Quasars blijken ‘gewoon’ radiostelsels te zijn

quasar

Wat zijn quasars eigenlijk? Tot nu toe slaagden astronomen er niet in om deze zeldzame objecten te classificeren. Gelukkig hakken twee Groningse astronomen nu de knoop door: quasars zijn ‘gewoon’ radiostelsels.

Quasars zijn vrij zeldzame objecten. Astronomen Pece Podigachoski en Peter Barthel van het Groningse Kapteyn Instituut hebben de Herschel-telescoop gebruikt om deze unieke hemellichamen te doorgronden. Wat blijkt: quasars zijn in feite gewoon radiostelsels, waargenomen onder een gunstige hoek.

Viervoudige quasar

Dit jaar is voor het eerst een viervoudige quasar gevonden. Grote vraag is nu: hebben de astronomen geluk gehad of begrijpen ze quasars nog niet zo goed?

Barthel stelde dit zogenaamde unificatiemodel al in 1989 voor, op basis van waarnemingen met optische en radiotelescopen. Zijn model kreeg nadien veel steun, maar stuitte ook op weerstand. Nieuwe Herschel-waarnemingen van de infraroodstraling van deze objecten ondersteunen het model volledig. Het resultaat van het internationale onderzoeksteam verschijnt binnenkort in The Astrophysical Journal Letters.

Quasars en radiosterrenstelsels zijn actieve fasen in het leven van een sterrenstelsel. Flinke sterrenstelsels – die zeker tien tot honderd keer zwaarder zijn dan onze Melkweg – hebben superzware zwarte gaten in hun kern. Als die zwarte gaten materie naar zich toe trekken, wordt de kern actief, en ontstaat een extreem felle stralingsbron, en – onder bepaalde voorwaarden – een gigantische dubbele radiobron rond het sterrenstelsel. Het unificatiemodel van Barthel zegt dat de hoek waaronder deze radio-heldere actieve stelsels gezien worden van cruciaal belang is. Doordat zich een ondoorzichtige ring van stof rondom de kern bevindt is de fel stralende kern, de quasar, uit bepaalde richtingen wel, uit andere richtingen niet te zien. De infraroodwaarnemingen komen perfect overeen met de voorspellingen voor wat betreft de straling van het warme stof in de actieve sterrenstelsels.

Ook rapporteren de astronomen dat de combinatie van metingen in het ver-infrarode golflengtegebied op een eenvoudige manier laat zien of een sterrenstelsel een actief zwart gat heeft of niet, en wat de relatieve bijdrage van die activiteit aan de totale straling van het sterrenstelsel is. Het onderzoek van Barthel en Podigachoski levert een belangrijke bijdrage aan het onderzoek naar de groei van sterrenstelsels en hun zwarte gaten.

Bronmateriaal

Persbericht Rijksuniversiteit Groningen

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd