Nederland blijkt middels import enorme bijdrage te leveren aan ontbossing

Voor elke Nederlander verdwijnt er door de import van grondstoffen gelinkt aan ontbossing op jaarbasis 18 m2 (tropisch) bos.

Dat is de verontrustende conclusie uit een nieuw rapport van het Wereld Natuur Fonds (WWF). De onderzoekers stellen dat Nederland samen met Duitsland, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk verantwoordelijk is voor 80 procent van de import van grondstoffen die gelinkt zijn aan ontbossing. Maar kijken we naar de hoeveelheid tropisch bos dat per hoofd van de bevolking verdwijnt, dan spant Nederland zelfs de kroon.

Ontbossing
Volgens de onderzoekers is er tussen 2005 en 2017 elk jaar vijf miljoen hectare – dat is een gebied groter dan het gehele oppervlak van Nederland – tropisch bos omgezet voor het verbouwen van landbouwproducten. Deze landbouwproducten vinden vaak hun weg naar Europa. En dus zou je kunnen stellen dat er per Europeaan gemiddeld 5 m2 is ontbost. Voor elke Nederlander verdwijnt er door de import van grondstoffen gelinkt aan ontbossing op jaarbasis maar liefst 18 m2 (tropisch) bos. Dat is veruit het meest van de grootste Europese economieën.

Nederland
Hoe het komt dat Nederland zo’n enorme bijdrage levert aan ontbossing? Dat heeft voornamelijk te maken met het feit dat wij veel grondstoffen verbruiken voor exportproducten, zoals vlees. We zouden dus eigenlijk moeten oppassen om een verheffende vinger op te steken naar landen zoals Brazilië en Indonesië. “We moeten vooral de hand in eigen boezem steken,” vindt directeur van het WWF Kirsten Schuijt. “De EU is na China de grootste importeur van producten uit ontboste gebieden. En Nederland heeft als grote importeur nog een extra verantwoordelijkheid.”

In 2017 was de EU verantwoordelijk voor 16% van de ontbossing dat in verband kan worden gebracht met internationale handel. In totaal verdween er 203.000 hectare grond en kwam er 116 miljoen ton CO2 vrij. Hoewel de EU werd overtroffen door China (24%) overtrof het zelf weer India (9%), de Verenigde Staten (7%) en Japan (5%).

Uit de gegevens blijkt dat oerwouden – maar ook andere tropische gebieden zoals de savannes van de Braziliaanse Cerrado – met name plaats moeten maken voor de productie van soja voor veevoer, palmolie en vlees. Maar liefst 80 procent van de soja die naar Europa wordt verscheept, is bestemd voor veevoer. Daarnaast was in 2018 zo’n 23 procent van de geïmporteerde soja afkomstig van de Braziliaanse Cerrado. Palmolie wordt gebruikt in talloze verschillende producten, variërend van margarine, wasmiddel tot lippenstift. In 2014 werd zo’n 45% van de geïmporteerde palmolie gebruikt voor biobrandstoffen.

De vraag naar de hier boven genoemde grondstoffen leidt zoals gezegd niet alleen tot de vernietiging van bos. Ook andere gebieden moeten eraan geloven, zoals gras- en drasland. Het rapport legt duidelijke verbanden vast tussen de consumptie in de EU – in het bijzonder van soja en rundvlees – en het omzetten van graslanden in landbouwgrond.

Het nieuwe rapport geeft een onthullende blik achter de schermen van de EU-handel en de invloed daarvan op tropische ontbossing en de vernietiging van andere ecosystemen wereldwijd. “Ontbossing in tropische gebieden en vernietiging van ecosystemen voor landbouwproducten gelinkt aan import naar de EU is nu meetbaar en inzichtelijk,” zegt onderzoeker Michael Lathuilliere. “Het kan daarom niet langer worden genegeerd.”

Wet
Bovendien onderstreept het rapport de dringende noodzaak voor sterke, bindende EU-wetgeving, die ervoor zorgt dat de enorme Europese voetafdruk in tropische gebieden snel kleiner wordt. Zo pleit Schuijt bijvoorbeeld voor een wet die ervoor zorgt dat er uitsluitend producten op de Europese markt komen die vrij zijn van ontbossing, natuurvernietiging en mensenrechtenschendingen. Iets waar onder de bevolking zeker animo voor is. Zo riepen eind vorig jaar 1,2 miljoen Europeanen – waaronder veel Nederlanders – de EU op om te zorgen voor een ambitieuze wet om wereldwijd bossen en andere natuur te beschermen. “De Europese Commissie zou deze bevindingen moeten zien als een laatste wake-up call en met een daadkrachtig en effectief wetsvoorstel komen om de voetafdruk van de EU aan te pakken,” zo benadrukt één van de onderzoekers van het rapport Anke Schulmeister-Oldenhove. “Deze wet moet voorkomen dat elk product dat de EU binnenkomt een bijdrage levert aan de vernietiging van de natuur of mensenrechtenschendingen. Het zou ook veel verder moeten gaan dan vrijwillige maatregelen, door bedrijven duidelijke regels op te leggen die uitvoerbaar zijn.”

De hoop is dat we op deze manier bossen kunnen sparen. En dat is hoognodig. Bossen zijn namelijk een belangrijke koolstofpunt. Ze bestaan uit bomen, die stuk voor stuk koolstofdioxide uit de lucht halen en langdurig opslaan. Op die manier dragen ze een belangrijk steentje bij in onze strijd tegen klimaatverandering. Bovendien spelen bossen zoveel belangrijke ecologische rollen, waaronder het beschermen van drinkwatervoorraden, het koelen van het aardoppervlak en het reguleren van de neerslagpatronen. En dus is het belangrijk om bossen te herstellen en te behouden.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd