IPCC komt met speciaal klimaatrapport, maar of dat de wereld gaat redden?

Greenpeace noemt het rapport een ‘gamechanger‘. Anderen zijn sceptischer, want: staat er eigenlijk wel iets nieuws in?

In 2015 kwam het er in Parijs dan eindelijk van: tijdens een klimaattop werden landen wereldwijd het eens over een ambitieus klimaatakkoord. De doelstelling? Ernaar streven om de opwarming van de aarde tot 2 graden Celsius te beperken én alles op alles te zetten om de opwarming zelfs onder de 1,5 graad Celsius te houden. Inmiddels zijn we een paar jaar verder. Veel landen zijn op eigen houtje al bezig met verduurzaming, maar op internationaal niveau heeft het Parijse klimaatakkoord nog geen handen en voeten gekregen. Sterker nog: er is eigenlijk helemaal geen consensus over wat er nu moet gebeuren om die ambitieuze klimaatdoelstellingen te halen. En daarom heeft de internationale gemeenschap in 2015 het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) aan het jasje getrokken en gevraagd: welke impact zou het hebben als we de opwarming tot 1,5 graad Celsius beperken én hoe doen we dat? Het IPCC is met die vragen aan de slag gegaan en dat resulteert in “The Special Report on 1,5°C“, kortweg “SR15”, dat komende maandag officieel wordt gepresenteerd.

De weg naar SR15
Wat er precies in het rapport staat, daar mag Kiane de Kleijne, onderzoeker aan de Radboud Universiteit en betrokken bij hoofdstuk 4 van het speciale klimaatrapport, niets over zeggen. Waar ze wel over kan uitweiden, is de manier waarop dit klimaatrapport tot stand is gekomen. En als ze dat doet, wordt wel duidelijk dat men – ondanks dat er relatief weinig tijd was om het rapport te schrijven – niet over één nacht ijs is gegaan. “In augustus 2016 werd de ‘scoping meeting‘ gehouden, waarna in oktober 2016 de hoofdpunten van het rapport werden goedgekeurd tijdens de 44e vergadering van het IPCC. Hierna konden overheden experts nomineren voor de auteursteams, en werden de auteursteams van de vijf hoofdstukken samengesteld. Daarna werd een eerste versie van elk van de hoofdstukken geschreven door de auteursteams. Er zijn meerdere versies en rondes van review overheen gegaan om tot het eindresultaat van het rapport te komen, dat gebaseerd is op in totaal meer dan 6000 artikelen. De eerste versie van het rapport onderging een ‘expert review‘. Dit houdt in dat experts van over de hele wereld zich konden registreren om het rapport van commentaar te voorzien, bijvoorbeeld om extra artikelen aan te dragen. Dit ging per pagina, per regelnummer. Al die commentaren zijn verzameld en naar de auteurs gestuurd. Al deze opmerkingen moeten door de auteurs worden nagegaan en beantwoord, wat de kwaliteit van het rapport erg ten goede komt. Dat is nogal een klus, want voor alleen al die ‘expert review‘, ontving hoofdstuk 4 ongeveer 3000 opmerkingen. Een tweede versie werd geschreven, op basis van nieuwe wetenschappelijke literatuur die in de tussentijd was gepubliceerd, en om de opmerkingen te verwerken. De tweede versie werd daarna uitgestuurd voor ‘government and expert review‘; hierbij hebben zowel experts als overheden van over de hele wereld de kans de hoofdstukken van commentaar te voorzien. In deze ronde kreeg hoofdstuk 4 maar liefst 4400 opmerkingen. Deze werden opnieuw verwerkt, en op basis van alle hoofdstukken in het rapport werd door de auteurs een samenvatting geschreven; de Summary for Policy Makers (SPM).” Over die samenvatting zijn nog twee review-rondes heen gegaan en afgelopen week was het dan de beurt aan de overheden: zij onderhandelden over wat er in de uiteindelijk SPM moest komen te staan. “Het moet wel altijd in lijn zijn met het onderliggende rapport, maar verder kan er nog best iets aan de precieze verwoordingen veranderen,” aldus De Kleijne.

“Alle landen hebben ingestemd met het opstellen van het rapport, dus in dat opzicht moeten ze niet zeuren”

Lastige klus
Hoe die onderhandelingen afgelopen week precies zijn gegaan, weten we niet. “Maar het is geen makkelijk weekje geweest,” denkt professor Bram Bregman, IPCC-delegatieleider namens Nederland, was werkzaam als businessmanager klimaatverandering bij het KNMI, en is thans hoogleraar klimaatwetenschap en beleid bij de Radboud Universiteit. Niet in de laatste plaats omdat het rapport de landen wereldwijd met de neus op de feiten drukt. “Ze hebben allemaal ingestemd met het opstellen van het rapport, dus in dat opzicht moeten ze niet zeuren. Maar het herinnert ze er natuurlijk wel aan dat ze niet voldoen aan de Parijse doelstellingen.” Verder wijst Bregman erop dat er volgens de VN – waar het IPCC onderdeel van uitmaakt – sprake moet zijn van een consensus bij de goedkeuring van het rapport. De betrokken lidstaten moeten het dus eens zijn over wat er in de uiteindelijk samenvatting van het speciale klimaatrapport komt te staan.

WIST JE DAT…

…de CO2-uitstoot tussen 2014 en 2016 stabiel was, maar in 2017 opeens weer toenam? Behoorlijk teleurstellend, aldus onderzoeker Corinne Le Quéré. “We moeten ergens in de komende jaren een piek in onze uitstoot bereiken en de uitstoot snel terugdringen als we klimaatverandering en de impact die deze heeft, willen beperken.”

Wat staat er nu precies in?
Officieel wordt het klimaatrapport komende maandag pas gepresenteerd. Maar in hoofdlijnen weten we al wel wat er in komt te staan. Zo vinden we in het rapport verschillende scenario’s die uitmonden in een situatie waarbij de aarde niet meer dan 1,5 graad Celsius opwarmt. Ook de impact van een dergelijke opwarming komt aan bod. Net als de kosten die gemaakt moeten worden om de opwarming tot 1,5 graad te beperken en de wijze waarop die kosten zich verhouden tot de kosten van de 2 graden-doelstelling. Volgen Greenpeace kan het rapport een gamechanger zijn. Niet in de laatste plaats omdat het IPCC het mogelijk acht om de opwarming daadwerkelijk tot 1,5 graad Celsius te beperken. Iets wat veel wetenschappers eerder niet direct vanzelfsprekend vonden. “Uit het rapport blijkt nu dat het zeker mogelijk is de opwarming van de aarde tot 1.5 graad te beperken,” laat Dewi Zloch, campagneleider Klimaat en Energie bij Greenpeace aan Scientias.nl weten. “En het is niet alleen mogelijk, maar ook noodzakelijk, want het verschil in effect op onze aarde tussen de 1.5 graden en 2 graden blijkt groter dan eerder gedacht. Een halve graad minder opwarming betekent een veiligere wereld om in te leven.” Bregman vindt het rapport niet zo vernieuwend. “Dat is logisch want het rapport is gebaseerd op reeds gepubliceerd onderzoek. Het genereert geen nieuwe wetenschappelijke inzichten. Dit is het eerste IPCC rapport met scenario’s om onder de 1,5 graad Celsius te blijven zonder CO2 onder de grond te stoppen. Maar of dat nu echt een gamechanger is? Het betekent namelijk wel dat dan het gedrag van zo’n beetje de halve wereld moet veranderen.” En dat laatste is niet nieuw, noch gemakkelijk gebleken. “Dat we grote stappen kunnen zetten middels gedragsverandering, weten we allemaal. Maar hoe bewerkstelligen we zo’n gedragsverandering? Als dat erin had gestaan, was het een gamechanger geweest. De vraag is of hier voldoende literatuur over is. Maar belangrijker is dat de wetenschappelijke gemeenschap van het IPCC niet is gericht op gedragsverandering.”

“De onderliggende discussie gaat niet over of het haalbaar is om de opwarming tot 1,5 graad te beperken. Het gaat over wie de opwarming heeft veroorzaakt en wie de rekening gaat betalen”

Klimaattop
Grote vraag is natuurlijk of zo’n academisch rapport een impact kan hebben tijdens de volgende klimaattop die in december in Katowice (Polen) plaatsvindt. Tijdens deze klimaattop moeten er namelijk juist spijkers met koppen worden geslagen en praktische afspraken worden gemaakt, bijvoorbeeld over de regels waaraan landen zich moeten houden om de Parijse doelstellingen te kunnen behalen. Maar ook over wie de rekening gaat betalen. Want klimaatverandering is geen ver-van-mijn-bed-show, maar eist nu reeds zijn tol in de vaak armere landen die nauwelijks een bijdrage hebben geleverd aan de atmosferische CO2-concentratie. Deze landen zullen zich – ongeacht of het Parijse klimaatakkoord nu werkelijkheid wordt of niet – moeten aanpassen aan de veranderde situatie en dat kost geld dat deze landen niet hebben, maar de rijke – en meest vervuilende landen – wel. Het lijkt niet meer dan redelijk dat die landen een duit in het zakje doen om onder meer door de stijgende zeespiegel bedreigde eilandstaten letterlijk van de ondergang te redden. Het zijn stuk voor stuk discussiepunten die best gevoelig liggen. En het speciale klimaatrapport verandert daar weinig aan. “De onderliggende discussie gaat niet over of het haalbaar is om de opwarming tot 1,5 graad te beperken. Het gaat over wie de opwarming heeft veroorzaakt en wie de rekening gaat betalen,” aldus Bregman. Zloch is opnieuw optimistischer: “Dit rapport zal een belangrijke oproep zijn van de wetenschap om nu écht voor die 1.5 graden opwarming te kiezen. Onze verwachting is dat met name de progressieve landen, die de energietransitie al volop in beweging hebben gezet, de eventuele hindernissen zullen wegnemen.”

Het Speciale Klimaatrapport zal in december ongetwijfeld in Katowice op tafel liggen. Maar uiteindelijk komt het op de lezers aan. Grijpt het rapport ze naar de keel en zet het ze aan tot handelen? Want nú ligt het beperken van de opwarming tot 1,5 graad nog binnen bereik, maar dat kan over een paar jaar heel anders zijn. “Wij weten zeker dat het mogelijk is om de opwarming van de aarde tot 1.5 graad te beperken en uit de IPCC-rapporten zal hetzelfde blijken,” aldus Zloch. “Het is wel heel belangrijk dat daarvoor in december knopen worden doorgehakt. Overheden, de industrie en de financiële sector zullen nu echt hun mouwen moeten opstropen. Er moeten namelijk echte, zinvolle oplossingen komen, geen schijnoplossingen en pleisters op de wonden.” Bregman onderschrijft dat. “Als je ziet wat landen nú doen, dan schieten we zeker voorbij de 2 graden Celsius opwarming.” Tijd voor actie dus. “De klimaattop in Polen is hét moment voor regeringleiders om voor daadwerkelijke en realistische oplossingen te kiezen die de opwarming zullen beperken tot 1.5 graad,” stelt Zloch. Is dat echt nieuws? Misschien niet. Maar of het in politieke kringen al echt is doorgedrongen? Dat is twijfelachtig. Nu maar hopen dat een nieuw, duimendik rapport met een iets handzamere samenvatting daar verandering in kan brengen.

Bronmateriaal

Interview met Kiane de Kleijne, Bram Bregman en Dewi Zloch

Afbeelding bovenaan dit artikel: Chris_LeBoutillier / Pixabay

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd