Maakt kunstmatige intelligentie de huisarts overbodig?

Nee, zo stellen onderzoekers. Maar sommige dingen kan KI wel veel beter dan jouw huisarts.

Een robot in plaats van een mens in de spreekkamer van de huisarts. Het klinkt misschien wat futuristisch, maar door kunstmatige intelligentie is er veel mogelijk. Sterker nog, een robot heeft zelfs de potentie om nauwkeuriger te zijn dan artsen bij het stellen van diagnoses en het uitvoeren van chirurgische ingrepen. Daarnaast heeft een robot een vrijwel onbeperkt geheugen en kan sneller nieuwe informatie tot zich nemen dan elk ander mens van vlees en bloed. Wat willen we nog meer?

Machinaal leren
Het klinkt inderdaad erg aanlokkelijk. Zo kan alle beschikbare informatie over de gezondheid in één enkele robot gestopt worden, zodat hij zoveel mogelijk kennis heeft over de mens en ziektes. Tegelijkertijd kan de robot blijven leren om op de hoogte te blijven van de snelgroeiende wetenschappelijke literatuur. “Het idee dat artsen van vandaag de dag deze kennis zouden kunnen benaderen, is een illusie,” stelt de Zwitserse onderzoeker Jörg Goldhahn. Zo is het volgens de onderzoeker onmogelijk voor een huisarts om tegelijkertijd op de hoogte te blijven van de huidige medische onderzoeken én nauwe contacten met de patiënt te onderhouden.

Achilleshiel
Dat laatste wordt echter vaak als een argument gebruikt ten gunste van menselijke artsen. Zo kan een mens zich nou eenmaal beter in een ander mens verplaatsen dan een stalen robot. Tegelijkertijd is dit volgens Goldhahn ook juist de achilleshiel. “Vertrouwen is belangrijk voor patiënten, maar machines en systemen kunnen betrouwbaarder zijn dan mensen omdat ze onbevooroordeeld zijn en geen belangenconflicten hebben.” Bovendien hechten vooral jonge patiënten, of mensen met minder ernstige aandoeningen, meer waarde aan een correcte diagnose, dan aan empathie. “In sommige zeer persoonlijke situaties kunnen de diensten van een robot ook patiënten helpen om schaamte te voorkomen,” zegt Goldhahn. “Artsen zoals we die nu kennen, raken uiteindelijk overbodig.”

De opmars van robots
Kunstmatige intelligentie is bezig met een grote opmars. Zo zitten we op dit moment in de Vierde Industriële Revolutie. Tegen 2025 zullen robots meer dan 50% van het huidige werk op zich nemen. Zullen robots in de toekomst al het werk gaan overnemen?

Menselijke artsen
Hoe goed het allemaal ook klinkt, er zijn ook zeker tegengeluiden. Zo beweren onderzoekers Vanessa Rampton en Giatgen Spinas dat de menselijke arts nooit helemaal wordt afgeschreven. Zo is volgens hen de dokter-patiëntrelatie zo essentieel, dat deze niet kan worden vervangen door een robot. Een arts is bijvoorbeeld beter in staat om de patiënt als persoon te behandelen. Zo kan de arts bijvoorbeeld rekening houden met de voorkeuren, waarden en sociale omstandigheden van een individuele patiënt. En dit is erg belangrijk voor de genezing, met name bij complexe aandoeningen waarbij er symptomen zijn zonder duidelijke oorzaak, of als er bijvoorbeeld een hoog risico bestaat op bijwerkingen. “Het gevoel dat patiënten gehoord worden door iemand die de ernst van het probleem begrijpt en wie ze kunnen vertrouwen kan cruciaal zijn,” betogen Rampton en Spinas.

Geen genezing
En dat laatste is erg belangrijk. Zeker wanneer er geen zicht meer is op genezing. In dat geval gaat het erom de patiënt te helpen om de best mogelijke kwaliteit van leven te garanderen. “Hier zijn artsen onvervangbaar,” benadrukken Rampton en Spinas. Wie wil er bijvoorbeeld van een robot horen dat je niet meer beter wordt? “Patiënten moeten worden verzorgd door mensen, vooral wanneer ze ziek, en op hun kwetsbaarst zijn. Geen enkele machine zal ooit echte troost kunnen bieden,” stellen ze.

Al met al kan gesteld worden dat kunstmatige intelligentie een nuttig en innovatief hulpmiddel kan zijn in de gezondheidszorg. Zo kunnen machines meer taken vervullen dan menselijke artsen en zullen ze waarschijnlijk betere diagnoses kunnen stellen en behandelingen kunnen uitvoeren. Maar of de menselijke arts helemaal aan de kant wordt gezet? Dat valt nog maar te bezien.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd