Door je zelfcontrole te vergroten, kun je ongemerkt minder gaan roken en wordt stoppen met roken mogelijk gemakkelijker.
Onderzoekers verzamelden zestig studenten, waaronder 27 rokers. De studenten werden in twee groepen ingedeeld. De ene groep leerde gedurende vijf sessies van dertig minuten mediteren. De andere groep leerde in vijf sessies van dertig minuten ontspanningstechnieken. Voorafgaand aan het experiment en nadat de vijf sessies achter de rug waren, ondergingen de proefpersonen een hersenscan. Ook moesten ze vragenlijsten invullen en werd het percentage koolstofdioxide in de longen gemeten.
De resultaten
Hoewel studenten die meditatietraining kregen na afloop van het experiment aangaven nog evenveel te roken als voor het experiment, bleek uit het percentage koolstofdioxide in hun longen dat ze zestig procent minder rookten dan daarvoor. “De studenten veranderden hun rookgedrag, maar waren zich er niet van bewust,” vertelt onderzoeker Yi-Yuan Tang. “Toen we de gegevens aan een proefpersoon die zei dat hij twintig sigaretten had gerookt, lieten zien, keek deze in zijn zak en bleek hij tot zijn eigen verbazing nog tien sigaretten over te hebben.”
Zelfcontrole
Hoe kon dat? “We keken of er een verband was tussen de verandering in het rookgedrag en de intentie van proefpersonen, maar troffen geen verband aan.” In andere woorden: de studenten wilden hun rookgedrag niet veranderen, maar deden dat wel. Volgens de onderzoekers is dat terug te leiden naar de training. Deze zou de proefpersonen meer zelfcontrole opleveren. “Als je het zelfcontrole-netwerk in het brein verbetert en de gevoeligheid voor stress beperkt, is het mogelijk om minder te gaan roken.”
Uit eerder onderzoek is gebleken dat rokers minder activiteit vertonen in het deel van het brein dat geassocieerd wordt met zelfcontrole. Het is dus geen gekke gedachte om eerste aan je zelfcontrole te werken en vervolgens te proberen om te minderen of stoppen met roken.
