Het Panamakanaal loopt een veel groter risico op een zware aardbeving dan gedacht. Dat is de conclusie van een seismologisch onderzoek. De twee breuken nabij het kanaal zijn veel actiever dan men aannam. Omdat de laatste beving in 1621 plaatsvond, lijkt de druk inmiddels zo hoog opgelopen dat een beving niet lang meer op zich zou laten wachten.
Langs beide breuken schuren de oppervlakken normaal gesproken langs elkaar. Ze verplaatsen zich zo met een snelheid van ongeveer 0,5 centimeter per jaar. Maar de druk kan zich ophopen en dat zorgt ervoor dat de breuk opeens ‘springt’. De grote vraag is: hoe groot wordt die sprong? Volgens onderzoeker Tom Rockwell zou de grond in het ergste geval drie meter verschuiven. “Dat betekent dat elke structuur die direct op de breuk gebouwd is, waarschijnlijk wordt beschadigd of vernietigd, want een aardbeving met deze omvang doet de grond flink beven.”
1621
Volgens de onderzoekers vindt in dit gebied gemiddeld elke 300 tot 900 jaar een aardbeving plaats. De laatste keer dat de aarde hier beefde, was in 1621. Het zou op korte termijn dus zo weer kunnen gebeuren.
Zorgen
En dat baart de onderzoekers zorgen. De omgeving is namelijk niet op zo’n zware beving berekend. Zo zou Panama City grote schade lijden. Maar ook in het kanaal kan de situatie flink escaleren. Wanneer de schutsluizen beschadigen, komt er een enorme hoeveelheid water vrij.
WIST U DAT…
Dubbele beving
De beving die in 1621 plaatsvond, zorgde ervoor dat de grond op sommige plaatsen drie meter verschoof. “Zo’n aardbeving zou vandaag de dag dramatische effecten hebben.” Uit de analyse blijkt bovendien dat de breuken die het kanaal omringen ook al eens tegelijkertijd tot ontlading kwamen. In 700 na Christus kreeg de vernietiging door zo’n dubbele beving een extra boost.
De onderzoekers adviseren op dit moment de autoriteiten van Panama City. Men probeert alle structuren die van vitaal belang zijn voor het kanaal en ook alle kwetsbare gebouwen in de buurt te verstevigen.
