Het wordt steeds gekker.
Die conclusie kun je wel trekken nu ruimtetelescoop Hubble de exoplaneet Kepler-13Ab eens nader onder de loep heeft genomen. De waarnemingen wijzen uit dat in de atmosfeer titaniumoxide – het actieve ingrediënt in zonnebrandcrème – te vinden is. En het stofje komt aan de nachtzijde (zie kader hieronder) van de planeet in de vorm van sneeuw uit de lucht vallen.
Kepler-13Ab draait heel dicht om zijn moederster – Kepler-13A – heen en is een zogenoemde hete Jupiter. Omdat de afstand tussen de planeet en moederster zo klein is, is altijd dezelfde zijde van Kepler-13Ab op de ster gericht (dat noemen we de dagzijde).
Iets geks in de atmosfeer
De astronomen die deze bijzondere ontdekking hebben gedaan, waren eigenlijk helemaal niet op zoek naar zonnebrandcrème-sneeuw. Ze achtten een onderzoek naar de exoplaneet interessant, omdat Kepler-13Ab één van de warmste exoplaneten is die we kennen. Maar toen ze Hubble op de planeet richtten, ontdekten ze dat er op de planeet iets geks aan de hand is. Hoe hoger je in de atmosfeer van Kepler-13Ab komt, hoe lager de temperaturen zijn. En dat is verrassend, omdat we in de atmosfeer van andere hete Jupiters precies het tegenovergestelde zien. Deze planeten absorberen licht en geven het in de vorm van warmte weer af, waardoor de hoger gelegen delen van de atmosfeer juist warmer zijn.
Titaniumoxide
Hoe kon het op Kepler-13Ab zo anders zijn? De onderzoekers wijten het allemaal aan een gebrek aan titaniumoxide aan de dagzijde van Kepler-13Ab. Zonder dit element – dat licht absorbeert – wordt het inkomende sterrenlicht aan de dagzijde niet opgeslokt, waardoor je ziet dat de temperatuur van de atmosfeer op grotere hoogte lager uitpakt.
Krachtige winden
Maar hoe wordt titaniumoxide dan aan de dagzijde van Kepler-13Ab verwijderd? En waar blijft het? De astronomen denken dat krachtige winden het titaniumoxide – in gasvorm – naar de nachtzijde transporteren. Daar condenseert het en vormt het wolken. De sterke zwaartekracht van Kepler-13Ab – zes keer groter dan die van Jupiter – trekt de titaniumoxide-sneeuw vervolgens uit die bovenste lagen van de atmosfeer en houdt deze als het ware gevangen in de lagere delen van de atmosfeer aan de nachtzijde van de planeet.
De onderzoekers vermoeden dat vergelijkbare processen op de meeste hete Jupiters spelen. “Maar deze gasreuzen hebben een kleinere zwaartekracht dan Kepler-13Ab,” legt onderzoeker Thomas Beatty uit. “De titaniumoxide-sneeuw valt niet ver genoeg in deze atmosferen en wordt vervolgens teruggeslingerd naar de hetere dagzijde, waar het weer verdampt en de gasvorm aanneemt.”