Oost-Antarctische ijskap is gelukkig zeer stabiel

Als de Oost-Antarctische ijskap volledig smelt, dan stijgt de zeespiegel ruim zestig meter. Gelukkig hoeven we ons momenteel nog geen zorgen te maken. Ondanks de huidige opwarming van de aarde is de ijsplaat stabiel.

De Oost-Antarctische ijskap is ongeveer tien keer groter dan de West-Antarctische ijskap, maar is tevens veel stabieler. Dit komt omdat het grootste deel van de ijskap op gesteente boven zeeniveau ligt. Toch verscheen er vorig jaar een paper in het wetenschappelijke vakblad Nature waarin onderzoekers beweerden dat kliffen hoger dan honderd meter onder hun eigen gewicht kunnen bezwijken. Dit proces zou ook de Oost-Antarctische ijskap aantasten.

“Sommige mensen denken dat de Oost-Antarctische ijskap minder stabiel is dan gedacht, met name bepaalde delen aan de kust”, zegt onderzoeker Kathy Licht van de universiteit van Indiana. “We hebben daarom onderzocht hoe het ijs er van binnen uitziet. Tot nu wisten we weinig over wat daar precies gebeurt.”

Op een hoogte van 1.900 meter op ruim 600 kilometer van de zuidpool vonden onderzoekers bewijzen dat de Oost-Antarctische ijskap stabiel is. De Amerikaanse wetenschappers analyseerden ijskernen. In het paper in Geology is te lezen dat ijsgletsjers nabij Mount Achernar honderdduizenden jaren oud zijn. Dit betekent dat het Antarctisch Plateau (Poolplateau) al zeker 200.000 jaar stabiel is.

“Zelfs als het ijs zich terugtrekt, blijft de kern stabiel”, concludeert Licht. “Het is fijn dat er nu gegevens zijn die deze modellen ondersteunen.”

Al 14 miljoen jaar stabiel?
Mogelijk is de ijskap zelfs nog veel ouder. Eerder toonden wetenschappers aan dat de Oost-Antarctische ijskap al zeker veertien miljoen jaar standhoudt. Dit betekent dat deze ijskap nauwelijks smolt tijdens het Plioceen, toen er ongeveer net zoveel CO2 in de atmosfeer zat als nu. Sterker nog: Antarctica krijgt er momenteel meer ijs bij dan het verliest. Natuurlijk gaan er gletsjers verloren en breken er ijsbergen af – zoals Larsen-C – maar de toegenomen sneeuwval compenseert dit verlies ruimschoots.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd