Onderzoekers onthullen recept van Rembrandts ‘impasto-effect’

Het onbekende ingrediënt is geïdentificeerd en behoorlijk verrassend.

De beroemde Nederlandse schilder Rembrandt van Rijn gaf zijn meesterwerken nét dat beetje extra met behulp van de impastotechniek. Hierbij wordt dikke verf zo overvloedig op het schilderdoek aangebracht dat deze letterlijk uitsteekt. Zo krijgt het schilderij reliëf en dwingt Rembrandt ons – drie eeuwen nadat hij leefde – juist aandacht te hebben voor de met de impastotechniek geschilderde details. Die springen door de techniek namelijk meer in het oog doordat de textuur van de verf meer licht reflecteert. Hoewel we dus een goed beeld hebben van hoe de impastotechniek werkt, was lang onduidelijk hoe Rembrandt zijn impastoverf maakte. Maar een nieuw onderzoek – onder leiding van de TU Delft en het Rijksmuseum – heeft het recept nu weten te achterhalen.

Plumbonacriet
Eerdere studies wezen uit dat Rembrandt zijn impasto-effect realiseerde met materialen die van oudsher op de 17e eeuwse Nederlandse kleurstoffenmarkt te vinden waren. Namelijk: het pigment loodwit en organische oplosmiddelen (vooral lijnzaadolie). Maar er moest nog een ingrediënt zijn. En dat hebben onderzoekers nu opgesnord. Het blijkt – heel verrassend – te gaan om plumbonacriet. Een stof die eigenlijk maar heel weinig in historische verflagen wordt aangetroffen. “We hadden helemaal niet verwacht dat we dit aspect zouden aantreffen, omdat het zo ongebruikelijk is in schilderijen van oude meesters,” aldus onderzoeker Victor Gonzalez. De onderzoekers zijn ervan overtuigd dat Rembrandt het ongebruikelijke stofje bewust aan zijn verf toevoegde.

Het impasto-effect op het Portret van Marten Soolmans. Afbeelding: via TU Delft.

Onderzoek
Gonzalez en collega’s trekken hun conclusies nadat ze minuscule fragmenten van drie meesterwerken van Rembrandt meenamen naar de European Synchrotron Radiation Facility (ESRF). Het ging om monsters van minder dan 0,1 millimeter groot, afkomstig van het Portret van Marten Soolmans, Bathsheba (te zien boven aan dit artikel) en Susanna. Met behulp van de ESRF kon de samenstelling van de verf worden achterhaald.

Het is belangrijk dat onderzoekers meer inzicht krijgen in de samenstelling van de verf die Rembrandt gebruikte. Als we weten met welke materialen en ingrediënten hij werkte, kunnen de meesterwerken nog beter tegen de tand des tijds worden beschermd. Toch houden onderzoekers wat het impasto-effect betreft nog een kleine slag om de arm. Dat Rembrandt bij de drie onderzochte meesterwerken gebruik maakte van plumbonacriet wil natuurlijk niet zeggen dat hij dat bij andere schilderijen ook deed. “We werken met de hypothese dat Rembrandt misschien andere recepten heeft gebruikt, en daarom gaan we monsters bestuderen van meer schilderijen van Rembrandt en andere zeventiende-eeuwse Hollandse meesters, zoals Vermeer, Hals en schilders die tot de kring van Rembrandt behoorden,” vertelt onderzoeker Annelies van Loon.

Bronmateriaal

"Mysterie van Rembrandts impasto opgelost" - TU Delft
Afbeelding bovenaan dit artikel: Bathseba, een werk van Rembrandt van Rijn (via Wikimedia Commons)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd