Kans dat coronapatiënt het virus doorgeeft, is juist in het begin heel groot

En daarom is het zo belangrijk dat coronapatiënten tijdig in isolatie gaan.

Dat stellen onderzoekers in het blad The Lancet. Ze baseren zich op een analyse van 98 studies. 79 ervan handelden over SARS-CoV-2. De rest van de onderzoeken gingen over twee andere coronavirussen: SARS-CoV (8 studies) en MERS-CoV (11 studies).

Het onderzoek
Om een beeld te krijgen van het moment waarop mensen de genoemde virussen oplopen het meest besmettelijk zijn, richtten de onderzoekers zich op drie dingen. Zo werd er ten eerste gekeken naar de zogenoemde ‘virale lading’. Dit is simpel gezegd de hoeveelheid virusdeeltjes in het lichaam. De onderzoekers gingen na hoe deze zich door de tijd heen ontwikkelde. Daarnaast werd er ook gekeken naar de periode van ‘viral shedding’, oftewel de periode waarin mensen genetisch materiaal van het virus – nadat het zich in hun lichaamscellen vermenigvuldigd heeft – weer uitscheiden. En tenslotte keek men hoelang het mogelijk was om bij de coronapatiënten een levend virus te isoleren.

De eerste vijf dagen
Uit de studies blijkt dat de virale lading in het geval van SARS-CoV-2 het grootst was in de eerste vijf dagen nadat coronapatiënten symptomen kregen. Dat is – zeker in vergelijking met de andere bestudeerde coronavirussen – al veel vroeg. Zo bleek de virale lading in het geval van SARS-CoV en MERS-CoV respectievelijk pas tussen 10-14 en 7-10 dagen na de eerste symptomen te pieken. Het betekent heel concreet dat er bij de laatstgenoemde virussen dus meer tijd is om in quarantaine te gaan. “Het verklaart heel duidelijk waarom SARS-CoV-2 zich veel efficiënter verspreidt dan SARS-CoV en MERS-CoV en waarom het zo lastig is om dit virus (SARS-CoV-2, red.) te bedwingen,” aldus onderzoeker Muge Cevik. “Onze resultaten zijn in lijn met bron- en contactonderzoeken die ook suggereren dat de meeste nieuwe besmettingen al heel vroeg – vaak in die eerste vijf dagen nadat de eerste symptomen ontstaan – plaatsvinden.

Viral shedding
Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat genetisch materiaal van het virus zelfs enkele weken nadat de eerste symptomen zijn ontstaan nog te vinden is in bijvoorbeeld de ontlasting en luchtwegen van coronapatiënten. Dat wil echter niet zeggen dat coronapatiënten dan ook nog in staat zijn om het virus te verspreiden. Want daarvoor heb je een levend virus nodig dat zich in de nieuwe gastheer kan vermenigvuldigen. Aangezien het in geen van de studies lukte om negen dagen na de aanvang van (milde) symptomen een levend SARS-CoV-2-virus te isoleren, kun je voorzichtig concluderen dat de tiendaagse quarantaine die ook in Nederland gehandhaafd wordt – ondanks dat de meeste coronapatiënten genetisch materiaal van het virus ook na tien dagen nog uitscheiden – dus afdoende is. Daarnaast laat het onderzoek zien dat het geen zin heeft om coronapatiënten na die tien dagen een coronatest af te laten leggen om zo uit te kunnen sluiten dat ze besmettelijk zijn. Zo’n PCR-test – waarin dus gekeken wordt of er genetisch materiaal van het virus aanwezig is – zal namelijk doordat de meeste patiënten dat genetisch materiaal nog een tijdje bij zich dragen – altijd positief uitvallen, terwijl ze in werkelijkheid niet meer besmettelijk zijn, omdat ze geen levend virus meer bij zich hebben.

Geen symptomen
De meeste mensen met SARS-CoV-2 die in de 79 studies aan bod komen, ontwikkelden symptomen en belandden uiteindelijk vanwege die symptomen in het ziekenhuis. In een klein deel van de studies werd echter ook gekeken naar asymptomatische patiënten en hoe snel zij het virus hun lichaam uitwerkten. “Hoewel de virale lading van mensen met en zonder symptomen grotendeels vergelijkbaar is, zijn er enkele studies die suggereren dat bij asymptomatische individuen het virale materiaal sneller uit het lichaam verdwijnt (…) Het suggereert dat degenen zonder symptomen kort na infectie net zo besmettelijk zijn als degenen met symptomen, maar dat ze wel gedurende een kortere periode besmettelijk zijn,” aldus Cevik. Hij benadrukt echter dat de data te beperkt zijn om dat met zekerheid te concluderen of het beleid omtrent quarantaine op basis van deze data aan te passen.

Beperkingen
Hoewel de analyse van de onderzoekers met 98 geanalyseerde studies omvangrijk is, kent deze ook enkele beperkingen. Zo belandden veel van de bestudeerde coronapatiënten zoals gezegd uiteindelijk in het ziekenhuis. En daar ontvingen ze een behandeling die mogelijk van invloed is geweest op het verloop van de infectie. Daarnaast is het de vraag in hoeverre de bevindingen representatief zijn voor de vele coronapatiënten die slechts milde symptomen ontwikkelen. “De meeste studies werden uitgevoerd onder patiënten die in het ziekenhuis waren opgenomen,” vertelt onderzoeker Antonia Ho. “Daarom zijn onze resultaten mogelijk niet van toepassing op mensen met een mildere infectie hoewel de resultaten (van onderzoek onder asymptomatische patiënten, red.) suggereren dat mensen met milde symptomen het virus enkel sneller opruimen.”

Meer onderzoek is dan ook hard nodig. Maar voor nu onderschrijft de studie nog maar eens hoe belangrijk het is om beducht te zijn op die eerste symptomen. “We moeten mensen bewust maken van het brede scala aan symptomen dat met de ziekte verband houdt, waaronder ook milde symptomen die sneller optreden na infectie dan duidelijkere symptomen zoals hoesten of koorts,” aldus Cevik.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd