Wetenschappers van de universiteit van Calgary beweren dat sommige dinosauriërs hun nesten op dezelfde manier bouwden als moderne vogels.
Er is niet veel bekend over hoe dinosauriërs nesten bouwden. Onderzoekers gaan er van uit dat veel dino’s hun eieren begroeven, net zoals bijvoorbeeld krokodillen dat doen. Op die manier werden de eieren door de grond verwarmd.
Poreus versus hard
De onderzoekers onderzochten de eierschalen van 29 soorten dinosauriërs en vergeleken deze met de eierschalen van 127 hedendaagse vogels en krokodillen. Zij beweren dat de porositeit van een eierschaal iets zegt over het soort nest. Eieren met poreuze schalen lieten meer lucht door, waardoor deze werden begraven. Eieren met een harde schaal werden in nesten in de open lucht gelegd. De Lourinhanosaurus was één van de dino’s met harde eieren.
De Canadese onderzoekers beweren dat vooral primitieve dinosauriërs hun eieren begroeven, maar dat bepaalde theropoden hun eieren juist in een open nest legden. Een open nest heeft een aantal voordelen ten opzichte van het begraven van eieren. Door eieren te begraven is een dino afhankelijk van externe factoren. Een overstroming of hevige regenval kan voorkomen dat een ei uitkomt. Daarnaast kan het ei opgegraven worden door andere dino’s, die het ei vervolgens opeten.
Hol
Sommige wetenschappers denken dat er meer varianten waren dan alleen open nesten en begraven nesten. Paleontoloog Anthony Martin van de Emory universiteit denkt dat sommige dinosauriërs hun eieren in een holletje legden, net zoals sommige vogels dat vandaag de dag doen. Het voordeel van een hol is dat het er lekker warm is en dat het moeilijker is voor roofdieren om binnen te dringen.
