Zijn mensen in een welvarend land gelukkiger dan mensen in een arm land? Doorgaans wel, zo toont nieuw onderzoek aan. Maar dat geluk heeft grenzen: wanneer het bruto binnenlands product per hoofd rond de 26.000 euro ligt, piekt het geluksgevoel, om bij een hoger inkomen vervolgens weer te gaan dalen.
Dat blijkt uit een onderzoek van de universiteit van Warwick. Het nationale geluksgevoel van een land stijgt, naarmate het bruto binnenlands product per hoofd stijgt. Maar dat is geen onbegrensde stijging. Op het moment dat het bruto binnenlands product per hoofd in rijkere landen zo’n 36.000 dollar (ongeveer 26.515 euro) bereikt, begint het geluksgevoel weer af te nemen. “Onze nieuwe analyse heeft een verrassende conclusie die nog niet eerder is getrokken,” aldus onderzoeker Eugenio Proto. “Namelijk dat de tevredenheid na een bepaald niveau van rijkdom daalt.”
Ambities
En dat is ook goed te verklaren, aldus de onderzoekers. “Een hoger bruto binnenlands product leidt tot hogere ambities.” Mensen willen meer en hebben het idee elkaar te moeten aftroeven: de buurman een nieuwe auto? Wij ook een nieuwe auto! “Het verschil tussen het eigenlijke inkomen en het inkomen dat we zouden willen hebben, vreet aan ons geluksgevoel.”
Afgevlakt
Uit het onderzoek blijkt onder meer dat mensen in een land met een bruto binnenlands product per hoofd onder de 6700 dollar in vergelijking met mensen in landen met een bruto binnenlands product per hoofd van 18.000 dollar doorgaans twaalf procent minder geneigd waren om melding te maken van het hoogst mogelijke geluksgevoel. Het geluksgevoel stijgt dus naarmate we rijker worden. Maar zodra landen een bruto binnenlands product per hoofd van 20.400 dollar bereikten, was die stijging niet meer zo duidelijk. Er is sprake van afvlakking.
Het onderzoek is met name interessant voor overheden. “Of geluk te koop is, is een vraag die veel overheden bezighoudt,” aldus Proto.
