Ook extreme TNO’s suggereren dat planeet X echt bestaat

Ook de banen van extreme Transneptunische Objecten wijzen op de aanwezigheid van een negende planeet.

Begin 2016 beweerden twee astronomen dat ons zonnestelsel niet acht, maar negen planeten telt. Ze baseerden zich op zes Kuipergordelobjecten. De banen van deze objecten leken beïnvloed te worden door een zwaar object aan de rand van het zonnestelsel: planeet X. Deze planeet zou tien keer groter zijn dan de aarde en twintig keer verder van de zon verwijderd zijn dan Neptunus.

Twijfels
Een opwindende ontdekking. Maar wel eentje die direct in twijfel werd getrokken door sommige onderzoekers. Deze onderzoekers wezen erop dat er gemakkelijk sprake kon zijn van een ‘observational bias‘. Hierbij denken astronomen een patroon te zien in de bewegingen van hemellichamen dat eigenlijk helemaal niet bestaat. Zo’n ‘bias’ zou in dit geval kunnen zijn ontstaan, doordat astronomen nog maar een zeer beperkt aantal Kuipergordelobjecten geobserveerd hebben.

Extreme TNO’s
En zo blijft dus een beetje onduidelijk of planeet X nu wel of niet bestaat. Een nieuw onderzoek probeert iets meer duidelijkheid te scheppen. Spaanse onderzoekers zijn in het zonnestelsel op zoek gegaan naar bewijs voor het bestaan van planeet X en hebben daarbij gebruik gemaakt van een methode die veel minder vatbaar is voor een ‘observational bias‘. Ze richtten zich op een speciaal type Transneptunisch Object (TNO): de extreme TNO’s. Deze bevinden zich gemiddeld op een afstand van de zon die 150 keer groter is dan de gemiddelde afstand tussen de zon en de aarde en kruisen de baan van Neptunus nooit.

Nog een tiende planeet?

Recent stelden onderzoekers dat ons zonnestelsel mogelijk tien planeten telt. Ze hadden aanwijzingen gevonden dat op zo’n negen miljard kilometer van de zon een nog onontdekte planeet ter grootte van Mars cirkelt. De La Fuente Marcos is onder de indruk van hun theorie en hoopt ook die in de nabije toekomst met nieuw bewijs te kunnen staven.

Knopen
De onderzoekers bestudeerden 28 van deze extreme TNO’s en stelden vast hoe groot de afstand van hun knopen tot de zon was. De knopen zijn twee punten in de baan van de extreme TNO’s. Deze punten bevinden zich op de plekken waar de baan van de extreme TNO’s het omloopvlak van de planeten die rond de zon draaien, raakt. Het is ook op dit punt waar de kans op een interactie met andere objecten het grootst is. Vandaar dat je op deze punten ook de grootste veranderingen in de baan van de hemellichamen zou verwachten. “Als er niets is dat ze (de extreme TNO’s, red.) verstoort, zouden de knopen van deze extreme TNO’s uniform verspreid moeten zijn, aangezien er niets is om te vermijden, maar als er één of meer verstoorders zijn, kunnen twee dingen gebeuren,” aldus onderzoeker Carlos de la Fuente Marcos. “Eén mogelijkheid is dat de extreme TNO’s stabiel zijn en in dit geval zijn hun knopen ver verwijderd van het pad van de mogelijke verstoorder. Maar als zij onstabiel zijn, gedragen ze zich als de kometen die de interactie aangaan met Jupiter en wiens knopen vaak juist dicht bij de baan van de hypothetische verstoorder liggen.”

Uit het onderzoek blijkt dat er waarschijnlijk wel een planeet is die invloed uitoefent op de knopen van deze extreme TNO’s. “We geloven dat wat wij hier zien niet toegeschreven kan worden aan een observational bias.” Een observational bias hangt namelijk samen met de manier waarop geobserveerd wordt. Maar de afstand tussen knopen en de zon is afhankelijk van de omvang en vorm van een omloopbaan: en dat zijn parameters die nauwelijks door een observational bias beïnvloed worden.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd