De tweede Nederlander in de ruimte is vandaag op 68-jarige leeftijd overleden. Wubbo Ockels is bekend van zijn vlucht met het ruimteveer Challenger eind 1985. Jarenlang was Ockels als hoogleraar verbonden aan de TU Delft, waar hij o.a. de superbus ontwikkelde.
Ockels werd op 28 maart 1946 geboren in Almelo. Na zijn studie wis- en natuurkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, kreeg hij een baan aangeboden bij het Kernfysisch Versneller Instituut in Groningen. In 1977 zag hij een advertentie waarin om een astronaut werd gevraagd. In totaal reageerden 2.000 astronauten, waaronder Ockels. Uiteindelijk zou het nog acht jaar duren voordat de oud-astronaut aan boord van de spaceshuttle Challenger klom.
Door het oog van de naald
Ockels kroop vaak door het oog van de naald. Zo was zijn shuttlemissie de laatste succesvolle missie met de spaceshuttle Challenger. Enkele maanden later crashte de shuttle kort na de lancering. Tevens overleefde hij een vliegtuigcrash in 1989, een hartinfarct, bacteriële infectie en nierkanker. Vorig jaar bleek dat de tumor terug was met uitzaaiingen. Hij koos alternatieve routes om de strijd tegen kanker te winnen. Zo dook hij samen met ‘Iceman’ Wim Hof in een ijskoud bad, in de hoop de kanker weg te jagen. Helaas heeft het niet geholpen.
Visionair
Wubbo Ockels zal door de meeste mensen herinnerd worden als een visionair. Natuurlijk was zijn shuttlevlucht bijzonder, maar de jaren na zijn vlucht maakte hij écht het verschil. Zo probeerde hij de Europese ruimtevaartorganisatie te overtuigen om een maanbasis te bouwen en kwam hij op een idee om het openbaar vervoer te verbeteren: de superbus. De superbus heeft een maximale snelheid van 300 kilometer per uur en kan 23 passagiers vervoeren.
