De infectieziekte wordt voor nu door de coronamaatregelen afgeremd, maar dreigt na de pandemie zijn opmars voort te zetten.
In de negentiende eeuw was roodvonk nog een gevreesde ziekte waar veel kinderen aan kwamen te overlijden. Maar met de opkomst van antibiotica nam het aantal complicaties door toedoen van de infectieziekte af en werd roodvonk behandelbaar. De infecties verliepen milder en kwamen bovendien steeds minder vaak voor. Rond 1950 was de infectieziekte zelfs bijna uitgeroeid.
Opmars
In 2017 trekken onderzoekers echter aan de bel. Roodvonk is dan al een aantal jaren bezig met een mysterieuze comeback, zo schrijven onderzoekers in het blad The Lancet Infectious Diseases. Zo neemt het aantal gevallen in Groot-Brittannië in de periode tussen 2011 en 2016 met een factor zeven toe. En ook in Vietnam, China, Zuid-Korea en Hong Kong worden uitbraken gemeld.
“Wereldwijd heeft de opmars van roodvonk (sinds 2011, red.) al geresulteerd in vijf keer meer ziektegevallen en meer dan 600.000 besmettingen,” stelt onderzoeker Stephan Brouwer. Wetenschappers stonden voor een raadsel en konden alleen maar gissen naar de reden voor de opmars van roodvonk.
Toxinen
Een nieuw onderzoek, geleid door Brouwer, schept nu echter meer duidelijkheid. In het blad Nature Communications schrijven de onderzoekers dat de opmars van roodvonk te herleiden is naar een variant van Streptococcus pyogenes-bacteriën die de vaardigheid heeft ontwikkeld om toxinen aan te maken die de bacterie aanzienlijk beter in staat stellen om de cellen van de gastheer binnen te dringen en dus het menselijke lichaam te koloniseren.
Geïnfecteerde bacterie
De Streptococcus pyogenes-variant die nu rondwaart heeft de handige toxinen waarschijnlijk verkregen doordat de bacterie zelf in het verleden door een virus geïnfecteerd is, zo legt onderzoeker Mark Walker uit. “De toxinen kunnen in de bacterie terecht zijn gekomen toen deze geïnfecteerd werd door een virus dat de genen voor deze toxinen bij zich droeg.”
Experimenten
Dat de moderne variant beter in staat is om zijn gastheer te koloniseren, leiden de onderzoekers af uit experimenten. Ze verzamelden enkele van deze bacteriën en schakelden de genen achter de toxinen, uit. De bacteriën bleken vervolgens veel minder goed in staat te zijn om hun gastheer – een proefdier – te koloniseren. “Wij hebben aangetoond dat deze nieuwverkregen toxinen Streptococcus pyogenes nog beter in staat stellen om zijn gastheer te koloniseren en deze zo waarschijnlijk in staat is om andere bacteriestammen weg te concurreren.” Volgens Walker zijn de moderne uitbraken dan ook te herleiden naar deze door een virusinfectie aangepaste bacteriën.
Op dit moment wordt de impact die de bacteriën hebben, beperkt door de coronamaatregelen die mensen er onder meer van weerhouden om bij elkaar in de buurt te komen, zo stellen de onderzoekers. “En de belangrijkste doelwitten van de ziekte – kinderen – zijn minder op school geweest en brengen ook veel minder tijd door in andere grote groepen,” vertelt Walker. “Maar wanneer we geen afstand meer van elkaar houden, zal roodvonk waarschijnlijk terugkomen. We moeten ons onderzoek – gericht op een betere diagnose en beter management van de epidemie – dan ook voortzetten. En uiteindelijk is het – net als voor COVID-19 – ook in het geval van roodvonk van belang dat er een vaccin komt dat de ziekte uitroeit.”