Nederlanders op expeditie naar de enige diepzee die Nederland rijk is

De rond de Saba bank gelegen diepzee is nog nooit echt bestudeerd.

Maar daar komt verandering in. De afgelopen twee weken hebben onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), Naturalis en Wageningen University vanaf het onderzoeksschip Pelagia intensief onderzoek gedaan naar de Saba Bank en omgeving. Bioloog en journalist Stephan van Duin voer mee en brengt in een serie blogs op Scientias.nl verslag uit. Vandaag deel één, waarin hij uitlegt waarom zo’n expeditie naar de Saba Bank een feestje is voor de nieuwsgierige wetenschappers.

Saba, met de 877 meter hoge Mt. Scenery. Foto: Stephan van Duin.
Saba
Als we na een nacht varen vanaf St. Maarten aankomen op onze eerste plaats van bestemming, dan zie ik het eiland Saba liggen. Het steile vulkanische eiland is de kleinste van de Nederlandse eilanden in de Cariben, maar markeert wel het hoogste punt van het Nederlandse koninkrijk: ‘Mount Scenery’ is 877m hoog. Ook onder water is er een bijzondere berg te vinden: de Saba bank. De Saba bank is een soort tafelberg van ongeveer 40 bij 60 km waarvan de top tussen de 60 en 20 meter onder het wateroppervlak ligt. Zo’n diepte is net te halen voor duikers, en er is dan ook veel bekend over de bovenkant van de berg. Het is beroemd om zijn koralen, sponzen en vissen, en sinds 2010 geniet de top van de Saba bank een beschermde status. Als natuurgebied is het ongeveer even groot als de Wadden.

Deze hele structuur ligt onder water, en is de Saba Bank. Het eiland Saba is rechts erboven te zien als het enige groene puntje. Het onderzoek richt zich vooral op de diepe zee ten noorden en ten zuiden van de zeeberg. Afbeelding: Gerard Duineveld.

Diepzee
Maar waar de berg ophoudt en de diepte in duikt, komt er ook een eind aan de kennis over de Saba bank. De diepzee rond de berg is nog nooit echt bestudeerd, en deze expeditie is de eerste poging daar verandering in te brengen. De expeditieleiding bestaat uit geoloog Furu Mienis en bioloog Gerard Duineveld. Zij worden bijgestaan door een tiental wetenschappers en studenten, en een handige bemanning. Omdat er nog zo weinig bekend is, hebben Gerard en Furu een variatie aan metingen en experimenten gepland. De basis voor de meeste activiteiten is de ‘video hopper,’ een stalen frame met twee camera’s en lampen. Met een lier kan het frame tot vlak boven de bodem neergelaten worden. De camera’s leveren dan een mooi beeld van de bodem en wat daar leeft.

De video hopper. Foto: Stephan van Duin.
Compleet beeld
Als de bodem geschikt is, dat wil zeggen zanderig, dan kan er een grondmonster genomen worden, een val met aas worden neergezet, of een sleep met een visnet uitgevoerd worden. Daarover in een latere blog meer. “Uiteindelijk is het de bedoeling om een compleet beeld te genereren van de zee rondom de Saba bank, van sediment op de bodem en stromingen in het water tot aan het voedselweb,” zegt Duineveld. Deze kennis kan wellicht inzicht geven in hoe de top van de berg zo’n rijk ecosysteem kan zijn, en op welke manier er duurzaam gevist kan worden. “Maar het is hoe dan ook het bestuderen waard, want dit is de enige diepzee die Nederland rijk is.”

De Pelagia is het enige echte zeewaardige onderzoeksschip dat Nederland rijk is. Het 66 meter lange schip is uitgerust met diverse lieren om instrumenten overboord te zetten, en labs om te kunnen verwerken wat er aan boord gehaald wordt. Er zijn ook ‘droge’ computerlabs om bijvoorbeeld sensoren uit te lezen terwijl ze door het water gaan, of om de beelden van de onderwatercamera te bekijken. De labs zitten deels in containermodules, waardoor elke expeditie zo zijn eigen combinatie van labs kan uitkiezen en meenemen.
Hoewel het schip enkele jaren geleden nog een zware financiële last voor het NIOZ betekende, wordt het nu veelvuldig gebruikt. Er zijn nu zelfs plannen om het bijna dertig jaar oude schip te vervangen door een state-of-the-art exemplaar, maar die staan nog in de kinderschoenen. Foto: Stephan van Duin.

Terug naar het schip. Terwijl ik naar het eiland kijk, merk ik dat de zee een vreemd soort onrust heeft. Het is geen slecht weer, maar de golven zijn flink en de boot schommelt behoorlijk. Op het dek is het nog goed te doen, maar zodra ik binnen ben bekruipt me langzaam de misselijkheid. Het is voor meer mensen aan boord even doorbijten, al lopen de veteraan-expeditieleden rond alsof er niks aan de hand is. De flinke en lekkere maaltijden van de kok helpen wel, maar het duurt een dag voor ik me ook binnen goed voel en helemaal mee kan doen.

Nieuwsgierig wat de onderzoekers tijdens de expeditie gaan vinden en meemaken? Of wil je weten hoe je onderzoek doet vanaf een onderzoeksschip en welke instrumenten dan van pas komen? Houd Scientias.nl in de gaten!

De twee weken dat Van Duin aan boord is van de Pelagia is slechts een deel van de hele expeditie, die NICO gedoopt is: Netherlands Initiative Changing Oceans. De Pelagia is in december 2017 vertrokken van Texel, en via de Canarische eilanden is de overtocht naar de Cariben gemaakt. Een groot deel van de expeditie speelt zich af rond Curacao, St. Maarten en de Golf van Mexico, waarna de terugtocht via Ierland gaat. De in totaal ruim zes maanden durende tocht is opgedeeld in ‘legs’, die elk hun eigen onderzoeksthema hebben. Van Duin is alleen aan boord van leg 5, en ook de wetenschappers gaan dus tegelijk met hem aan en van boord. Hierna komt er weer een nieuwe groep aan boord die zijn eigen experimenten zullen doen. Afbeelding: NIOZ.

Bronmateriaal

Afbeelding bovenaan dit artikel: Jaap van der Meer

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd