er op aarde een constante ontwikkeling plaats in de richting van grotere complicatie en mentale verdieping. Zelfs in hetgeen wij doorgaans als dode stof aanduiden, zoals een koolstofatoom, is reeds een – zij het nog primitieve – mentale component aanwezig. En inderdaad heeft de quantumfysica ons geleerd dat zelfs binnen het simpelste atoom een geheel krachtenspel gaande is, waarbij ronddraaiende elektronen zich op één of andere wijze ‘bewust’ lijken te zijn van wat andere elektronen doen. In elk geval kunnen we hier niet spreken van een ‘doodse’ aangelegenheid.
Verderop in de evolutie zien we samenklontering van atomen tot moleculen en de ontwikkeling van bepaalde moleculen tot levende cel. We mogen dan zeker aannemen dat ook binnen afzonderlijke cellen een primitieve vorm van bewustzijn aanwezig is, zich uitend in het reageren op uitwendige prikkels en het inwendige vermogen tot zelforganisatie en replicatie.
Daarna zet de opmars van het bewustzijn zich voort in de meer complexe vormen van de meercelligen, van planten, dieren en tenslotte de mensen. Met het vermogen tot reflexiviteit ofwel zelfbewustzijn – ook al beperkt aanwezig bij andere hoge primaten, zoals de mensaap – heeft de mens voorlopig wel het hoogste mentale niveau bereikt. Deze goed onderbouwde visie staat toch wel in schril contrast met de zienswijze van een aantal hedendaagse hersenonderzoekers, zoals de Nederlander Dick Swaab. Swaab ziet alle mentale eigenschappen van de mens als een puur fysiek verschijnsel, het spontane resultaat van de verbondenheid van miljarden hersencellen. Duidelijk is dat hij zich hierbij slechts richt op de hardware van onze hersenen, het fysieke middel waarmee informatie wordt doorgegeven. Dit kan echter niet over één kam geschoren worden met de software van onze hersenen, de georganiseerde doelgerichte informatie. Deze is allerminst fysiek van aard, zoals de in een boek opgeslagen informatie ook niet fysiek is maar slechts gebruik maakt van het fysieke middel boek. Om het wezen van informatie te begrijpen dient men zich te verdiepen in onderwerpen als bewustwording, betekenis en doelgerichtheid.

“Wij snakken naar verdere geestelijke uitgebreidheid”

Psychisch collectief
In de lijn van Teilhard de Chardin en in aanmerking nemende de beperkte capaciteit van ons individuele hersenstelsel is het aannemelijk dat wij mensen alleen nog maar kunnen evolueren tot een sterk collectief gerichte soort van een hoger psychisch niveau. Dit zou betekenen dat wij dan steeds meer een functionerend onderdeel gaan uitmaken van een ‘internet’ van met elkaar verbonden menselijke hersenstelsels. Dit proces is trouwens al geruime tijd aan de gang. In het verleden ontwikkelde zich bij Homo sapiens door het gebruik van symbolen en van taal een bijzonder soort samenleving. Terwijl de individuele fysieke kracht van de mensen eerder afnam, vormden zij door een sterke communicatie en door een gezamenlijke opbouw van informatie een steeds sterker psychisch collectief. Dat is een doorgaand proces tot in onze tijd. Wij kunnen nu niet langer zonder wereldnieuws en de algemene oordeelsvorming die daarbij hoort. Veel meer dan onze voorouders hebben wij behoefte om alles wat op onze planeet gebeurt mee te beleven. Kortom wij snakken naar verdere geestelijke uitgebreidheid. Maar het betreft hier zeker niet een louter cognitieve uitbreiding.
Door een toenemende prikkeling van onze spiegelneuronen met geavanceerde communicatiemiddelen zullen de individuele hersenstelsels van mensen steeds meer met elkaar integreren. Tevens ontstaat door de aan het internet gekoppelde computers een uitgebreid collectief geheugen, zowel in cognitieve als emotionele zin. Een gemeenschappelijk geheugen maakt een gemeenschappelijke geschiedenis mogelijk en dit leidt tot een gedeelde identiteit. En het is juist een gedeelde identiteit die zorgt voor een nieuw zelfbewustzijn, in dit geval een collectief zelfbewustzijn. Hierbij moeten we niet denken aan de opgelegde collectiviteit van de mislukte communistische systemen, maar eerder aan de innerlijke en tevens gezamenlijke beleving van de op elkaar afgestemde leden van bepaalde groepen, zoals wij dat incidenteel al waarnemen bij de leden van een hecht gezin, de deelnemers van een uitvoerend orkest of bij de gezamenlijke toeschouwers van een favoriete sport.

De evolutie heeft een opbouwend karakter en behoudt alles wat nuttig en waardevol is. Ook bij verdere collectivering van het bewustzijn hoeft dit niet te kort te doen aan waardevolle verworvenheden als innerlijke beleving en zelfgevoel. Wellicht wordt het zelfgevoel juist versterkt door grotere verbondenheid met onze medemensen.

Harry Ansems (1945) studeerde Nederlands recht en rechtsfilosofie aan de Universiteit van Tilburg en werkte als docent rechten aan de Fontys Hogescholen. Zijn grote passie is het integraal bestuderen van de evolutiewetenschap inclusief alle daarbij behorende onderdelen zoals biologie, technologie, psychologie en ethiek. Hij schrijft met enige regelmaat in het kwartaalmagazine Gammadelta van de Stichting Teilhard de Chardin over evolutie en over transhumanisme.
Van zijn hand verschenen twee boeken: Kosmopolis, De denkende planeet (Wat de evolutie ons vertelt over de toekomst van de maatschappij en van de mens) en De transhumane mens (Over een evolutionaire sprong voorwaarts).

Bronmateriaal

Conway Morris, Simon - Life’s solution
Lynch, Gary & Granger, Richard - Big Brain
Swaab, Dick - Wij zijn ons brein
Teilhard de Chardin, Jean Pierre - Le phénomene humaine.

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd