Wetenschappers hebben zeer sterk bewijs ontdekt dat er op wijst dat dinosaurussen die zich op twee poten voortbewogen goede zwemmers waren. Ze konden grote afstanden in het water afleggen.
De onderzoekers bestudeerden gefossiliseerde pootafdrukken in China. De afdrukken vormen een spoor dat ongeveer vijftien meter lang is. Paleontoloog Scott Persons moet vaststellen dat de afdrukken zijn achtergelaten door de tenen van een dinosaurus die op twee poten liep.
“De sporen van de klauwen van de dinosaurus laten zien dat hij door de rivier zwom en dat alleen zijn tenen de bodem raakten,” vertelt Persons. Dat er meerdere afdrukken zijn gevonden, is belangrijk. Het laat de onderzoekers zien dat de dinosaurus niet zomaar iets deed. De afdrukken zijn regelmatig en wijzen erop dat de dinosaurus tijdens het zwemmen zijn poten op een gecontroleerde manier bewoog.
Persons en zijn collega’s blijven onderzoek doen naar de zwemvaardigheden van dinosaurussen. Niet alleen om een beter beeld te krijgen van de uitgestorven soorten. De onderzoekers hopen in de toekomst conclusies te kunnen trekken die ons ook iets meer vertellen over (de evolutie van) moderne diersoorten.
